Les hun als onderwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

•  Lesboek 
• Schrift of collegeblok
• Pen
• Laptop (dichtlaten)

Wat gaan we doen?

• Vorige keer
• Mededelingen 
• Lesdoelen
• Oefening
• Uitleg
• Samenwerken
• Opdrachten bespreken
• Huiswerk
• Evaluatie les

Ik geef Maria dit cadeau vandaag.

pv= 

ow =

wg =

lv =

mv =

Mededelingen

Er zijn een aantal mensen die ik straks nog wil spreken, want hun hebben het huiswerk niet gemaakt. Ze kunnen hun huiswerk later bij mij inleveren. Daar moeten we wat afspraken over maken. Als hun het huiswerk af hebben, gaan we dit klassikaal bespreken. 

Mededelingen

Er zijn een aantal mensen die ik straks nog wil spreken, want hun hebben het huiswerk niet gemaakt.

Klinkt dit goed? Waarom wel of niet?

Er zijn een aantal mensen die ik straks nog wil spreken, want hun hebben het huiswerk niet gemaakt. Ze kunnen hun huiswerk later bij mij inleveren. Daar moeten we wat afspraken over maken. Als hun het huiswerk af hebben, gaan we dit klassikaal bespreken. 

Lesdoelen

• Ik weet hoe ik 'hun' juist gebruik volgens de taalregels van dit moment.

Ik geef ... het cadeau

1. zij
2. ik
3. hun
4. wij

Heb je iets van Annette en Sanne gehoord? .... moeten vandaag naar huis.

1. hen
2. hun
3. ze
4. zij

Ik hoorde het goede nieuws over mijn oom en tante. .... gaan op reis naar Amerika.

1. hen
2. hun
3. ze
4. zij

Zie je die jurkjes? .... zijn de nieuwste mode.

1. hen
2. ze
3. hun
4. zij

Ik ben voor niets naar de winkel gegaan. .... waren uitverkocht.

1. hen
2. ze
3. hun
4. zij

Verschil? Wat voelt juist? Waarom?

• Ik geef hun het cadeau.
• Hun gaan op reis naar Amerika
• Hun waren uitverkocht.

Nabespreking gegeven antwoorden. Koppeling naar taalwerkelijkheid (gegeven antwoorden), taalgevoel (wat voelt juist en waarom) en rol in de zin mv vs. ow

De regel

• Hun mag je niet als onderwerp gebruiken. 

'Hun gaan op reis naar Amerika' en 'Hun waren uitverkocht' zijn dus ongrammaticale zinnen. 

Hun gebruik je enkel voor het meewerkend voorwerp of bezittelijk voornaamwoord.
Ik geef hun het cadeau. 

Rustig samenwerken

Maak zinnen met de kaartjes die je gekregen hebt. Je mag 'hun' alleen gebruiken als meewerkend voorwerp of bezittelijk voornaamwoord. Je werkt in tweetallen
Heb je een vraag?

Steek je vinger op!

Ben je klaar?

Ga lezen in je leesboek OF werk aan je taken in Numo.

Bespreking

Welke zinnen heb je gemaakt?

Was het moeilijk?

Huiswerk

Datum:
maandag 16 januari

Maken:

Maak opdracht 1 en 2 vanaf bladzijde 93.

Lesdoelen

• Ik weet hoe ik 'hun' juist gebruik volgens de taalregels van dit moment.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!