Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1
In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Het weer en het klimaat
Slide 1 - Tekstslide
Is het weerbericht elke dag hetzelfde? Waarom wel / niet?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Video
00:58
Wat zegt het weerbericht over de neerslag?
Slide 4 - Open vraag
01:47
Wat zegt het weerbericht over de temperatuur vanavond?
Slide 5 - Open vraag
02:20
Wat zegt het weerbericht over de zonneschijn?
Slide 6 - Open vraag
02:59
Hoe wordt het weer de komende dagen?
Slide 7 - Open vraag
Je moet gaan zoeken in de atlas naar een kaart over het weer in Europa. Waar ga je zoeken?
A
Namenregister
B
Zaakregister
C
Landenregister
D
Bladwijzers
Slide 8 - Quizvraag
Waar staat de kaart in de atlas? Geef de bladzijde en de letter achter de bladzijde.
Slide 9 - Open vraag
Kijk in de atlas. Wat betekent dit symbool?
A
Bliksem
B
Onweer
C
Regen
D
Mist
Slide 10 - Quizvraag
Klimaat
Het weer in Nederland is heel anders dan in Marokko. Daar schijnt de zon vaker en valt er minder neerslag.
Als je kijkt naar het gemiddelde weer dan praat je over klimaat.
Klimaat gaat over een lange tijd en een groot gebied.
Slide 11 - Tekstslide
Marokko
Nederland
Wat hoort bij welk land?
Hoge temperatuur
Minder zonneschijn
Meer wind
Minder neerslag
Slide 12 - Sleepvraag
Het weer verandert elke dag.
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quizvraag
Het klimaat verandert elke dag.
A
Goed
B
Fout
Slide 14 - Quizvraag
Nederland heeft een koel klimaat.
A
Goed
B
Fout
Slide 15 - Quizvraag
Vandaag is het klimaat zonnig.
A
Goed
B
Fout
Slide 16 - Quizvraag
Klimaatgrafiek
Het klimaat kun je goed laten zien in een grafiek. Je ziet hier aan de rode lijn wat de temperatuur was. Aan de staafjes kun je zien hoeveel het geregend heeft.
Slide 17 - Tekstslide
Kijk op bladzijde 34 in je boek. Wat was de temperatuur in maart? En hoeveel mm neerslag viel er?
Slide 18 - Open vraag
Gebruik de atlas.
Ga naar bladzijde 114. Hier zie je klimaatgrafieken van verschillende plaatsen. De volgende vragen gaan over die grafieken.
Slide 19 - Tekstslide
In welke stad regent het het meeste?
A
Paramaribo
B
Cherrapunji
C
Chennai
D
Khartoum
Slide 20 - Quizvraag
Waar wordt het in de winter bijna -20 graden?
A
Amsterdam
B
Khartoum
C
Irkutsk
D
Paramaribo
Slide 21 - Quizvraag
Waar is het nooit kouder dan 20 graden?
A
Athene
B
Irkutsk
C
Wellington
D
Chennai
Slide 22 - Quizvraag
En waar regent het het minste?
A
Santiago
B
Athene
C
Khartoum
D
Cherrapunji
Slide 23 - Quizvraag
Klimaatgrafiek afmaken
Je gaat nu zelf de grafiek op bladzijde 35 van je boek afmaken. De gegevens die je nodig hebt staan op bladzijde 34.
Slide 24 - Tekstslide
Waarvan hangt het klimaat af?
De aarde is te verdelen in twee delen; noord en zuid. De grens ertussen noem je de evenaar.
Het klimaat wordt beïnvloed door:
de afstand tot de evenaar.
de afstand tot de Noord - of Zuidpool.
de hoogte van een gebied.
de afstand tot de zee.
Slide 25 - Tekstslide
Invullen bron 34
Ga naar bladzijde 35. Zet in bron 34 de volgende woorden op de goede plaats:
Noordpool
Zuidpool
Evenaar
Slide 26 - Tekstslide
Voor de volgende vragen ga je kijken naar bron 33 (blz. 35) en bron 35 (blz. 36) in je boek.
Slide 27 - Tekstslide
Waar regent het het meest?
A
Bron 33
B
Bron 35
Slide 28 - Quizvraag
Waar is het het warmst?
A
Bron 33
B
Bron 35
Slide 29 - Quizvraag
Welk klimaat past het best bij Nederland?
A
Bron 33
B
Bron 35
Slide 30 - Quizvraag
Welk klimaat ligt het dichtst bij de evenaar?
A
Bron 33
B
Bron 35
Slide 31 - Quizvraag
Welk klimaat ligt het dichtst bij de zee?
A
Bron 33
B
Bron 35
Slide 32 - Quizvraag
Een zeeklimaat is in de zomer niet zo warm en in de winter niet zo koud. Hoe is dat in een woestijnklimaat? (bron 35) Vertel hoe de winter en zomer zijn en of er veel of weinig neerslag is.
Slide 33 - Open vraag
Ons eiland heeft een zeeklimaat. Maar wat is nu de beste plek om een bestaan op te bouwen? Een plek met een zeeklimaat of een plek met een woestijnklimaat? Leg je antwoord uit.
Slide 34 - Open vraag
Wat moet je kennen en kunnen?
Je kunt het verschil tussen weer en klimaat uitleggen.
je kunt vertellen welke factoren het klimaat bepalen.
Je kunt aanwijzen waar de Noord- en Zuidpool en de evenaar zijn.
Je kunt een lijngrafiek en een staafdiagram lezen en tekenen.
Slide 35 - Tekstslide
Begrippen
Evenaar: denkbeeldige cirkel om het midden van de aarde.
Grafiek: Tekening waarin je in een keer de betekenis van veel getallen kunt zien.
Klimaat: het gemiddelde weer van een groot gebied gemeten over dertig jaar.
Weer: De toestand van de lucht(temperatuur, neerslag, zonneschijn en wind) op een bepaald moment op een bepaalde plaats.