In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2, §2: Werken en de overheid
Deltion ICT Lyceum
2024-2025
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
▸ Kun je uitleggen wat een verzorgingsstaat inhoudt en wat sociale zekerheid is.
▸ Kun je beschrijven hoe de overheid ondernemers stimuleert.
▸ Kun je beschrijven hoe de overheid werknemers beschermt.
▸ Ken je twee wetten die sociale zekerheid regelen.
▸ Kun je een loonstrook lezen en begrijp je op welke onderdelen daarvan de overheid invloed heeft.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Stel je start een eigen bedrijf:
▸ Wat moet er geregeld worden?
▸ Op welke manieren krijg je te maken met de overheid?
Slide 3 - Tekstslide
In Nederland heeft iedereen die werkt te maken met de overheid, bijvoorbeeld door wetten, regels en belastingen.
Bekijk met studenten de kop:
'Plannen voor verplichte basisverzekering arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen’.
Dit is een voorbeeld van hoe je als zelfstandig ondernemer te maken kunt krijgen met de overheid.
Vraag vervolgens: "Als je een eigen bedrijf start, wanneer krijg je dan te maken met de overheid?"
Geef deze voorbeelden:
Je hebt misschien een vergunning nodig (via de gemeente).
Voor een horecabedrijf moet je je aan openingstijden houden.
Je moet zorgen voor (brand)veiligheid volgens de regels (brandweer/gemeente).
Bij voedselbereiding gelden regels voor voedselveiligheid (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit).
Als je personeel aanneemt, moet je: zorgen voor een veilige werkomgeving (Arbo-regels), salarissen betalen volgens de CAO, belastingen en premies betalen.
Daarnaast betaal je btw, accijns (bijvoorbeeld op alcohol) en inkomstenbelasting.
Werken en de overheid
Als werknemer heb je in Nederland veel te maken met de overheid, door bijvoorbeeld:
▸ regels
▸ wetten
▸ kwaliteitseisen
▸ belastingen en premies
Slide 4 - Tekstslide
In Nederland speelt de overheid een grote rol in het werkleven, of je nu werknemer, werkgever of ondernemer bent. Dit merk je bijvoorbeeld in regels, wetten, belastingen en sociale zekerheid. Bespreek met de studenten hoe de overheid invloed heeft en wat ze daarvoor doet.
Laat studenten voorbeelden bedenken bij de drie punten, zoals
- bijvoorbeeld subsidie voor research en innovatie
- bijvoorbeeld mededingingswetgeving (eerlijke concurrentie)
- bijvoorbeeld uitkeringen bij ziekte en werkloosheid
Slide 5 - Video
Kijk samen met de studenten naar het filmpje ‘De verzorgingsstaat’.
Bespreek daarna het filmpje en stel deze vragen:
- Wie zorgt voor wie in een verzorgingsstaat?
- Hoe wordt er gezorgd? Denk aan financieel, economisch, medisch, of op de arbeidsmarkt.
- Wat hoort er volgens jullie wel en niet bij een verzorgingsstaat?
Sociale zekerheid
Sociale zekerheid zijn de wettelijke maatregelen die zorgen voor financiële zekerheid van mensen ten tijde van: pensioen, ziekte, arbeidsongeschiktheid,
overlijden van naasten en werkloosheid.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit:
Sociale zekerheid bestaat uit wetten die mensen financieel beschermen in situaties zoals:
- als je met pensioen gaat;
- bij ziekte;
- als je arbeidsongeschikt raakt;
- bij het overlijden van een naaste;
- als je werkloos wordt.
In een verzorgingsstaat zorgt de overheid voor het welzijn van haar burgers. Maar in de afgelopen jaren is dit idee veranderd. Er wordt nu meer nadruk gelegd op zelfredzaamheid: burgers moeten meer zelf regelen en oplossen. Dit wordt ook wel een participatiesamenleving genoemd.
Discussier hier eventueel over: - Is dit een goede ontwikkeling?
- Kan iedereen dit wel zelfstandig doen?
Verzekeringen & voorzieningen
Weet jij het verschil?
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het verschil tussen een sociale voorziening en een sociale verzekering?
Slide 8 - Open vraag
Een sociale verzekering is iets waar je premie voor betaalt, zoals bij een zorgverzekering of pensioen. Je krijgt hulp als je premie hebt betaald.
Een sociale voorziening is voor iedereen, ook als je geen premie hebt betaald. Dit wordt betaald door belasting, zoals bij de bijstand.
Wat is het verschil tussen premie en belasting?
Slide 9 - Open vraag
Premie betaal je voor een specifieke verzekering.
Je betaalt zorgpremie voor je zorgverzekering, zodat je medische kosten kunt laten vergoeden.
Belasting betaal je aan de overheid voor algemene dingen.
Je betaalt inkomstenbelasting aan de overheid, die het gebruikt voor dingen zoals scholen en wegen.
Wat is het verschil tussen een volksverzekering en een werknemersverzekering?
Slide 10 - Open vraag
Volksverzekering: Voor iedereen in Nederland, zoals AOW (pensioen) en ANW (nabestaanden).
Werknemersverzekering: Alleen voor mensen in loondienst, zoals WW (werkloosheid) en WIA (arbeidsongeschiktheid).
Slide 11 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Minimumloon
Slide 12 - Tekstslide
De overheid bepaalt hoe hoog het minimumloon is. Sinds 1 januari 2024 is het verplicht dat werkgevers hun werknemers minimaal het vastgestelde minimumuurloon betalen. Dit minimumuurloon geldt voor iedereen van 21 jaar en ouder. Als je jonger bent dan 21, heb je recht op het minimumjeugdloon.
In 2023 is het minimumloon al flink verhoogd. Veel politieke partijen in de Tweede Kamer vonden dit belangrijk. Zij vonden dat een hoger minimumloon mensen helpt om financieel beter rond te komen. Ook zou het aantrekkelijker worden om te werken in plaats van een uitkering te ontvangen. Partijen zoals de VVD vonden wel dat uitkeringen niet automatisch mee omhoog moeten gaan met het minimumloon. Dit zou mensen meer stimuleren om aan het werk te gaan.
Aan de slag!
Opdracht 6, 8 & 10 Maak opdracht 6, 8 & 10 vanaf bladzijde 36 in je werkboek.
Klaar? Maak dan opdracht 7 op blz. 38.
timer
15:00
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Succes deze week, en tot de volgende les!
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Voorbeeld van een loonstrook
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht 10 – De overheid en je loonstrook (bladzijde 42)
Voorbeelden van goede antwoorden:
1. Gegevens werknemer – Overheid heeft invloed op hoogte van je salaris door wet- en regelgeving over bijv. minimumloon en cao. De overheid heeft
jouw gegevens hiervoor nodig.
2. Gegevens werkgever – Werkgevers zijn verplicht belastingen en premies af te dragen. Hiervoor zijn gegevens van de werkgever nodig.
3. Wettelijk minimumloon – Overheid stelt het minimumloon vast.
4. Brutoloon - Dit is het uitgangspunt voor de overheid om werknemerslasten te berekenen.
5. Nettoloon - Overheid verplicht werkgevers belastingen en premies af te dragen en bepaalt hoe hoog die zijn, wat je netto overhoudt bepaalt dus eigenlijk de overheid. Hangt af van wat er (door de overheid) aan belastingen en premies wordt ingehouden.
6. Vakantietoeslag - Volgens de wet is vakantietoeslag verplicht, in sommige gevallen kunnen werkgever en werknemer er andere afspraken over maken of het anders vastleggen in de cao.
7. Loonheffing - Het bedrag dat moet worden ingehouden voor belastingen en premies, af te dragen aan de overheid. Overheid verplicht werkgevers belastingen en premies af te dragen en bepaalt hoe hoog die zijn.
8. Gewerkte uren - In de arbeidstijdenwet heeft de overheid vastgelegd hoeveel je baas je mag laten werken, hoeveel rust, pauze etc. werknemers moeten krijgen.