5V Thema 5 BS 5 aangepast cindy

Reageren op de omgeving
5V
Thema 5
BS 5
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Reageren op de omgeving
5V
Thema 5
BS 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen hoe planten reageren op hun omgeving en welke hormonen daarbij betrokken zijn
  • Je kunt uitleggen welke typen afweermechanismen planten hebben
  • Je begrijpt dat er een wedloop is tussen planten en hun milieu.

Programma:
1. Testje vorige paragrafen! 
2. Uitleg: planten reacties
    - Twee soorten tropisme
    - Ethyleen
    - Gibberline 
    - Afweer

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schuif de woorden naar de juiste plaats.
Helmknop
Zaadbeginsel
Stijl
Kelkblad
Stamper
Stuifmeel
Meeldraad

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het mannelijk deel van de bloem?
A
Meeldraad
B
Stamper
C
Kroonblad
D
Kelkblad

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. De kroonbladen van insectenbloemen bloemen zijn meestal 
   .......... / ..........        en  ........................... / .......................

2 De kroonbladeren  van windbloemen zijn meestal ............  / .......   en ........................ / ..................  

3 Insectenbloemen maken ............/ .......... stuifmeelkorrels dan windbloemen

Wat zijn de eigenschappen van insectenbloemen en windbloemen? Sleep een vinkje naar de goede eigenschap
Opvallend 
Onopvallend
Groot
Klein
meer
minder
Groot
Klein
Opvallend 
Onopvallend

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De osmotische waarde van de sluitcellen van huidmondjes kan worden verhoogd door opname van Kalium-ionen via de celmembraan en de vacuolemembraan.
Wat gebeurt er dan daarna?
A
Water volgt door osmose en de huidmondjes gaan open
B
Water volgt door osmose en de huidmondjes gaan dicht
C
De sluitcellen staat water af en de huidmondjes gaan open
D
De sluitcellen staan water af en de huidmondjes gaan dicht

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer doet een plant aan aerobe dissimilatie?
A
Als er licht is
B
vanaf 12:00 uur 's middags
C
Altijd
D
Als het donker is

Slide 7 - Quizvraag

Een plant doet 24/7 aan dissimilatie, maar alleen als er licht is aan assimilatie. 
De rode lijn is het zonneblad en de blauwe het schaduwblad op een plant. Bij P is de netto CO2-opname gelijk voor beide bladeren.

De intensiteit van de fotosynthese in P bij zonnebladeren is ..
A
groter dan die van schaduwbladeren
B
kleiner dan die van schaduwbladeren
C
gelijk aan die van schaduwbladeren

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wanneer is de lichtintensiteit beperkend voor de fotosynthese-activiteit?

A
Tussen 0 en 2 lux
B
Tussen 2 en 4 lux
C
Tussen 5 en 7 lux

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beperkende factor voor fotosynthese bij verlichtingssterkte P en een temperatuur van 15 °C?
A
Temperatuur
B
verlichtingssterkte
C
CO2 gehalte
D
Hoeveelheid chlorofyl

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beperkende factor voor fotosynthese bij verlichtingssterkte P en een temperatuur van 25 °C?
A
Temperatuur
B
verlichtingssterkte
C
CO2 gehalte
D
Hoeveelheid chlorofyl

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reacties van planten op interne en externe signalen
  • Waardoor groeien wortels altijd de bodem in?
  • Waardoor groeit een kiemplant altijd omhoog?
  • Waardoor rijpen alle vruchten zo ongeveer tegelijk af?
  • Waardoor draait een zonnebloem met de zon mee?
  • Wat hebben nicotine, caffeine, latex en capsicum met elkaar gemeen?
  • Waarom prikt je mond na het eten van kiwi of ananas? 
  • En waarom zijn de bananen krom?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reageren 
Planten reageren op hun omgeving door groei en ontwikkeling aan te passen, of met afweermechanismen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van hormonen.
- Auxine
- Gibberelline
- Ethyleen

Slide 13 - Tekstslide

Leuk weetje: De plant rechtsonder was al in het Mesozoïcum zwaar bewapend – tegen dino-vraat!
  
Auxine
= hormoon dat lengtegroei bevordert door celstrekking.

Licht remt auxine productie, daardoor meer celstrekking aan schaduwzijde: fototropie: stengel groeit naar licht.
Invloed van zwaartekracht op richting groei: geotropie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fototropie en geotropie
Invloed van licht op auxine
Positieve fototropie: stengel groeit naar licht toe
Negatieve fototropie: Stengel groeit van licht af


Invloed van zwaartekracht op auxine
Positieve geotropie: wortel groeit met zwaartekracht mee
Negatieve geotropie: stengel groeit tegen zwaartekracht in

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LET OP: Wortel en stengel reageren dus anders op auxine! 
- in wortel remt auxine de celstrekking

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En als er geen zwaartekracht is?
Verschil, maar gaat toch
meestal goed.
Fototropie vult aan.
Groei van oorsprong weg
is ingebouwd.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stengel en wortel gehad, nu naar de vruchten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gibberelline 
= Hormoon dat de groei van vruchten stimuleert. Gemaakt door zaden in vruchten.

  • Zaadloze druiven zijn kleiner dan zaaddragende druiven > Wij willen grote zaadloze druiven, dus....
  • Jonge zaadloze druiven met gibberelline bespuiten > even groot als zaaddragende druiven.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethyleen
= hormoon dat rijping van fruit stimuleert. Wordt door fruit zelf afgegeven. Gas --> handig want verspreid makkelijker

--> veel door bananen, appels en tomaten DUS leg deze niet bij paprika of komkommer bv!

Hierdoor worden enzymen gemaakt, zoals pectinase, waardoor pectine (koolhydraat in celwand) afgebroken wordt en fruit zacht wordt.


Slide 22 - Tekstslide

Normaal houdt pectine de plantcellen dicht bij elkaar houdt (daarom is het hard) 

https://www.bnnvara.nl/kassa/artikelen/artikel-groente-en-fruit-in-de-koelkast-wat-wel-en-wat-niet
Ethyleen stimuleert:
  • geur en kleur verandering
  • zachter worden van het vruchtvlees
  • omzetting van zetmeel en zuren in suikers > osmotische waarde omhoog
  • Groen geplukt, geel gegeten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming tegen vraat
Drie typen:
  1. mechanische afweer: haren, stekels, etc
  2. chemische afweer: cafeïne, nicotine
  3. indirecte afweer: de natuurlijke vijand wordt gelokt

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Caffeine (zelfde is coffeine) is verlammend en nicotine dodelijk! 
Glucobrassicine lokken insecten naar hun bladeren (bv koolwitjes) als natuurlijke vijhand.
Gevlekte Scheerling

Slide 26 - Tekstslide

De plant bevat het zenuwgif coniine, dat in kleine hoeveelheden al de dood tot gevolg heeft. Het sap van de zeer giftige plant werd door de oude Grieken gebruikt om bij misdadigers door middel van de gifbeker een doodvonnis te voltrekken. Men meent dat Socrates met het gif van de gevlekte scheerling is gedood.
Hulp inschakelen? --> Glucobrassicine
Natuurlijke 
vijhand van
pest 
Symbiose?

Slide 27 - Tekstslide

rups van het koolwitje --> roep sluipwest door glucobrassicine --> legt eitjes in rups --> dood.
Wapenwedloop
  • Plant-pathogenen omvatten bacteriën, fungi (schimmels), protisten, nematoden en virusen.
  • Planten en pathogenen zijn evolutionair verwikkeld in een “wapenwedloop”.
  • Pathogenen evolueren mechanismen om planten aan te vallen; planten op hun beurt evolueren nieuwe afweermechanismen tegen pathogenen.

Slide 28 - Tekstslide

Ze proberen elkaar steeds te overtreffen. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Quiz time
gelieve laptops weer te openen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De auxine concentratie is het hoogste aan de schaduwkant van de stengeltop
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn de bananen krom? Gebruik in je antwoord negatieve geotropie.

Slide 33 - Open vraag

Aan die cilinder groeit na een tijdje een bloemknop. Deze knop bevat wel 100 bloemen, en elke bloem wordt een banaan. Daarvoor heeft de bananenplant wel veel zonlicht nodig.
Als de bananen beginnen te groeien, wordt de bloemtros steeds zwaarder. Door de zwaartekracht gaat de tros naar beneden hangen. Maar de bananen willen naar boven blijven groeien, tegen de zwaartekracht in. Zo groeit de banaan krom! Dit effect heet met een moeilijk woord negatieve geotropie. Wortels van bomen en planten groeien ongeveer op een zelfde manier. Zij groeien alleen met de zwaartekracht mee. Stengels groeien juist weer net als de banaan tegen de zwaartekracht in omhoog.
Rijp fruit stimuleert op zijn beurt de vorming van nog meer ethyleen.

Hoe wordt een dergelijk proces ook wel genoemd?
A
Positieve terugkoppeling
B
Positieve stimulatie
C
Negatieve terugkoppeling
D
Negatieve stimulatie

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ethyleen stimuleert de vorming van enzymen die fruit sappiger en zoeter maken. Een voorbeeld is amylase, dat zetmeel omzet in glucose.

Welke invloed zal deze omzetting hebben op de osmotische waarde van een rijpende vrucht?
A
Osmotische waarde blijft gelijk
B
Osmotische waarde neemt toe
C
Osmotische waarde neemt af

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom worden rijpe vruchten sappiger?
A
Ethyleen verminderd de aanmaak van amylase waardoor de osmotische waarde afneemt en de vrucht meer vocht vasthoudt.
B
Water wordt uit de lucht opgenomen.
C
Ethyleen bevordert de aanmaak van amylase waardoor de osmotische waarde toeneemt en de vrucht meer vocht vasthoudt.
D
Bij oxidatieve fosforylering komt water vrij wat in de vacuole wordt opgeslagen.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Link

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Huiswerk:
BS 5 opdr. 39 t/m 43
(45 over CAM-plant, 
past meer bij 5.3)


Kun je: 
  • uitleggen hoe planten reageren op hun omgeving en welke hormonen daarbij betrokken zijn?
  • uitleggen welke typen afweermechanismen planten hebben?
timer
5:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Opfrissen en herhalen
(casino-spel)

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies