In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Thema 5 - Waarneming en gedrag
Herhaling + oefentoets
Slide 1 - Tekstslide
harde oogvlies / oogwit
pupil
traanbuis
traanklier
wenkbrauw
wimpers
iris
ooglid
oogspier
Slide 2 - Sleepvraag
gehoorbeentjes
gehoorgang
gehoorzenuw
oorschelp
oorsmeerkliertjes
slakkenhuis
trommelholte
trommelvlies
Slide 3 - Sleepvraag
Route van de prikkel tot je actie:
start
actie
hersenen
impuls
impuls
prikkel
spier
zenuw
zenuw
zintuig
Slide 4 - Sleepvraag
Buis van Eustachius
Evenwichtszintuig
Oorschelp
Slakkenhuis
Trommelholte
Trommelvlies
Slide 5 - Sleepvraag
Hier worden trillingen omgezet in impulsen.
Slide 6 - Sleepvraag
1. Vormen alle zintuigen bij elkaar het zenuwstelsel?
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quizvraag
2 Ontstaan er door een lichte aanraking impulsen in de tastzintuigen?
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quizvraag
3 Reageert de tong op geuren?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
5 Maria heeft het koud. Daarom doet zij een trui aan. Is dit gedrag?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quizvraag
6 Beschermen de wimpers de ogen?
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quizvraag
7 Word je je in de zintuigen bewust van de prikkels?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quizvraag
8 Liggen de zintuigen waarmee je voelt in de opperhuid?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
9 Kees zit te slapen in de les. Is dit gedrag?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quizvraag
10 Marieke kan de letters in een boek niet goed zien. Heeft zij een bril nodig met holle glazen?
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quizvraag
11 Verbindt de buis van Eustachius het oor met de keelholte?
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quizvraag
12 Is een respons een reactie op een prikkel?
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quizvraag
13 Zijn geluiden trillingen van de lucht?
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quizvraag
14 Houdt oorsmeer het trommelvlies soepel?
A
ja
B
nee
Slide 19 - Quizvraag
15 Maak je in de puberteit extra talg aan?
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quizvraag
16 Moet je bij een brandwond altijd de dokter bellen?
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quizvraag
17 Noem je een opening in de huid een talgkliertje?
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Kijk naar afbeelding 1 op de vorige bladzijde.
18 Welk nummer geeft het ruggenmerg aan?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 24 - Quizvraag
Kijk opnieuw naar afbeelding 1.
19 Hoe worden door deel 3 impulsen voortgeleid: van beneden naar boven, van boven naar beneden, of in beide richtingen?
A
van beneden naar boven
B
van boven naar beneden
C
in beide richtingen
Slide 25 - Quizvraag
De huid bestaat uit de hoornlaag, de lederhuid en de kiemlaag.
20 Wat is de juiste volgorde, van buiten naar binnen?
A
Hoornlaag – kiemlaag – lederhuid
B
Kiemlaag – hoornlaag – lederhuid
C
Lederhuid – kiemlaag – hoornlaag
Slide 26 - Quizvraag
21 Welk deel van het oog beschermt tegen fel licht?
A
Het hoornvlies
B
De iris
C
De lens
D
De wimpers.
Slide 27 - Quizvraag
22 Waartegen beschermt de hoornlaag?
A
Tegen afkoeling
B
Tegen uitdroging
C
Tegen verbranding
Slide 28 - Quizvraag
In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan.
23 Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies
B
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
C
Trommelvlies – gehoorbeentjes – gehoorgang
Slide 29 - Quizvraag
Koen vraagt zich af hoe apen met elkaar leren communiceren. Hij denkt dat dit communicatiegedrag aangeleerd is. Zijn klasgenoot denkt dat dit gedrag aangeboren is. Koen maakt een plan voor een onderzoek.
24 Wat is de onderzoeksvraag die bij het onderzoek van Koen hoort?
A
Op welke leeftijd leren apen met elkaar communiceren?
B
Is het communicatiegedrag van apen aangeleerd of aangeboren?
C
Wie heeft er gelijk: Koen of zijn klasgenoot?
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Kijk naar afbeelding 2 op de vorige bladzijde.
25 Zet de plaatjes in de goede volgorde.
A
1 - 3 - 2
B
2 - 1 - 3
C
3 - 1- 2
Slide 32 - Quizvraag
26 Welk deel van het oog zorgt ervoor dat je scherp ziet?
Slide 33 - Open vraag
Slide 34 - Tekstslide
Lees de tekst op de vorige bladzijde.
27 Welke zintuigen gebruikt Joris om zijn omgeving waar te nemen? Noem er twee.
Slide 35 - Open vraag
In het centrum zitten veel cafés en bars waar alcohol gedronken wordt. 28 Leg uit waarom alcohol ervoor zorgt dat Joris veel te doen heeft.
Slide 36 - Open vraag
Slide 37 - Tekstslide
Kijk naar de afbeelding van het oog op de vorige bladzijde. 29 Met welk nummer is de gele vlek aangegeven?
Slide 38 - Open vraag
Slide 39 - Tekstslide
Kijk naar de afbeelding van de huid op de vorige bladzijde. 30 Hoe heet deel 2?
Slide 40 - Open vraag
Kijk opnieuw naar de afbeelding van de huid. 31 Met welk nummer is een haarzakje aangegeven?