Thema 3 paragraaf 2

Hallo allemaal!
Vandaag:

* Wat weten we nog?
* Uitleg basisstof 3.2 Bloedsomloop
* Zelfstandig opdrachten maken

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal!
Vandaag:

* Wat weten we nog?
* Uitleg basisstof 3.2 Bloedsomloop
* Zelfstandig opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 3.2 Bloedsomloop

Begin met lezen van basisstof 2. De bloedsomloop

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Het bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel bij de mens bestaat uit:
- Het hart
- De bloedvaten

De weg die het bloed door het lichaam aflegt, noem je       
de bloedsomloop

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende bloedvaten

Er zijn 3 typen bloedvat:
- Slagader
- Ader
- Haarvat

Slide 5 - Tekstslide

Slagader
Het bloed dat uit het hart wordt gepompt komt terecht in de slagaders.

Wanden van slagaders zijn dik, 
gespierd en elastisch



Slide 6 - Tekstslide

Haarvaten
Slagaders vertakken zich in steeds kleinere bloedvaten: 
de haarvaten.

De wand is maar 1 cel dik
zo kan het zuurstof makkelijk
uitgewisseld worden

Slide 7 - Tekstslide

Ader
De haarvaten komen uit in de ader. 
De bloeddruk is laag in de aderen. 

Het hart zuigt het bloed terug, maar 
veel aders bevatten kleppen.
Deze kleppen zorgen ervoor dat 
het bloed maar 1 richting op kan

Slide 8 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Het hart is een dubbele pomp.

Rechterhelft van het hart:
pompt het bloed naar de longen

Vanuit de longen weer terug naar 
de linkerkant van het hart.

Slide 9 - Tekstslide

Grote bloedsomloop
Vanuit de kleine bloedsomloop komt
in de linkerhelft van het hart
zuurstofrijk bloed terecht.

Het hart pompt dit zuurstofrijke 
bloed door het hele lichaam. Het
zuurstofarme bloed komt weer
terug de rechterhelft van het hart.
Dit is de grote bloedsomloop

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten bij deze basisstof:
Opdrachten bij basisstof 3.2 De bloedsomloop
Opdracht: 1, 2, 3, 5, 6 en 7
Blauwe woorden + betekenis
Super interessant of tijd over? Maak opdracht 8 en 9

Slide 11 - Tekstslide