Thema 8 blok 3 Nederland

Thema 8 blok 3 Nederland
Bataafse-Franse tijd
1794-1814

Nederland onder Frankrijk
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 8 blok 3 Nederland
Bataafse-Franse tijd
1794-1814

Nederland onder Frankrijk

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
Aan het eind van de les kan je uitleggen wat patriotten en prinsgezinden zijn.
- Aan het eind van de les kun je uitleggen hoe de Bataafse republiek is ontstaan.
- Aan het eind van de les kun je uitleggen wat de Trias Politica is en je kan dit toepassen op de Nederlandse Staat.

Slide 2 - Tekstslide

Stadhouder Willem V

1780-1784 Engels-Nederlandse oorlog.

De helft van de VOC vloot valt in Engelse handen

De republiek valt in verval = Stadhouder Willem V krijgt de schuld


Slide 3 - Tekstslide

Onrust in de Republiek
De verschillen tussen arm en rijk waren groot.

Mensen raakten werkloos en de armoede steeg


Slide 4 - Tekstslide

Patriotten VS Prinsgezinden
Patriotten = Burgers strijden voor meer democratie en tegen de stadhouder.

Prinsgezinden = aanhangers van de Stadhouder


Slide 5 - Tekstslide

Video Patriotten
https://schooltv.nl/video/vroeger-zo-de-patriotten/

Kijkersvraag: - Wie zijn de patriotten?
                          - Waar strijden zij voor?

Werk na de video aan de opdrachten van blok 3.

Slide 6 - Tekstslide

Les 2
Zorg dat je geluid na de presentiecontrole uit blijft.
Korte uitleg en aantal filmpjes bekijken we samen.
Daarna kun je aan de slag (ik ben online voor vragen).





Slide 7 - Tekstslide

Bataafse Republiek
1795: Het Franse revolutionaire leger valt NL binnen.

->Patriotten keren terug in NL
Gevolg: 
NL krijgt een grondwet + parlement


Slide 8 - Tekstslide

Veranderingen
- NL krijgt een grondwet
-  Er kwam een parlement = alle volwassen mannen mochten stemmen

= Het volk regeert.

Slide 9 - Tekstslide

Koninkrijk Holland 1806-1810
Napoleon Bonaparte benoemt zijn broer Lodewijk Napoleon tot koning van Nederland.

Lodewijk werkt niet mee met de plannen van Napoleon:
- geen dienstplicht
- liet smokkelhandel met Engeland toe

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Aan de slag
Werk aan de opdrachten van blok 3 thema 8. Zorg dat je morgen tm opdracht 10 van blok 3  hebt gemaakt.
De volgende opdrachten van blok 3 hoef je NIET te doen: 6-9-11-12-13-14-15-16-17-19

Slide 15 - Tekstslide

Les woensdag 22 december
Korte terugblik
Trias Politica

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Van confederatie naar eenheidsstaat 
Overal in Nederland golden daardoor dezelfde wetten. Nederland was niet langer een confederatie van zelfstandige gewesten, maar een eenheidsstaat

Vanaf 1795 heette Nederland de Bataafse Republiek.
Maar dat blijft niet lang zo:
 

Slide 18 - Tekstslide

Frans Keizerrijk
Napoleon pikt het gedrag van zijn broer niet.
=>
1810: Napoleon lijft Nederland in bij zijn keizerrijk.

Hij voert het volgende in:
Metriek stelsel(meter), burgerlijke stand(achternamen) en het Kadaster(register van gelijke belasting)

Slide 19 - Tekstslide

wat is het verschil tussen een confederatie en een eenheidsstaat?

Slide 20 - Tekstslide

Uitleg
Nederland was vanaf 1795 de Bataafse Republiek.
Nederland ging van confederatie naar eenheidsstaat.
De confederatie
Samenwerking van onafhankelijke staten op bepaalde terreinen.
B
De eenheidsstaat
De macht ligt bij de centrale overheid.
B
De federatie
Op sommige terreinen ligt de macht bij de centrale overheid, op andere terreinen bij de (deel)staten.

Slide 21 - Tekstslide

Trias 
Uit hoeveel sporten bestaat een  triathlon ?

Slide 22 - Tekstslide

Trias politica
Trias betekent drie. Denk maar aan triathlon. Je doet dan 3 verschillende sporten (zwemmen-fietsen-lopen).

Trias politica betekent de scheiding van de 3 machten.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Slide 25 - Tekstslide

Waarom zijn de machten in Nederland gescheiden?
A
Zodat de macht is verdeeld, zo is er minder werk.
B
Omdat de gemeente en andere belangrijke mensen ook een stukje macht willen.
C
Hoe meer zielen hoe meer vreugd. Hoe meer personen hoe meer ideeën.
D
De macht kan nu nooit meer bij één persoon komen te liggen en dus kan de macht niet worden misbruikt.

Slide 26 - Quizvraag

Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechtsprekende macht
De regering
De Eerste en Tweede Kamer
De rechtbanken

Slide 27 - Sleepvraag

Armenzorg 18e eeuw 
  • Armenzorg, via: kerk, het stadsbestuur of giften van rijken
  • Rasphuis: soort gevangenis voor mannen waarin je tucht (=discipline en gehoorzaamheid) werd bijgebracht. Er werd hout geraspt tot verfpoeder.
  • Spinhuis: soort gevangenis voor vrouwen waar kleding gemaakt werd.
  • Ook waren er hofjes en weeshuizen. 

Slide 28 - Tekstslide

Zorgen voor elkaar
Vroeger zorgden de familie of de kerk voor mensen. Tegenwoordig zorgt de overheid voor de burgers. Met sociale uitkeringen worden mensen die dat nodig hebben geholpen. 

Welke uitkeringen zijn er?
  • Er zijn werknemersverzekeringen  (hiervoor betalen mensen die werken premie)
  • Er zijn volksverzekeringen > AOW, Kinderbijslag (Volksverzekeringen worden betaald uit sociale premies) 
  • Er zijn sociale voorzieningen zoals Bijstand, huurtoeslag en zorgtoeslag. (Deze worden betaald met belastinggeld)

Slide 29 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden (2) van sociale voorzieningen?


A
Bijstand
B
Kinderbijslag
C
Werkeloosheidswet (uitkering)
D
Huurtoeslag

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een werknemersverzekering?
A
Werkeloosheidswet (WW)
B
Kinderbijslag

Slide 31 - Quizvraag