unit 4 les 7 present simple vs present continuous 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Today:

uitleg: Grammar present simple VS present continuous

online oefeningen maken.

Goal:

Je weet wat het verschil is tussen present simple en present continuous.

Present simple: (tegenwoordige tijd)

Weet je nog?

present simple gebeurt: vaak, altijd, soms, nooit, feiten

In de tegenwoordige tijd zet je een -s achter het werkwoord als er he, she, it in de zin staat.

Dus: he, she it in de zin? Dan werkwoord + s

I walk to school.

She walks to school./ She doesn't walk to school.

uitzonderingen:

Medeklinker +Y: Try --> tries   Party--> parties.

woord met sis klank: watch --> watches

Vragen maken?? 

Vragen: Je zet do/does voor de zin.

LET OP!! Bij does haal je de -s achter het WW weg.

You like flowers. --> Do you like flowers?

She likes flowers. --> Does she like flowers?

Ontkenningen maken X

Je zet don't/doesn't in de zin. 

Let op!! Bij doesn't haal je de -s achter het WW weg.

I like flowers. --> I don't like flowers.

He likes flowers. --> He doesn't like flowers.

Examples: (voorbeelden)

I have brown hair. --> He has brown hair.

You don't walk to school. --> She doesn't walk to school.

We try to read. --> Peter tries to read.

Mary and Joe watch TV. --> Do Mary and Joe watch TV?

(to walk) present simple
He ....... in the park.

Maak een vraagzin:
He walks in the park.

(to teach) present simple
She ..... English.

Maak een ontkenning:
She teaches English.

(to cry) present simple
The baby ..... .

Maak een vraag:
The baby cries.

(to watch) present simple
We ..... a nice film.

Maak een ontkenning:
We watch a nice film.

Present continuous

Dit is een actie die nu bezig is. Op dit moment.

Je vult in: am, are, is + werkwoord + ing.

I am teaching right now.

You are listening at the moment.

Je moet dus goed weten wanneer je am/are/is gebruikt.

Vragen maken

Je zet am/are/is vooraan. 

We are writing now. --> Are we writing now?

ontkenning maken

Je zet not/n't achter am/are/is.

I am watchging tv. --> I am not watching tv.

Gebruik de present continuous :
(call) She __________ .

Gebruik de present continuous:
They _____ (to talk) now.

Gebruik de present continuous:
Lara _____ (study)

Gebruik de present continuous:
Jacob ______ (ride) a bike.

Maak een ontkenning:
She is calling.

Maak een vraagzin:
They are talking now.

Maak een ontkenning:
Lara is studying.

Maak een ontkenning
Jacob is riding a bike.

Present Simple or Continuous?
Look! He ___ (leave) the house right now.

leswerk:

§4.4 online:

Opdracht 5+6

Klaar?

Maak leesteksten op readtheory.org

huiswerk:

§4.4 online:

opdr. 7

Leerwerk (zie som)