woordenschat blok 1

Wat doet een voorzitter?
A
de leiding in een vereniging
B
Steelt geld van de club
C
de baas van het bestuur
D
schrijft alle gemaakte afspraken op
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat doet een voorzitter?
A
de leiding in een vereniging
B
Steelt geld van de club
C
de baas van het bestuur
D
schrijft alle gemaakte afspraken op

Slide 1 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je ontheven wordt uit je functie?

Slide 2 - Open vraag

Wat betekent waarderen?
A
Het fijn vinden wat een ander doet
B
Een hekel hebben aan wat een ander doet
C
Iets is veel geld waard
D
voor drukte of actie zorgen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is beslechten?
A
iets stouts doen
B
bij een wedstrijd een winnaar aanwijzen
C
bij een wedstrijd een verliezer aanwijzen
D
ruzie maken

Slide 4 - Quizvraag

Welke 3 moeilijke woorden hoorden ook alweer bij vriendschap?

Slide 5 - Open vraag

wat doet een antropoloog?
A
bestuderen van dieren in andere landen
B
bestuderen van verschillende volken
C
bestuderen van gebruiken in andere landen
D
bestuderen hoe mensen in andere landen leven

Slide 6 - Quizvraag

Wat doe je als je iemand iets op het hart drukt?

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent ondoorgrondelijk
A
onwijs grappig
B
erg charmant
C
niet te begrijpen
D
super slim

Slide 8 - Quizvraag

Welke vier moeilijk woorden zijn onderdeel van je been?

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent de charme?
A
het leuke, aantrekkelijke
B
het niet leuke, onaantrekkelijke
C
iets wat afstotelijk is
D
iets wat erg leuk is om te doen

Slide 10 - Quizvraag

Waar zit je wreef?
A
bovenkant voet
B
dat is hetzelfde als je hiel
C
achterkant van je been
D
voorkant van je been.

Slide 11 - Quizvraag

Bonus vraag: Wat doe je als je door de knieën gaat?

Slide 12 - Open vraag