mh1 Over Taal 5 + 6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

WELKOM!

Planning

• Quiz over taal blok 5 + 6

Kies de juiste omschrijving bij het woord: vezel

1. Verschillen en overeenkomsten
2. Groep dingen die bij elkaar horen
3. Richting
4. Lange, dunne draad

Kies de juiste omschrijving bij het woord: retourneren

1. Terugsturen
2. Mislukken
3. Bewijzen
4. Vaststellen

Kies de juiste omschrijving bij het woord: etmaal

1. Periode van 24 uur
2. Richting
3. Star
4. Paraat

Kies de juiste omschrijving bij het woord: variëren

1. Bewijzen
2. Duidelijk maken
3. Veranderen, wisselen
4. Opvatten

Kies de juiste omschrijving bij het woord: sorteren

1. Een logische reden geven
2. Duidelijk maken
3. Duidelijk op een rijtje zetten
4. Uitzoeken

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: werkplaats van een kunstenaar of kleermaker

1. Koers
2. Atelier

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: mest van plantaardig afval

1. Compost
2. Organisch

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: maatregelen om schoon en gezond te blijven

1. Pigment
2. Hygiëne

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: in verhouding

1. Pracht
2. Relatief

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: zacht, slap

1. Star
2. Week

Maak een zin met: exact

Maak een zin met: interieur

Kies de juiste omschrijving bij het woord: weergeven

1. Opzoeken
2. Iets laten zien
3. Uitproberen
4. Uitrekenen

Kies de juiste omschrijving bij het woord: naar schatting

1. Niet nauwkeurig uitgerekend
2. Buitengewoon
3. Overheersend
4. Zonder nadenken

Kies de juiste omschrijving bij het woord: permanent

1. Overheersend
2. Werkelijkheid
3. Blijvend
4. Nauwkeurigheid

Kies de juiste omschrijving bij het woord: relatief

1. In verhouding
2. Uitdrukkelijk
3. Blijvend
4. Buitengewoon

Kies de juiste omschrijving bij het woord: nagenoeg

1. Opvatten
2. Duidelijk maken
3. Heel gemakkelijk
4. Zo goed als

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: de manier waarop iets in elkaar zit

1. Structuur
2. Segment

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: de lijnen of ribbels in een oppervlak

1. Profiel
2. Proces

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: de mogelijkheden van iets uitproberen

1. Experimenteren
2. Interpreteren

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: advies of informatie opzoeken

1. Weergeven
2. Raadplegen

Kies het juiste woord bij de volgende omschrijving: zonder nadenken

1. Expliciet
2. Impulsief

Maak een zin met: functie (de)

Maak een zin met: produceren

HEEL VEEL SUCCES MET DE TOETSWEEK!

Fijne dag!