14.3-1 Zenuwstelsel 5H 2425

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

14.3-1 Het zenuwstelsel 

Lesdoel 14.3 deel 1

Bouw van het zenuwstelsel.

Leerdoelen 7 en 8.

Functie

Centraal zenuwstelsel

Zenuwcellen in je 

hersenen en ruggenmerg.

Centrale verwerking van 

informatie.

Decentraal zenuwstelsel

Zenuwcellen in de rest van je

lichaam.

Stuurt informatie van zintuigen 

naar je hersenen.

Stuurt informatie van je hersenen

naar je spieren/klieren

Centraal                     

zenuwstelsel

Centraal zenuwstelsel

Grote hersenen: denken, emoties, plannen, herinneren, verwerken berichten van zintuigen, aansturen spieren

Kleine hersenen: coördineren bewegingen

Hersenstam: ademhaling, slikken

Ruggenmerg: verbinding naar rest van het lichaam

Grote hersenen

Zenuwcellen

Gevoelszenuwcellen

Schakelcellen

Bewegingszenuwcellen

Zenuwen

Bundels uitlopers van zenuwcellen in

het lichaam.

Meestal gemengde zenuwen (zowel 

uitlopers van gevoelszenuwcellen 

als bewegingszenuwcellen).

Zenuwcellen

Vraag 1

Iemand raakt met een arm een heet voorwerp aan en schreeuwt: "Au!".

Via welke typen zenuwcellen zijn dan impulsen geleid?

1. gevoelszenuwcellen
2. schakelcellen
3. bewegingszenuwcellen

1, 2 en 3

Lesdoel 14.3 

• Je legt het verschil uit tussen het animale en het autonome zenuwstelsel (leerdoel 7)
• Je beschrijft de bouw en werking van de onderdelen van het centrale en perifere zenuwstelsel (leerdoel 8)

Huiswerk

Maak de opdrachten van 

14.3: leerdoelen 7 en 8