VOORTPLANTING EN ONTWIKKELING OEFENEN TOETS

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het voortplantingsstelsel 
van een man
In de teelballen worden de zaadcellen geproduceerd en deze worden tijdelijk opgeslageni n de bijballen die bovenop de teelballen liggen. Wanneer er een ejaculatie (uitstoting van sperma) zal plaatsvinden, dan zullen de zaadcellen via de zaadleiders richting de prostaat gaan. Onderweg komen ze eerst langs de zaadblaasjes. Zaadcellen hebben geen eigen voeding, zoals de eicellen van een vrouw wel hebben. Bij de zaadblaasjes wordt er vocht met voedingsstoffen toegevoegd bij de zaadcellen. Daarna volgen ze hun weg naar de prostaat waar de zaadleiders aansluiten bij de urinebuis. Bij de prostaat wordt er ook nog vocht toegevoegd. Het vocht uit de prostaat samen met het vocht met voedingsstoffen van de zaadblaasjes, noemen we sperma. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de prostaat?
A
Het opslaan van zaadcellen
B
Het toevoegen van vocht aan de zaadcellen
C
Het aanmaken van zaadvloeistof
D
Het produceren van zaadcellen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding hiernaast staan de organen van het mannelijk voortplantingsstelsel. Er staan vijf organen aangegeven met een cijfer.

Sleep de onderstaande namen achter het juiste cijfer
teelbal
zwellichaam
prostaat
zaadblaasje
bijbal

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de zaadblaasjes?
A
Het produceren van zaadcellen
B
Het aanmaken van prostaatvocht
C
Het toevoegen van vocht bij de zaadcellen
D
Het opslaan van zaadcellen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke volgorde gaat een zaadcel door het mannelijke voortplantingsstelsel? Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
1
2
3
4
5
urinebuis
prostaat
zaadleider
bijbal 
teelbal 

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er wanneer de prostaat opgezwollen is door een ontsteking?
A
Meer zaadproductie
B
Betere erectie
C
Moeite met plassen
D
Meer zin in seks

Slide 8 - Quizvraag

Bij de prostaat sluiten de zaadleiders zich aan op de urinebuis. Wanneer de prostaat vergroot is, dan kan de urinebuis gedeeltelijk of helemaal afgesloten worden. Urineren wordt hierdoor moeilijk. 

Puberteit
Een levensfase is een periode in het leven van de mens waarbij specifieke kenmerken horen.

De puberteit een periode is dat er naast de primaire geslachtskenmerken door geslachtshormonen de secundaire geslachtskenmerken ontstaan. De secundaire geslachtskenmerken worden ontwikkelt door middel van geslachtshormonen

Een belangrijke hormoonklier om de geslachtshormonen te regelen dat is de hypofyse. Een kleine klier onderaan het brein. 



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken zijn borstgroei en baardgroei?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn PRIMAIRE geslachtskenmerken?
A
Kenmerken die ontstaan door hormonen
B
Kenmerken die ontstaan tijdens de puberteit
C
Kenmerken die ontstaan door gedrag
D
Kenmerken die aanwezig zijn bij geboorte

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zaadcellen
Mannelijke geslachtscellen
Kenmerken:
- de kleinste menselijke cellen
- hebben geen eigen voeding
- kunnen zich voortbewegen

Door middel van de zweepstaart kunnen de zaadcellen zich voortbewegen richting de eileider van de vrouw. De bevruchting vindt plaats in de eileiders. 

Als er een bevruchting plaatsvindt, dan zal de bevruchte eicel richting de baarmoeder gaan om zich daar in te nestelen. Een eicel kan zich zelf niet voortbewegen, maar dat wordt geregeld door trilharen op het slijmvlies waarmee de eileiders zijn bedekt. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de zweepstaart van de zaadcel?
A
De celstructuur versterken
B
Energie opwekken
C
Een signaal afgeven aan de eicel
D
Voortbeweging mogelijk maken

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kan een zaadcel zonder zweepstaart niet voor bevruchting zorgen?
A
Is te groot om door de eicelwand te komen
B
Kan geen signaal aan de eicel geven
C
Kan niet naar de eicel zwemmen
D
Heeft geen DNA

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PLACENTA
Via de navelstreng is de foetus verbonden met de placenta (moederkoek), waardoor het kind voedingsstoffen en zuurstof krijgt. De moeder en het kind hebben beiden een eigen bloedsomloop. Wanneer het kind geboren wordt, dan is de navelstreng niet meer nodig, 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de navelstreng?
A
Het voorziet de foetus van voedingsstoffen
B
Het helpt bij de bevalling
C
Het is een overblijfsel van de embryonale ontwikkeling
D
Het zorgt voor zuurstoftoevoer naar de foetus

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de navelstreng niet meer nodig vanaf de geboorte?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een natte droom?
A
Een nachtmerrie
B
Een spontane zaadlozing tijdens de slaap
C
Een slaapwandeling
D
Een droge droom

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbehoedsmiddel
Niet alle voorbehoedsmiddelen beschermen tegen een SOA.

Spiraaltje: sluit baarmoederhals af, zodat zaadcellen er niet door kunnen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je deze manier van oefenen met de leerstof?
Erg fijn, de manier van presentatie was begrijpelijk.
Redelijk, maar zonder extra uitleg moeilijk te begrijpen.
Ik twijfel nog over het nut van deze oefening.
Ik vind dit niet erg prettig en krijg liever op een andere manier de leerstof aangeboden.

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies