Blok rap, les 6

Hoofdstuk Rap, les 5, woordenschat
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk Rap, les 5, woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan jullie doen? 
  1.  Woordweb maken
  2. Voorkennis testen
  3.  Kahoot

Slide 2 - Tekstslide

Bij welke woorden denk je aan hiphop en rap?

Slide 3 - Woordweb

Wat is een pseudoniem?

Slide 4 - Open vraag

Wat is en doet een producer?

Slide 5 - Open vraag

Een artiest brengt een single uit.
Wat is een single?

Slide 6 - Open vraag

Bij haar debuut zong ze erg vals
Wat betekent debuut?

Slide 7 - Open vraag

Wat is een publiekstrekker?

Slide 8 - Open vraag

Quiz
3 min. voor het oefenen met de woorden van de week
Tekst

Slide 9 - Tekstslide

Je kan een clip maken voor een liedje.
Wat is een clip?
A
Een stukje ijzer waarmee je papier vast maakt.
B
Een filmpje bij een liedje
C
Een liedje bij het filmpje
D
Een foto bij een liedje

Slide 10 - Quizvraag

Wat is improviseren?
A
Tijdens het uitvoeren bedenken wat je gaat doen
B
Een plan maken voor het uitvoeren
C
Het bedenken van een liedje
D
Het gebruik maken van bestaande muziek

Slide 11 - Quizvraag

Iemand heeft Braziliaanse roots. Wat betekent roots?
A
Hoe je je gedraagt
B
wat je graag doet
C
Het dorp waar je woont
D
Het land waar je vandaan komt

Slide 12 - Quizvraag

Welke omschrijving hoort bij de notering?
A
Welke noten je moet spelen in het liedje
B
De hoogte waarop een muziekstuk staat in een hitlijst
C
Hoe hoog de noten zijn die je in het liedje speelt.
D
Het aantal noten dat in je muziekstuk wordt gebruikt.

Slide 13 - Quizvraag

Je kan veel inspiratie hebben.
Wat is inspiratie?
A
Dat je niet weet hoe je moet beginnen
B
Je hebt een plan bedacht en die ga je uitvoeren
C
Dat je andere goed kan motiveren om muziek te maken
D
Dat je goede ideeën bedenkt of inbrengt

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een platenmaatschappij?
A
Een bedrijf dat muziek opneemt, uitgeeft en verkoopt
B
Een bedrijf dat artiesten verhuurt
C
Een bedrijf dat platen opmeet en verkoopt

Slide 15 - Quizvraag

Wat doet een producer?
A
Die zorgt dat er veel publiek bij het concert komt
B
Dit is de artiest die het liedje zingt
C
Dat is iemand die alles voor een muziekopname regelt
D
Deze bepaald wat je gaat zingen

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer iemand zijn debuut maakt, dan betekent dat?
A
Het eerste optreden voor publiek
B
Dat iemand het album bekend maakt
C
Het eerste moment bij de microfoon
D
De eerste keer dat iemand zingt

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een publiekstrekker?
A
Iets waar veel publiek op afkomt
B
Iemand die zorgt dat het publiek in delen komt
C
D
Iemand die een reclame maakt

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer je aan het samplen bent dan ......
A
Maak je zelf je muziek
B
Bedenk je hoe je muziek gaat maken
C
Test je of het geluid klopt
D
Maak je gebruik van bestaande muziek

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een geluidsdrager?
A
Een schijf of stick waar muziek op staat
B
Isolatie dat er voor zorgt dat het geluid dempt
C
Iemand die de speakers installeert
D
Iemand die de speakers meeneemt

Slide 20 - Quizvraag

Wat ga je nu doen?
  •  Je krijgt 20 min. om de opdrachten te maken
  • Ben je klaar? Maak je de woordzoeker
  • Heb je de woordzoeker klaar? Op naar 't VO 

Slide 21 - Tekstslide