criminaliteitstheorie

criminaliteitstheorie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

criminaliteitstheorie

Slide 1 - Tekstslide

Als jij je huis goed beveiligd tegen inbraak dan voorkom je criminaliteit
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd gedragtheorie
C
Rationele-keuzetheorie
D
Bindingstheorie

Slide 2 - Quizvraag

Henk wordt verdacht van het vernielen van een bushokje. Hij zegt "Het is maar een bushokje, wat geeft dat?" Dit past bij de ...
A
Bindingstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Anomietheorie
D
Neutraliseringstheorie

Slide 3 - Quizvraag

Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal en dus vindt ze dat ze zich daar maar naar moet gedragen.

Bij welke theorie hoort deze situatie?
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal en dus vindt ze dat ze zich daar maar naar moet gedragen.      Bij welke theorie hoort deze situatie?
A
Etikettentheorie
B
Bindingstheorie
C
Neutraliseringstheorie
D
Anomietheorie

Slide 4 - Quizvraag


Situatie: Timo heeft geen
goede relatie met zijn ouders, daarom is hij 's avonds
veel alleen buiten en is hij
crimineel gedrag gaan vertonen.
Situatie: Timo heeft geen goede relatie met zijn ouders. Daarom is hij 's avonds veel alleen buiten en is hij crimineel gedrag gaan vertonen. 
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd-gedragtheorie
C
Rationele-keuze-theorie
D
Bindingstheorie

Slide 5 - Quizvraag

Joop zijn vader sloeg zijn moeder. Joop lost zelf ook altijd ruzies met zijn vuisten op.
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd gedrag theorie
C
Rationele-keuzetheorie
D
Bindingstheorie

Slide 6 - Quizvraag

Joop zijn vrouw is bij hem weggegaan omdat hij werkloos is geworden. Hij gebruikt nu drugs overdag en "klust bij in de avond".


A
Anomietheorie
B
Bindingstheorie

Slide 7 - Quizvraag

Een cipier zegt dat de drie W's (wijf, werk, woning)mannen afhouden van criminaliteit.
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd gedragtheorie
C
Rationele keuzetheorie
D
Bindingstheorie

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn risicofactoren?
A
Risico's die de kans op problemen vergroten.
B
De risico's die je neemt in het leven.
C
Zaken die het risico op roken vergroten.
D
Factoren die positieve invloed hebben op de ontwikkeling van een kind.

Slide 9 - Quizvraag


Gregory's vader drinkt veel alcohol en mishandelt dan Gregory's moeder. Gregory chillt dus liever bij vrienden thuis. Soms moet hij voor hen een pakketje bij iemand afleveren, daar krijgt hij zo 20 euro voor.
Deze omstandigheden zijn een:
A
Risicofactor
B
Beschermende factor

Slide 10 - Quizvraag

Aangeleerd gedragtheorie
Neutraliserings-
theorie
Etikettentheorie
Anomietheorie
Rationele-keuze
theorie
Jongeren schakelen hun schuldgevoel uit als ze in een groep strafbare feiten plegen.
Het plegen van een misdrijf is een weloverwogen keuze. Er wordt afweging gemaakt van kosten en baten.
Als iemand steeds 'crimineel' genoemd wordt, kan de persoon zich hier naar gaan gedragen.
Crimineel gedrag wordt aangeleerd in contact met mensen uit je eigen omgeving
Criminaliteit is het gevolg van de botsing tussen het willen behalen, maar niet kunnen behalen van de door de samenleving gestelde doelen.

Slide 11 - Sleepvraag