Je kan het onderwerp van een tekst of filmpje bepalen.
Je kan de hoofdgedachte van een tekst of filmpje bepalen.
Slide 3 - Tekstslide
Nakijken
Lezen §1 opdracht 5, vraag 1 (alleen voor tekst 2), blz. 13-14
Lezen §1 opdracht 8, blz. 15-16
Slide 4 - Tekstslide
Onderwerp
Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst.
Je kunt met één woord of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld: goochelen of gezonde snacks.
Als je weet wat het onderwerp van een tekst is, begrijp je de tekst beter wanneer je hem helemaal gaat lezen.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe vind je het onderwerp?
Lees de tekst oriënterend.
Geef een zo kort mogelijk antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?
Slide 6 - Tekstslide
Hoofdgedachte
De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
Bij het onderwerp 'kleding' kan de hoofdgedachte bijvoorbeeld zijn: 'We gooien steeds meer kleding weg.' Maar ook: 'Via sociale media en internet kun je tegenwoordig gemakkelijk kleding ruilen.'
Slide 7 - Tekstslide
Hoe vind je de hoofdgedachte?
Lees de tekst precies.
Kijk aan het begin en het eind van de tekst of de hoofdgedachte daar letterlijk staat.
Als dit niet zo is, vraag je dan af wat het antwoord is op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?
Slide 8 - Tekstslide
Oefenen
Opdracht 1, tekst 1, blz. 18-19
Vraag 1: we lezen de tekst oriënterend
Vraag 2: we lezen de tekst precies
Vraag 3 slaan we over
Slide 9 - Tekstslide
Oefenen
Opdracht 3, tekst 2, blz. 19
We lezen samen de tekst
Maak de opdracht in tweetallen
Na 10-15 minuten kijken we de opdracht na
Klaar? Maak puzzel 1 achterin je boek op blz. 264!
Slide 10 - Tekstslide
Oefenen
Opdracht 5, blz. 20
Vraag 3: welke tweede reden voor rokjes/ jurkjes voor jongens én meisjes?
Vraag 4 overslaan
Filmpje
Vragen beantwoorden
Nakijken
Slide 11 - Tekstslide
Vooruitblik
Morgen: Lezen §3 en Cursus 2 Media en betrouwbaarheid