Zorg dat je geluid na de presentiecontrole uit blijft.
Korte uitleg en aantal filmpjes bekijken we samen.
Daarna kun je aan de slag (ik ben online voor vragen).
Slide 7 - Tekstslide
Bataafse Republiek
1795: Het Franse revolutionaire leger valt NL binnen.
->Patriotten keren terug in NL
Gevolg:
NL krijgt een grondwet + parlement
Slide 8 - Tekstslide
Veranderingen
- NL krijgt een grondwet
- Er kwam een parlement = alle volwassen mannen mochten stemmen
= Het volk regeert.
Slide 9 - Tekstslide
Koninkrijk Holland 1806-1810
Napoleon Bonaparte benoemt zijn broer Lodewijk Napoleon tot koning van Nederland.
Lodewijk werkt niet mee met de plannen van Napoleon:
- geen dienstplicht
- liet smokkelhandel met Engeland toe
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Aan de slag
Werk aan de opdrachten van blok 3 thema 8. Zorg dat je morgen tm opdracht 10 van blok 3 hebt gemaakt.
De volgende opdrachten van blok 3 hoef je NIET te doen: 6-9-11-12-13-14-15-16-17-19
Slide 15 - Tekstslide
Les woensdag 22 december
Korte terugblik
Trias Politica
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Van confederatie naar eenheidsstaat
Overal in Nederland golden daardoor dezelfde wetten. Nederland was niet langer een confederatie van zelfstandige gewesten, maar een eenheidsstaat.
Vanaf 1795 heette Nederland de Bataafse Republiek.
Maar dat blijft niet lang zo:
Slide 18 - Tekstslide
Frans Keizerrijk
Napoleon pikt het gedrag van zijn broer niet.
=>
1810: Napoleon lijft Nederland in bij zijn keizerrijk.
Hij voert het volgende in:
Metriek stelsel(meter), burgerlijke stand(achternamen) en het Kadaster(register van gelijke belasting)
Slide 19 - Tekstslide
wat is het verschil tussen een confederatie en een eenheidsstaat?
Slide 20 - Tekstslide
Uitleg
Nederland was vanaf 1795 de Bataafse Republiek.
Nederland ging van confederatie naar eenheidsstaat.
De confederatie
Samenwerking van onafhankelijke staten op bepaalde terreinen.
B
De eenheidsstaat
De macht ligt bij de centrale overheid.
B
De federatie
Op sommige terreinen ligt de macht bij de centrale overheid, op andere terreinen bij de (deel)staten.
Slide 21 - Tekstslide
Trias
Uit hoeveel sporten bestaat een triathlon ?
Slide 22 - Tekstslide
Trias politica
Trias betekent drie. Denk maar aan triathlon. Je doet dan 3 verschillende sporten (zwemmen-fietsen-lopen).
Trias politica betekent de scheiding van de 3 machten.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Trias Politica
(Driemachtenleer)
Slide 25 - Tekstslide
Waarom zijn de machten in Nederland gescheiden?
A
Zodat de macht is verdeeld, zo is er minder werk.
B
Omdat de gemeente en andere belangrijke mensen ook een stukje macht willen.
C
Hoe meer zielen hoe meer vreugd. Hoe meer personen hoe meer ideeën.
D
De macht kan nu nooit meer bij één persoon komen te liggen en dus kan de macht niet worden misbruikt.
Slide 26 - Quizvraag
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechtsprekende macht
De regering
De Eerste en Tweede Kamer
De rechtbanken
Slide 27 - Sleepvraag
Armenzorg 18e eeuw
Armenzorg, via: kerk, het stadsbestuur of giften van rijken
Rasphuis: soort gevangenis voor mannen waarin je tucht (=discipline en gehoorzaamheid) werd bijgebracht. Er werd hout geraspt tot verfpoeder.
Spinhuis: soort gevangenis voor vrouwen waar kleding gemaakt werd.
Ook waren er hofjes en weeshuizen.
Slide 28 - Tekstslide
Zorgen voor elkaar
Vroeger zorgden de familie of de kerk voor mensen. Tegenwoordig zorgt de overheid voor de burgers. Met sociale uitkeringen worden mensen die dat nodig hebben geholpen.
Welke uitkeringen zijn er?
Er zijn werknemersverzekeringen (hiervoor betalen mensen die werken premie)
Er zijn volksverzekeringen > AOW, Kinderbijslag (Volksverzekeringen worden betaald uit sociale premies)
Er zijnsociale voorzieningen zoals Bijstand, huurtoeslag en zorgtoeslag. (Deze worden betaald met belastinggeld)
Slide 29 - Tekstslide
Wat zijn voorbeelden (2) van sociale voorzieningen?
A
Bijstand
B
Kinderbijslag
C
Werkeloosheidswet (uitkering)
D
Huurtoeslag
Slide 30 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een werknemersverzekering?