Les 4 Deel 2 Dier Basisgezondheid

• Dierverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Les 4 Deel 2 Dier Basisgezondheid

Ectoparasieten

Leven in of op de huid van een dier.

- Voeden zich met:

• Huidschilfers
  
• Bloed
  
• Ander lichaamsmateriaal

Sommige komen alleen even bloed prikken en andere leven altijd in de huid

Er wordt onderscheid gemaakt tussen insecten en spinachtigen!

Wat is een voorbeeld van een ectoparasiet?

1. Spoelworm
2. Maag-darm parasiet (Giardia)
3. Haakworm
4. Luis

Insecten met vleugels

• Vliegen
  
• Muggen
  
• Horzels

Deze insecten brengen ziektes over, zorgen voor onrust, steken en prikken bloed.

Zandvliegen kunnen bijvoorbeeld Leishmaniasis overbrengen.

• Nestelt zich in de lever, mild, beenmerg en lymfeklieren
  
• Dier komt er bijna nooit vanaf
  
• Enkele maanden tot soms wel meer dan 7 jaar tot de symptomen komen
  
• Lusteloos, bloedarmoede, schilferige vacht, leverschade etc.
  

Wat is GEEN voorbeeld van een insect met vleugels?

1. Vliegen
2. Vlooien
3. Muggen
4. Horzels

Insecten zonder vleugels

Vlooien en luizen

 

Luizen zijn klein en langwerpig

2 soorten:

• Zuigende luis, komt nooit bij de kat voor
  
• Bijtende luis, bij veel diersoorten
  

Levenscyclus: van ei tot tot ei duurt 4 weken

De zuigende luis komt nooit voor bij de kat

1. Waar
2. Niet waar

Spinachtigen

Het lichaam bestaat uit 1 stuk met 8 poten.

De teken en mijten komen het meeste voor bij dieren

 

Teken:

• Voorjaar en herfst
  
• Laten zich op een gastheer vallen

Kunnen ziektes overbrengen:

• De ziekte van Lyme: verkleuring huid, moe, spier en gewrichtspijn, hart problemen
  
• Babesiose: koorts, bloedarmoede, donkere urine en nierfalen.
  

Teken komen met name voor in het voorjaar en het najaar

1. Waar
2. Niet waar

Mijten

Hebben geen voelsprieten of vleugels en zijn kleiner dan de teek

De monddelen:

•  Zuigen bloed of onder vloeistof
  
•  Houden zich vast aan de gastheer
  

Door het eten van huidschilfers en het 

vasthouden van de huid ontstaat schurft

Schurft is een gevolg van mijten

1. Waar
2. Niet waar

En hoe nu verder?

Maken opdracht 2 van werkblad 4 (vragen uit de lesbundel)

Volgende les:

Nakijken werkblad 

Maken schema over endo- en ectoparasieten