In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
CRIMINALITEIT
H4. Nederland is een rechtsstaat
Slide 1 - Tekstslide
Welkom!
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een misdrijf?
A
Wildplassen.
B
Op de fiets zonder licht in het donker fietsen.
C
Zonder te betalen in de tram zitten.
D
Een krat bier uit de supermarkt stelen.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is criminaliteit? (Definitie)
A
Onfatsoenlijk gedrag
B
Overtredingen
C
Door de wet strafbaar gesteld gedrag
D
Misdrijven
Slide 4 - Quizvraag
Na een overval op onze school durft Klaas niet meer naar school. Dit is een voorbeeld van:
A
Immateriële gevolgen van criminaliteit
B
Materiele gevolgen van criminaliteit
Slide 5 - Quizvraag
welk onderzoek is betrouwbaarder
A
slachtofferenquête
B
daderenquête
Slide 6 - Quizvraag
wie of wat bepaalt wat de hoogte van een straf voor een misdrijf moet zijn?
A
de rechter
B
Officier van Justitie
C
de Tweede Kamer
D
wetboek van strafrecht
Slide 7 - Quizvraag
Wat is GEEN reden dat politiestatistieken niet volledig zijn:
A
sommige delicten worden niet ontdekt (moeilijk op te sporen)
B
Aangiftebereidheid, soms durven mensen niet.
C
Er wordt geen aandacht aan gegeven vanuit de media
D
Selectieve opsporing, agenten lopen niet overal evenveel.
Slide 8 - Quizvraag
Yusuf heeft een leuke vriendin en hij heeft fijne vrienden in de klas. Yusuf wil het graag goed doen op school zodat hij een baan kan vinden en kan samenwonen. Criminele dingen doen komt niet in zijn hoofd op.
Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Rationele-keuze theorie
B
Bindingstheorie
C
Anomietheorie
D
Neutraliseringstheorie
Slide 9 - Quizvraag
Je hebt geen geld, maar je wil wel status dus je jat een Stone Island jas. Dit past het beste bij de:
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Bindingstheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie
Slide 10 - Quizvraag
Aangeleerd gedragtheorie
Neutraliserings- theorie
Etikettentheorie
Anomietheorie
Rationele-keuze theorie
Jongeren schakelen hun schuldgevoel uit als ze in een groep strafbare feiten plegen.
Het plegen van een misdrijf is een weloverwogen keuze. Er wordt afweging gemaakt van kosten en baten.
Als iemand steeds 'crimineel' genoemd wordt, kan de persoon zich hier naar gaan gedragen.
Crimineel gedrag wordt aangeleerd in contact met mensen uit je eigen omgeving
Criminaliteit is het gevolg van de botsing tussen het willen behalen, maar niet kunnen behalen van de door de samenleving gestelde doelen.
Slide 11 - Sleepvraag
Gelegenheidstheorie
Bindingstheorie
Anomietheorie
Ettiketeringstheorie
De overheid doet te weinig om allochtone jongeren aan het werk te krijgen.
Als zij mij niet had, was ze al lang in de gevangenis beland.
Die fiets stond niet op slot, dus kon ik 'm wel meenemen.
Jongens die in Noord wonen en op straat hangen zijn vaak crimineel.
Slide 12 - Sleepvraag
Als de baten hoger zijn dan de kosten is de kans groter dat iemand crimineel gedrag laat zien
A
Anomietheorie
B
Bindingstheorie
C
Gelegenheidstheorie
D
Etikketeringstheorie
Slide 13 - Quizvraag
Situatie: Timo heeft geen goede relatie met zijn ouders, daarom is hij 's avonds veel alleen buiten en is hij crimineel gedrag gaan vertonen.
Lisa is een alleenstaande moeder met financiële problemen. Haar baan als serveerster betaalt niet genoeg om haar gezin te onderhouden. Ze denkt eraan om geld te stelen uit een lokale winkel om haar directe behoeften te dekken. Hoewel ze weet dat het illegaal is en risico's met zich meebrengt, kiest ze ervoor omdat ze gelooft dat het haar situatie kan verbeteren.
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd-gedragtheorie
C
Rationele-keuze-theorie
D
Bindingstheorie
Slide 14 - Quizvraag
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen. Bij welke theorie hoort deze situatie?
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen.
Bij welke theorie hoort deze situatie?
A
Etikettentheorie
B
Bindingstheorie
C
Neutraliseringstheorie
D
Anomietheorie
Slide 15 - Quizvraag
Situatie: Timo heeft geen goede relatie met zijn ouders, daarom is hij 's avonds veel alleen buiten en is hij crimineel gedrag gaan vertonen.
Situatie: Timo heeft geen goede relatie met zijn ouders. Daarom is hij 's avonds veel alleen buiten en is hij crimineel gedrag gaan vertonen.
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd-gedragtheorie
C
Rationele-keuze-theorie
D
Bindingstheorie
Slide 16 - Quizvraag
Joop zijn vader sloeg zijn moeder. Joop lost zelf ook altijd ruzies met zijn vuisten op.
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd gedrag theorie
C
Rationele-keuzetheorie
D
Bindingstheorie
Slide 17 - Quizvraag
De uitspraak''gelegenheid maakt de dief'' past het beste bij....
A
bindingstheorie
B
rationelekeuzetheorie
C
neutraliseringstheorie
D
anomietheorie
Slide 18 - Quizvraag
Het lukt Bart niet om een opleiding af te ronden. Zijn vrienden is het wel gelukt, zij hebben een baan en kopen een auto en een huis. Bart heeft geen geld hiervoor. Een kennis vraagt of hij voor veel geld een zak xtc wil verkopen. Hij gaat akkoord.
Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Anomietheorie
B
Etikettentheorie
C
Bindingstheorie
D
Aangeleerd gedragstheorie
Slide 19 - Quizvraag
Willem heeft in de gevangenis gezeten. Als hij terugkomt, merkt hij dat zijn buren hem niet vertrouwen. Zijn vrienden en familie willen hem niet meer zien. Hij heeft wel nog vrienden uit de gevangenis. Zij halen hem over tot een gewapende overval.
Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Bindingstheorie
B
Etikettentheorie
C
Rationele-keuze theorie
D
Aangeleerd gedragstheorie
Slide 20 - Quizvraag
Samija jat soms dure kleding uit de winkel. Maar in de meeste winkels hangen nu camera’s, en het personeel let steeds beter op. Ze besluit dat de kans te groot is dat ze wordt gepakt, en ze stopt.
Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Neutraliseringstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Aangeleerd gedragstheorie
D
Anomietheorie
Slide 21 - Quizvraag
Diégo hangt vaak met vrienden op straat. Ze trappen fietsen kapot, gooien stenen naar auto’s en bekladden de muren. Geinig, toch? Diégo heeft niet het idee dat het écht zijn schuld is dat ze dit doen, maar hij doet wel altijd mee.
Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Neutraliseringstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Aangeleerd gedragstheorie
D
Anomietheorie
Slide 22 - Quizvraag
Als de vader van Jan boos is, geeft hij de moeder van Jan wel eens een klap. Jan leert hierdoor niet hoe hij goed met woede kan omgaan. Als hij boos is, gaat hij slaan en vechten.
Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Anomietheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Aangeleerd gedragstheorie
D
Bindingstheorie
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Mag de politie iemands internet geschiedenis bekijken? Tegenwoordig kan je aangehouden worden als je op internet zoekt naar informatie voor het maken van een bom.
De anti-terreurwet staat toe dat privacy eventueel geschonden mag worden om terrorisme te bestrijden.
In dit geval lijken de rechten van de burger dan even minder belangrijk, de vraag is dan: hoeveel privacy willen we inleveren voor een veilige samenleving?
Dit noemen we het dilemma van de rechtsstaat.
Het dilemma
Slide 25 - Tekstslide
Uit onderzoek blijkt dat de maatschappelijke positie en afkomst van een verdachte nog steeds een rol kunnen spelen in het strafproces, ook wel klassenjustitie genoemd.
Voor deze ongelijke behandeling zijn verschillende oorzaken te noemen;
Politie, OvJ's en rechters kunnen vooroordelen hebben (etnisch profileren).
Er is een grotere pakkans (winkeldieven pak je sneller dan fraudeurs).
Mensen met een migratie-achtergrond worden naar verhouding zwaarder gestraft.
Een gebrek aan kennis over de achtergrond van de jongeren speelt een rol.
Verschillen in inkomen, opleiding, scholing en cultuur (verdediging).