14.3 Je zenuwstelsel 5H 14.4 zenuwcellen

14.3 Zenuwstelsel deel 1
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

14.3 Zenuwstelsel deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud hoofdstuk
14.1 De ene spier is de andere niet
14.2 Je gezichtszintuig
14.3 Zenuwstelsel
14.4 Zenuwcellen
14.5 Hormonen


Slide 2 - Tekstslide

Doel 14.3

  • Je kunt de functionele opdeling van het zenuwstelsel en de anatomische opdeling van het zenuwstelsel benoemen
  • Je kunt beschrijven uit welke onderdelen het centraal zenuwstelsel bestaat
  • Je kunt de functie van de verschillende delen van het centraal zenuwstelsel noemen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Centraal zenuwstelsel
Zenuwcellen (neuronen) van de 
hersenen en ruggenmerg 
met ondersteunende cellen.


Slide 5 - Tekstslide

Perifeer zenuwstelsel
(Uitlopers van) zenuwcellen, 
gebundeld in zenuwen, die 
zintuigen verbinden met het CZS en
het CZS met spieren en klieren.

Zenuw= bundel zenuwceluitlopers


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Animaal zenuwstelsel
Ontvangt informatie van de zintuigen, verwerkt en koppelt op de juist manier aan je spieren
.
Grote betrokkenheid van de cortex/ grote hersenen.

Aansturing skeletspieren.

Slide 8 - Tekstslide

Autonoom zenuwstelsel
Alle zaken die je zenuwstelsel regelt zonder dat je je hier bewust van bent: beïnvloeding van organen als darmen, hart, longen.

Grote betrokkenheid hypothalamus, hersenstam.

Aansturing gladde spieren.
 


Slide 9 - Tekstslide

Autonoom zenuwstelsel
Bestaat uit twee delen:

Orthosympatisch zenuwstelsel: actie

Parasympatisch zenuwstelsel: rust en herstel
 


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Organen gekoppeld via de grensstrengen.
Orthosympatisch zenuwstelsel

Slide 12 - Tekstslide

Organen gekoppeld via zwervende zenuw.
Parasympatisch zenuwstelsel

Slide 13 - Tekstslide

Anatomie hersenen + functies
BINAS 88C1

Slide 14 - Tekstslide

Grote hersenen

Slide 15 - Tekstslide

Anatomie grote hersenen 
  • Twee helften
  • Schors en merg 
schors

merg

Slide 16 - Tekstslide

Grote hersenen/ schors
Primaire sensorische schors
waarnemen van sensorische informatie

Slide 17 - Tekstslide

Grote hersenen/ schors
Secundaire sensorische schors
interpretatie van de ontvangen signalen/ geheugen

Slide 18 - Tekstslide

Grote hersenen/ schors
Primaire auditieve schors
ontvangt signalen van het gehoorzintuig/ gewaarwording. Inkomend.

Slide 19 - Tekstslide

Grote hersenen/ schors
Secundaire auditieve schors
interpretatie van de ontvangen signalen/ geheugen

Slide 20 - Tekstslide

Grote hersenen/ schors
Primaire motorische schors
stuurt de spieren/ klieren aan.
Uitgaand.

Slide 21 - Tekstslide

Grote hersenen/ schors
Secundaire motorische schors
opgeslagen informatie over gecoördineerd uitvoeren van bewegingen. Motorprogramma's.

Slide 22 - Tekstslide

Anatomie grote hersenen 
Ontvangt informatie van de linkerkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de linkerkant aan.
Ontvangt informatie van de rechterkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de rechterkant aan.
L                      R

Slide 23 - Tekstslide

Projectie

Slide 24 - Tekstslide

Projectie

Slide 25 - Tekstslide

Anatomie hersenen (88C1)

Slide 26 - Tekstslide

Kleine hersenen
Coördinatie
bewegingen.
Werkt dus samen 
met de primaire en
secundaire 
motorische schors.

Slide 27 - Tekstslide

Hersenstam

Slide 28 - Tekstslide

Hersenstam
Coördineert allerlei 
lichamelijke
basisfuncties.


Slide 29 - Tekstslide

Ruggenmerg
Verbinding tussen hersenen
en de rest van het lichaam.
Zintuiginformatie van lichaam
naar hersenen.
Bewegingsinformatie van hersenen
naar spieren/ klieren.

Slide 30 - Tekstslide

Zenuwcellen
Zenuwweefsel bestaat uit zenuwcellen en ondersteunende cellen.
Zenuwcellen hebben een cellichaam (waar de kern zit) en uitlopers (lange 'armen' van de cel)

Slide 31 - Tekstslide

Zenuwcellen
De uitlopers van zenuwcellen kunnen wel 1 meter lang zijn.
De cellichamen van zenuwcellen zitten allemaal dichtbij of in het centrale zenuwstelsel

Slide 32 - Tekstslide

Zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen/ sensorische neuronen hebben uitlopers bij zintuigcellen. Ze geven een impuls door richting het centrale zenuwstelsel.

Slide 33 - Tekstslide

Zenuwcellen
Schakelcellen ontvangen impulsen van gevoels-zenuwcellen of van andere schakelcellen. Ze geven impulsen door aan schakelcellen of bewegingszenuwcellen.
Alleen in centraal zenuwstelsel

Slide 34 - Tekstslide

Zenuwcellen
Bewegingszenuwcellen/ motorische neuronen
ontvangen impulsen van schakelcellen. Ze geven impulsen door aan spieren 
of klieren

Slide 35 - Tekstslide

Zenuwen
Gemengde zenuwen:
zowel uitlopers van sensorische als van motorische zenuwcellen.
Dus zowel ingaand als uitgaand verkeer.

Slide 36 - Tekstslide

Zenuwen
Zenuwen zijn bundels met uitlopers van zenuwcellen. Deze uitlopers zijn geisoleerd met een beschermlaagje. Om de zenuw heen zit ook nog een stevige beschermlaag.

Slide 37 - Tekstslide

Diepte zien
In het chiasma opticum kruisen de
oogzenuwen elkaar gedeeltelijk.
Hierdoor vallen de beelden van het 
rechterdeel van het gezichtsveld van
beide ogen samen aan de linkerkant
van je brein (en andersom).

Slide 38 - Tekstslide

Doel 14.3

  • Je kunt de functionele opdeling van het zenuwstelsel en de anatomische opdeling van het zenuwstelsel benoemen
  • Je kunt beschrijven uit welke onderdelen het centraal zenuwstelsel bestaat
  • Je kunt de functie van de verschillende delen van het centraal zenuwstelsel noemen

Slide 39 - Tekstslide

Begrippen 14.3

animale en  autonome zenuwstelsel, orthosympatisch en parasympatisch zenuwstelsel, centraal en perifeer zenuwstelsel, hersenen, ruggenmerg, grote hersenen, hersenschors, kleine hersenen, hersenstam, sensorische schors, motorische schors, primaire schors, secundaire schors

Slide 40 - Tekstslide