In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
H4 Lezen
Feiten, meningen en argumenten
2 vwo
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat een feit, mening/standpunt en argument is.
Ik kan een feit, mening/standpunt en argument herkennen.
Ik kan signaalwoorden benoemen die een mening aankondigen.
Ik kan signaalwoorden die een mening aankondigen herkennen.
Ik kan signaalwoorden benoemen die een argument aankondigen.
Ik kan signaalwoorden die een argument aankondigen herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Leg uit wat 'feiten' zijn.
Slide 3 - Open vraag
Leg uit wat 'meningen' zijn.
Slide 4 - Open vraag
Leg uit wat 'argumenten' zijn.
Slide 5 - Open vraag
Is het een feit of een mening? In het reglement staat: 'Ben je te laat, meld je dan bij de conciërge.'
A
Feit
B
Mening
Slide 6 - Quizvraag
Is het een feit of een mening? Merijn leest nooit in de boeken die zijn moeder uit de bibliotheek haalt.
A
Feit
B
Mening
Slide 7 - Quizvraag
Is het een feit of een mening? Souhail had precies een half uur nodig om zijn haar in model te brengen.
A
Feit
B
Mening
Slide 8 - Quizvraag
Is het een feit of een mening? Den Haag moet volgens Ali de hoofdstad van Nederland worden.
A
Feit
B
Mening
Slide 9 - Quizvraag
Welk deel is het standpunt? Dat solo-optreden van Jett Rebel in de Mezz lijkt me echt iets voor jou. Jij mist namelijk nooit een show van hem.
A
Dat solo-optreden van Jett Rebel in de Mezz lijkt me echt iets voor jou.
B
Jij mist namelijk nooit een show van hem.
Slide 10 - Quizvraag
Welk deel is het standpunt? Omdat sommigen faalangstig zijn, geeft meneer Vonk geen onverwachte so's.
A
sommigen zijn faalangstig
B
meneer Vonk geeft geen onverwachte so's
Slide 11 - Quizvraag
Welk deel is het standpunt? Omdat de schoonheidsspecialist nog nooit eerder een piercing had gezet, was hij erg gespannen.
A
de schoonheidsspecialist had nog nooit eerder een piercing gezet
B
hij was erg gespannen
Slide 12 - Quizvraag
Welk deel is het argument? Mijn oma gaat dit jaar niet op wintersport, want ze heeft niet genoeg geld.
A
mijn oma gaat dit jaar niet op wintersport
B
ze heeft niet genoeg geld
Slide 13 - Quizvraag
Welk deel is het argument? Aangezien Mounir zijn fiets heeft schoongemaakt, wil hij die nu niet vuilmaken.
A
Mounir heeft zijn fiets schoongemaakt
B
hij wil die nu niet vuilmaken
Slide 14 - Quizvraag
Welk deel is het argument? Dieselauto's ouder dan vijftien jaar zouden in het centrum van Breda verboden moeten worden; die stoten immers hoge concentraties giftige stoffen uit.
A
Dieselauto's ouder dan vijftien jaar zouden in het centrum van Breda verboden moeten worden
B
die stoten hoge concentraties giftige stoffen uit
Slide 15 - Quizvraag
Aan de slag!
Klassikaal lezen we tekst 2: Stop met diëten en ga leven! (blz. 110 en 111).
Opdracht 4 (blz. 109) - vraag 2 bespreken.
Maak van opdracht 4 (blz. 109 en 110) de volgende vragen: 1, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16.
Ga lezen in je leesboek.
Na uiterlijk 25 minuten gaan we de opdracht bespreken.