Teksten met een mening
- Lezen blok 3
In blok 1 heb je gezien dat er twee tekstdoelen zijn die te maken hebben met meningen:
mening geven: de schrijver laat alleen een of meer meningen zien. De lezer kan daarna zijn eigen mening vormen. Een tekst die meningen laat zien, is een objectieve tekst. Voorbeelden: artikel in tijdschrift, artikel in krant.
overtuigen van een mening: de schrijver geeft zijn eigen mening en laat zo veel mogelijk argumenten zien die zijn mening ondersteunen. Hij wil de lezer ervan overtuigen dat hij gelijk heeft. Een tekst die wil overtuigen is een subjectieve tekst. Voorbeelden: ingezonden stuk, recensie, blog.
Een mening is iemands persoonlijke opvatting. Iemand die wil uitleggen waarom hij gelijk heeft, geeft argumenten voor zijn mening. Er zijn verschillende soorten argumenten:
objectieve argumenten: er worden feiten genoemd die de mening ondersteunen. Je kunt controleren of de feiten kloppen.
subjectieve argumenten: er worden gevoelens of overtuigingen genoemd die de mening ondersteunen. Je kunt niet zeggen of ze waar of niet waar zijn, je kunt alleen nagaan of jij het ook zo voelt.
Bij een argument is vaak een tegenargument te geven: een feit of gevoel of overtuiging die hoort bij de tegengestelde mening. Een schrijver die extra wil overtuigen, zal ook de tegenargumenten ontkrachten die de lezer zou kunnen hebben. Hij legt dan uit waarom die tegenargumenten niet kloppen of minder sterk zijn.