HP plus Mictie les 5

H8 Mictie 
Leerdoelen:
  • heeft basiskennis van de anatomie van het urinewegstelsel.
  • heeft basiskennis van aandoeningen aan urinewegstelsel in 
     relatie tot een verblijfskatheter.
  • kan een condoomkatheter aanbrengen en verwijderen.
  • kan een katheterzakje legen en verwisselen.
  • kan een katheterzak doorkoppelen.
  • kan een urethrale verblijfskatheter verzorgen.
  • kan een suprapubische katheter verzorgen.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Helpende plusMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H8 Mictie 
Leerdoelen:
  • heeft basiskennis van de anatomie van het urinewegstelsel.
  • heeft basiskennis van aandoeningen aan urinewegstelsel in 
     relatie tot een verblijfskatheter.
  • kan een condoomkatheter aanbrengen en verwijderen.
  • kan een katheterzakje legen en verwisselen.
  • kan een katheterzak doorkoppelen.
  • kan een urethrale verblijfskatheter verzorgen.
  • kan een suprapubische katheter verzorgen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Zie boek blz. 164
Nieren hebben een vorm van een boon en zijn ongeveer 7 bij 4 cm groot. Ze liggen aan elke kant van de ruggenwervel achter de buikholte, ter hoogte van de laatste twee borstweefsel. 
De rechternier ligt iets lager vanwege de lever. Boven op de nieren liggen de bijnieren, in de bijnieren worden onder andere hormonen gemaakt. De bijnieren spelen geen rol bij de urineproductie.
Binnen in de nier ligt het nierbekken. Het bloed dat door de nier stroomt wordt gefilterd en worden stoffen die overbodig zijn verzameld in het nierbekken. De stoffen stromen door de ureter naar de blaas, waar de urine wordt verzameld. Als er voldoende urine in de blaas zit, wordt er een signaal naar de hersenen gestuurd en krijg je aandrang om te plassen.
De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheiding

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheiding
Via je darmen, blaas, huid en longen verlaten afvalstoffen je lichaam. Denk maar aan: poepen, plassen, zweten, scheten laten, overgeven, uitademen. 

Door goed te kijken naar uitscheiding (observeren) kun je veel bijzonderheden zien (bijvoorbeeld in een katheterzak) 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheiding
Via je darmen, blaas, huid en longen verlaten afvalstoffen je lichaam. Denk maar aan: poepen, plassen, zweten, scheten laten, overgeven, uitademen. 

Door goed te kijken naar uitscheiding (observeren) kun je veel bijzonderheden zien (bijvoorbeeld in een katheterzak) 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observeren van urine
De kleur 
(licht, donker, rood, vlokken) 
De hoeveelheid 
De geur
Pijn bij het plassen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw X plast steeds kleine beetjes, ze geeft aan dat plassen pijnlijk is, en de urine bevat "vlokken". Wat is er mogelijk aan de hand?
A
Mevrouw wil niet naar de wc
B
Mevrouw heeft iets verkeerds gegeten
C
Mevrouw vergeet te plassen
D
Mevrouw heeft blaasontsteking

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • De blaas rekt uit wanneer er urine in komt.
  • Er past ongeveer 1,5 liter urine in de blaas, bij 0,2 liter krijg je de aandrang
      om te plassen. Hoe voller de blaas is, hoe sterker dit signaal is.
  • Zindelijkheid trainen, signaal herkennen.
  • Urinebuis bij de man is 20 -25 cm lang en maakt S-vormige bocht.
  • Urinebuis bij de vrouw is 3 tot 5 cm, en loopt recht naar benenden.

Slide 10 - Tekstslide

Afbeelding van blaas, volle blaas en normale blaas
  • Bij de man worden de sluitspieren van de blaas omringd door de prostaat.
  • Bij de vrouw is het risico op bacteriën groter, die van nature leven in de endeldarm (E-coli bacterie) en in de urethra terecht kunnen komen. Vrouwen zijn dan ook gevoeliger voor urineweginfecties omdat de anus en urineleider dicht bij elkaar liggen en de plasbuis kort is en daarmee ook de weg naar de blaas.

Slide 11 - Tekstslide

Zie boek blz.166
Andere aandoeningen aan het urinewegstelsel:
  • Blaasontsteking
  • Onvoldoende bloedaanvoer naar de nier
  • Onvoldoende afvoer van urine
  • Ziekten aan het nierweefsel
  • Kanker aan de nier of de blaas
  • Anatomische afwijkingen

Slide 12 - Tekstslide

boek blz. 167 en 168
Stap voor stap de aandoeningen bespreken.

Slide 13 - Tekstslide

Verblijfskatheter of een eenmalige katheter.
Opdracht 5 en 6 maken en bespreken.

Slide 14 - Tekstslide

  • adviezen voeding minimaal 2 liter vocht inname/24 uur
  • let op vrijhangen van de slangen
  • voorkom knikken in de slangen
  • katheter bij fixeren op het bovenbeen niet te krap
  • “rijdende katheter” pas op
  • urine opvangzak altijd lager dan de blaas

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een blaaskatheter is een voorbeeld van een interne katheter?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Infectiegevaar is bij een externe katheter groter dan bij een interne>
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een blaaskatheter is een holle, vaak flexibele slang die ingebracht wordt in de blaas.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Observatie;
  • Frequentie, gemiddeld 1,5 - 2 lt per 24 uur. Hoger? nervositeit, medicatie, blaasontsteking, veel gedronken, diabetes. Lager? koorts, nierafwijking, wonden of operatie, braken, diarree, hart en vaatafwijking.
  • Hoeveelheid
  • Kleur, Normaal is urine lichtgeel. Kleur wordt gevormd door de opgeloste (afval) stoffen.
    Donker is geconcentreerde urine.
    Donkergeel /-bruin -> lever, - nieraandoeningen
    Roze/rode -> bloed in de urine, medicatie, bietjes
  • Helderheid, urine is helder, troebele urine wijst op bacteriën, eiwitten of pus.
  • Geur, Ammoniakgeur, geconcentreerd. Urineweginfectie ruikt onaangenaam. Zoetig bij diabetes mellitus. Medicatie kan je ruiken. Afvalstoffen kan je ruiken
  • Manier van urineren

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vilans protocollen
  • Urinezak verwisselen
  • Urinezak doorkoppelen
  • Urineopvangzak legen
  • Suprapubische katheter verzorgen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
Nog vragen?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies