Bron F chapitre 6 (au café)
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoeveel verschillende kaassoorten bestaan er in Frankrijk?
A
365
B
Ongeveer 100
C
Tussen de 400 en 500
D
691
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel baguettes worden er jaarlijks in Frankrijk verkocht?
A
100 miljoen
B
3,5 miljard
C
123.456.789
D
10 miljard
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent: 'la gastronomie'?
A
de gastvrijheid
B
wijn bij het eten
C
de gastenlijst
D
de kookkunst
Slide 5 - Quizvraag
Welke Franse merken ken je?
Sleep het product naar het juiste merk.
Danone
La vache qui rit
Orangina
Bonduelle
Une boisson à l'orange
le fromage
les haricots verts
les yaourts
Slide 6 - Sleepvraag
Als je iemand een lekkere maaltijd wenst, dan zeg je:
A
bon voyage
B
bonne chance
C
bon appétit
D
bonnes vacances
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Video
Wat neemt de mevrouw als hoofdgerecht?
Slide 9 - Open vraag
Wat wil het kind als hoofdgerecht?
Slide 10 - Open vraag
Wat is het Franse woord voor drankje?
Slide 11 - Open vraag
Wat bestelt de meneer te drinken?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Repondez à la question
A
Bonjour!
B
Au revoir!
Slide 14 - Quizvraag
Repondez à la question
A
Oui je voudrais un coca
B
Oui je voudrais le steak tartare
Slide 15 - Quizvraag
Welke vraag hoort bij het antwoord wat je hoort?
A
Vous voulez la carte?
B
Quel est le plat du jour?
C
Vous voulez boire quelque chose?
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Qu'est-ce que vous désirez comme plat principal?
