Nieuw Nederlands hst 1 woordenschat

Woordenschat
Herhaling: Wat is een synoniem?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Herhaling: Wat is een synoniem?

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een synoniem voor roddelen?
A
praten
B
kwaadspreken
C
zingen
D
vrouwen die praten

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor bonje?
A
bonte kleuren
B
vijf euro
C
ruzie
D
een kleine bon

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor oprecht?
A
goed
B
niet scheef
C
iemand die rechten studeert
D
eerlijk

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor gunstig?
A
voordelig
B
iets voor iemand anders doen
C
aardig
D
boos

Slide 5 - Quizvraag

Huiswerk controleren.
Opdracht 2

 1 recent: onlangs

2 fysiek: lichamelijk

3 effect: gevolg 

4 verwantschap: band

5 verzot:dol

6 ruïneerde: vernielde

7 zich bekommerden om: zorgden goed voor

8 souterrain: kelderverdieping

9 lokale: plaatselijke

10 documentaire: filmverslag



Slide 6 - Tekstslide

Maak opdracht 3

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 3


a. kommer en kwel

b. van haver tot gort

c. schots en scheef

d. pracht en praal

e. kant nog wal

f.nooit of te nimmer 



g. bont en blauw

h. voor galg en rad

i. in kannen en kruiken

j. in vuur en vlam

k. naar eer en geweten

l. pais en vrede

Slide 8 - Tekstslide

Maak opdracht 4
- Deze opdracht maak je in tweetallen!

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 4.


1. bejegenen - behandelen

2. analyseerde - onderzocht

3. duo's - tweetallen

4. verbroedert - verbindt

5. experimenteren - proeven

6. sympathieker - aardiger

7. relaties - verhoudingen

8. beleid- aanpas



9. bevreesd - bang

10. insteek - aanpak

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk

Maak opdracht 5 en 6 voor........



Slide 11 - Tekstslide