Wat is belangrijk voor de toets?

• Nask2
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Toets hoofdstuk 5

Algemeen:

Zorg dat je alle dikgedrukte woorden (begrippen) kan uitleggen!

De betekenis hiervan staat achterin het leerboek

Rekenvaardigheden is herhaling uit hoofdstuk 3 & komt niet op de toets

5.1

- Begrippen!!!!!

- Bron 3 & 4

- Hoe werk je met een brander

   --> de verschillende vlammen

  --> denk aan het practicum, hoe zet je een brander aan, etc.

5.2

- Begrippen!!!!!

- bron 1

- Je moet kunnen uitleggen waar verschillende blusmiddelen geschikt voor zijn en welke brandvoorwaarde ze weg halen

5.3

- Begrippen!!!!!

- bron 3 & 4, deze moet je kunnen uitleggen

- Je moet een kloppende reactievergelijking van een volledige verbranding op kunnen stellen

5.4

- Begrippen!!!!! 

- Je kan uitleggen hoe een koolmono-oxide vergiftiging ontstaat

- Je moet een kloppende reactievergelijking van een onvolledige verbranding op kunnen stellen

5.4

- Begrippen!!!!! 

- Bron 2

- Je moet uit kunnen leggen hoe verschillende stoffen (bijvoorbeeld CFK's) invloed hebben op het milieu

Let op!

In de begrippenlijst achterin het boek staat achter koolstofmono-oxide dat de molecuulformule CO₂ is, dit klopt niet!

CO₂ = koolstofdioxide

CO = koolstofmono-oxide

Oefening

Schrijf van de stoffen hieronder de kloppende reactievergelijking op van een volledige & onvolledige verbranding:

Butaangas: C₄H₁₀

Vaste stof glucose: C₆H₁₂O₆

Methaan gas: CH₄

Propaangas: C₃H₈

_{Klaar, begin met het voorbeeldproefwerk of ga leren voor de toets}

Oefening

Volledige verbranding:

2 C₄H₁₀ (g) + 13 O₂ (g) --> 8 CO₂ (g) + 10 H₂O _(g)

C₆H₁₂O₆ (s) + 6 O₂ (g) --> 6 CO₂ (g) + 6 H₂O (g)

CH₄ (g) + 2 O₂ (g) --> CO₂ (g) + 2 H₂O (g)

C₃H₈ (g) + 5 O₂ (g) --> 3 CO₂ (g) + 4 H₂O (g)

Oefening

Onvolledige verbranding:

2 C₄H₁₀ (g) + 9 O₂ (g) --> 8 CO (g) + 10 H₂O _(g)

C₆H₁₂O₆ (s) + 3 O₂ (g) --> 6 CO (g) + 6 H₂O (g)

2 CH₄ (g) + 3 O₂ (g) --> 2 CO (g) + 4 H₂O (g)

2 C₃H₈ (g) + 7 O₂ (g) --> 6 CO (g) + 8 H₂O (g)