Schrijven H5 B2j 19 mei

Goedemorgen
Doe meteen bij de start van de les de camera aan. 


Log alvast in bij LessonUP

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen
Doe meteen bij de start van de les de camera aan. 


Log alvast in bij LessonUP

Slide 1 - Tekstslide

De snoepkous ... vorige jaar al zijn geld aan zoetigheid.
A
bestede
B
besteedde

Slide 2 - Quizvraag

Frits ... van de koorts.
A
klappertandt
B
klappertant
C
klappertand

Slide 3 - Quizvraag

Hij ... later acteur worden.
A
wil
B
wilt
C
wild
D
wildt

Slide 4 - Quizvraag

vandaag

Uitleg H4 - Lezen
literaire begrippen
hoofdpersoon
voorbereiden schrijfopdracht

Slide 5 - Tekstslide

volgende week
Op school: je maakt de schrijfopdracht

Thuis: je logt in en maakt tijdens de les het werk dat ik je op zal geven (Lezen H4) 

Slide 6 - Tekstslide

Lezen H4 (blz. 102)
Verschil mening en feit


Feit?
Gisterenavond was de eerste halve finale van het Eurovisie Songfestival.  

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Lezen H4 (blz. 102)
Feit of mening?

Het beste liedje is de inzending van Frankrijk.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

feit - mening

Slide 11 - Tekstslide

Lezen H4 (blz. 102)

Ik vind de Franse inzending het best (mening/standpunt), omdat het nummer mooi is opgebouwd (argument 1) en ook omdat een fijne Franse sfeer heeft (argument 2) . 

Signaalwoorden: omdat, immers, want en namelijk. 

Slide 12 - Tekstslide

Merijn leest nooit in de boeken die zijn moeder uit de bibliotheek haalt.
A
feit
B
mening

Slide 13 - Quizvraag

Veel dunne mensen hebben mijns inziens een eetprobleem.
A
feit
B
mening

Slide 14 - Quizvraag

Souhail had precies een half uur nodig om zijn haar in model te brengen.
A
feit
B
mening

Slide 15 - Quizvraag

Den Haag moet volgens Ali de hoofdstad van Nederland worden.
A
feit
B
mening

Slide 16 - Quizvraag

Volgende week

Je maakt (als je thuis werkt) opdracht 4.
Daarbij wordt ook gevraagd naar tekstverbanden. 
Lees die nog eens na als je dat vergeten bent. 

Slide 17 - Tekstslide

literaire begrippen (blz. 232)
Hoe zie je deze literaire begrippen terug in je boek?

cliffhanger
ontwikkeling hoofdpersoon
tijd en plaats
wisseling van tijd, plaats en perspectief
thema/onderwerp van het boek
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Wat weet je van de (hoofd)personen?

Nu gaan we de personen beschrijven in het boek. Om te beginnen met de hoofdpersoon:
Wat weet je van hem?

  • Uiterlijk, hoe ziet de hoofdpersoon er uit? Denk aan lichaam, haar, kleding.
  • Karaktereigenschappen: aardig/ gemeen; actief/ wacht af; agressief/ beheerst; angstig/ dapper.
  • Belangrijke kenmerken: leeftijd, gezondheid, arm of rijk.

Wat voor personen spelen nog meer een rol? Meestal weet je van hen minder, maar schrijf op wat je weet en wat de relatie is tot de hoofdpersoon.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbereiding thuis
Lees de theorie van spelling en formulering nog eens goed door!!!

Slide 20 - Tekstslide