Thema 8, blok 3

Thema 8, 
blok 3
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 8, 
blok 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed snap je dit blok?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De Republiek kwam in oorlog met Amerika omdat het wapens leverde aan Engeland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Juist andersom
De patriotten streden voor democratie en riep het volk op om in opstand te komen tegen de stadhouder
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen reden voor de opstand tegen de stadhouder?
A
De verschillen tussen arm en rijk werden nog groter door de oorlog met ENG
B
Er was veel armoede
C
Er was veel werkloosheid
D
De stadhouder stond het volk niet toe om protestants te zijn.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toen de opstand was mislukt, vluchtten veel patriotten naar
A
Nederland
B
Frankrijk
C
Spanje
D
Pruissen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Napoleon steunde de stadhouder in de strijd tegen de patriotten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was geen verandering na de revolutie in Nederland (de Bataafse Republiek)?
A
De Bataafse Republiek werd een confederatie
B
De Bataafse Republiek werd democratischer: het volk kreeg meer te zeggen.
C
De Bataafse Republiek kreeg een grondwet
D
De Bataafse Republiek werd een eenheidsstaat

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie werd in 1806 koning van Nederland ('konijn van Olland')?
A
Napoleon Bonaparte
B
Lodewijk Napoleon
C
Willem V
D
Lodewijk XIV

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarover luisterde Koning Lodewijk Napoleon niet naar zijn broer Napoleon Bonaparte
A
Hij voerde geen belastingverhoging door
B
Hij hielp het volk niet bij rampen
C
Hij voerde de dienstplicht niet in
D
Hij voerde Frans niet in als officiële taal

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. Het bestuurscentrum van Nederland is Rotterdam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen macht in de trias politica?
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechtgevende macht
D
Rechtsprekende macht

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wetgevende macht ligt in Nederland bij de eerste en tweede kamer
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De uitvoerende macht in Nederland ligt bij
A
De eerste en tweede kamer
B
De regering
C
De politieke partijen
D
Het parlement

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De rechtsprekende macht ligt bij de
A
Minister van justitie (recht)
B
De politie
C
Rechtbanken
D
Leden van eerste en tweede kamer

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk overheidsniveau hoort het ophalen van afval?
A
Landsbestuur
B
Provinciaal bestuur
C
Gemeente bestuur
D
Wijk bestuur

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De WIA is een voorbeeld van een werknemersverzekering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volksverzekeringen zijn voor alle inwoners van Nederland. Een voorbeeld van een volksverzekering is de WIA.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen vorm van een sociale uitkering?
A
Werknemersverzekering
B
Volksverzekering
C
Sociale voorziening
D
Werkgeversverzekering

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bijstand is een voorbeeld van een sociale voorziening. Deze wordt betaald met belastinggeld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de begrippen naar de juiste betekenis
 
Staat waarin alle macht bij de centrale overheid ligt. 
(Voorbeeld = Bataafse Republiek)
Op sommige terreinen ligt de macht bij de centrale overheid, op andere bij de (deel)staten. (voorbeeld = VS)
Samenwerking van onafhankelijke staten op bepaalde terreinen. (Voorbeeld = EU)
Eenheidsstaat 
Federatie
Confederatie

Slide 22 - Sleepvraag

Bron 37 op blz. 60 staat de juiste informatie. In de begrippenlijst staat het fout/ onvolledig
Welk begrip wordt omschreven?
Burger die de ideeën van de Franse Revolutie in Nederland wilde invoeren.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip wordt omschreven?
Voorziening voor mensen die niet kunnen werken en dus geen inkomen kunnen verdienen.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip wordt omschreven?
Driedeling van de macht om misbruik van macht te voorkomen

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed snap je dit blok?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderwerpen/ leerdoelen
van dit blok moeten we nog herhalen?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies