H4 schrijven havo/vwo

H4 schrijven
overtuigende tekst
standpunt
argumenten
bouwplan
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H4 schrijven
overtuigende tekst
standpunt
argumenten
bouwplan

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Een overtuigende tekst maken

Slide 3 - Tekstslide

Overtuigende tekst
In een overtuigende tekst geeft de schrijver zijn mening
  • Het doel is dat de lezer die mening overneemt, iemand overhalen.
  • De schrijver geeft argumenten om de lezer te overtuigen van zijn gelijk.
  • Voorbeelden: ingezonden brief, column, recensie, klachtenbrief

Slide 4 - Tekstslide

Opbouw overtuigende tekst
  • Inleiding: De mening van de schrijver. Dit wordt ook wel het standpunt genoemd.
  • Kern: Minimaal 2 argumenten. In je kern probeer je feiten te noemen die je argumenten/mening ondersteunen.
  • Slot: De conclusie. Hier herhaalt de schrijver zijn standpunt.

Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoorden
  • Inleiding: Ik vind.., Ik ben van mening dat.., Het wordt tijd dat..
  • Kern: Om te beginnen.., bovendien.., vervolgens.., daarnaast.., ook.., ten slotte..
  • Slot: al met al.., kortom.., daarom.., dus..


Slide 6 - Tekstslide

Bij een overtuigende tekst let je
goed op feiten en meningen.

Slide 7 - Tekstslide

Wat staat er in de inleiding van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver
D
Het standpunt van de schrijver

Slide 8 - Quizvraag

Wat staat er in de kern van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver
D
het standpunt van de schrijver

Slide 9 - Quizvraag

Wat staat er in het slot van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 10 - Quizvraag

Hoe wordt de mening van de schrijver ook wel genoemd?
A
het argument
B
het standpunt

Slide 11 - Quizvraag

Argumenten zijn er om je te overtuigen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

In de conclusie herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Beschouwing
Een beschouwing is een tekst waarvan het doel is om de lezer kennis te laten maken met verschillende meningen, zodat de lezer uiteindelijk zijn eigen mening kan vormen. Bij een beschouwing geeft de schrijver voor- en tegenargumenten bij een stelling of onderwerp, en uiteindelijk geeft hij zijn eigen mening. Deze mening kan weliswaar de mening van de lezer
beïnvloeden, maar de beschouwing laat ook ruimte voor de lezer om een eigen afwijkende mening te vormen.
Beschouwingen zie je bijvoorbeeld vaak in columns in de krant, en hebben als doel de lezer aan het denken te zetten en zijn eigen mening te laten vormen.

Slide 21 - Tekstslide

Betoog
Overtuigende tekst.
Een betoog probeert te overtuigen. Dat gaat via standpunten, zoals in een ingezonden brief. Je geeft dan argumenten en weerlegt tegenargumenten, met als conclusie een stelling. 

Slide 22 - Tekstslide