Stijlfouten oefenen

Taalverzorging oefenen 
4 havo
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging oefenen 
4 havo

Slide 1 - Tekstslide

Ook wilde de docent hem tevens vertellen, zijn werk eens op tijd in te leveren.
A
tautologie
B
goed
C
pleonasme
D
incongruentie

Slide 2 - Quizvraag

De psychiater mag niet gestoord worden.
A
woordspeling
B
alliteratie
C
pleonasme
D
geen

Slide 3 - Quizvraag

Ik zal je altijd en eeuwig trouw blijven.
A
ellips
B
pleonasme
C
tautologie
D
goed

Slide 4 - Quizvraag

Ik heb twaalf blauwe smurfen gekregen bij de Jumbo.
A
woordspeling
B
pleonasme
C
tautologie
D
goed

Slide 5 - Quizvraag

Ik heb deze twee beide lesdoelen behaald.
A
tautologie
B
pleonasme
C
geen
D
alliteratie

Slide 6 - Quizvraag

De oorzaak van uw problemen is toch echt te danken aan uw inzicht.
A
tautologie
B
pleonasme
C
verkeerd woord
D
woordspeling

Slide 7 - Quizvraag

Deze houten boomstam is heel groot.
A
tautologie
B
pleonasme
C
geen
D
ellips

Slide 8 - Quizvraag

Dat bloemenvelden bloeien in pracht en praal.
A
tautologie
B
pleonasme
C
geen
D
alliteratie

Slide 9 - Quizvraag

Belangrijk. Voor u. Voor mij. Voor ons allemaal.
A
geen
B
tautologie
C
woordspeling
D
ellips

Slide 10 - Quizvraag

Je bent wild en je jongt wat.
A
pleonasme
B
woordspeling
C
alliteratie
D
ellips

Slide 11 - Quizvraag

De haastige hertjes haalden nimmer de hoofdingang.
A
ellips
B
woordspeling
C
tautologie
D
alliteratie

Slide 12 - Quizvraag

Het woedende water welde omhoog
A
pleonasme
B
tautologie
C
alliteratie
D
geen

Slide 13 - Quizvraag

Alert betekent waakzaam.
timer
0:15
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Retorisch betekent:
timer
0:15
A
echt, origineel
B
versiering
C
middelen van de redekunst
D
uitgebreid

Slide 15 - Quizvraag

Authentiek:
timer
0:15
A
uitgebreid
B
echt, origineel
C
wat betreft auto's
D
het zelf kunnen doen

Slide 16 - Quizvraag

Een synoniem voor de oorzaak aangevend is: een ...... verband.
timer
0:15

Slide 17 - Open vraag

Confronteren betekent:
timer
0:15
A
samenkomen
B
in aanraking brengen met
C
een fout begaan
D
logisch samenhangend

Slide 18 - Quizvraag

Iets met veel elan ondernemen betekent iets met veel.... doen.
timer
0:15

Slide 19 - Open vraag

Een synoniem voor een opponent is een:
timer
0:15

Slide 20 - Open vraag

Opdracht maken
14 & 15
16 & 17

Slide 21 - Tekstslide