thema 3 basisstof 2

Lesplanning
Terugblik
vrijdag formatieve toets bs1
lesdoelen
bs 2 kleine grote omloop
Uitleg 
bs 2
Zelfstandig werken
opdrachten 8a, b. 9
Evaluatie
Check leerdoelen
huiswerk
vrijdag formatieve toets bs 1 bloed
weektaak 8a , b, 9


1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning
Terugblik
vrijdag formatieve toets bs1
lesdoelen
bs 2 kleine grote omloop
Uitleg 
bs 2
Zelfstandig werken
opdrachten 8a, b. 9
Evaluatie
Check leerdoelen
huiswerk
vrijdag formatieve toets bs 1 bloed
weektaak 8a , b, 9


Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen: de verbrandingsformule
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 2 - Sleepvraag

1 waar wordt zuurstof opgehaald in het lichaam?
2 waar wordt glucose opgehaald in het lichaam?
3 waar vindt verbranding in het lichaam plaats?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Wat valt je op bij de 2 afbeeldingen?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Schematisch
Benoem de nummers.

Slide 7 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Wat is de functie?

Slide 8 - Tekstslide

Grote bloedsomloop
Wat is de functie?

Slide 9 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=sBbn5TaVBOU&feature=emb_logo

Slide 10 - Tekstslide

weektaak (som)
Basisstof 2 bloedsomloop
opdrachten 8a, b, 9
Leren voor aanstaande vrijdag: bs 1 bloed (formatieve toets)

Slide 11 - Tekstslide

Een rode bloedcel bevindt zich in de rechter kamer.
 Deze wil O2 vervoeren naar de kuitspier. In welke volgorde komt de rode bloedcel langs de onderstaande plaatsen?
longader
longslagader
aorta
linkerkamer
linkerboezem
beenslagader

Slide 12 - Sleepvraag

Grote bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
1.  Rechterkamer
2.
3.
4.
5.
6. Linkerkamer
7.
8.
9.
10.
Linkerboezem
Longaders

Organen

Longen
Aorta
Longslagaders
Rechterboezem
Holle aders

Slide 13 - Sleepvraag

Bevat kleppen
Liggen diep in het lichaam
Bloeddruk is hoog
Eén cellaag dik
Bloeddruk is laag
Gaan naar het hart toe
Komen van het hart af
Wisselen 02 uit met CO2
Aders
Slagaders
Haarvaten

Slide 14 - Sleepvraag

Welke kleppen sluiten de longslagader en aorta af?
A
Hartkleppen
B
Halvemaanvormige kleppen
C
Aderkleppen
D
Er zitten geen kleppen

Slide 15 - Quizvraag

Door de ....................... stroomt het bloed weg van het hart


In de ....................... worden voedingsstoffen afgegeven


Vervolgens stroomt het bloed via ....................... terug naar het hart
Haarvaten
Aders
Slagaders

Slide 16 - Sleepvraag

In welk bloedvat verwacht je dat de bloeddruk het hoogst zal zijn?

Slide 17 - Open vraag

Bij een dubbele bloedsomloop gaat een rode bloedsomloop van voet naar hersenen, ? keer door het hart?
A
1
B
2
C
3
D
0

Slide 18 - Quizvraag

De enige slagader met weinig zuurstof is de:
A
Halsslagader
B
Longslagader
C
Aorta
D
Nierslagader

Slide 19 - Quizvraag

Veel slagaders hebben bloed met veel
A
zuurstof
B
koolstofdioxide

Slide 20 - Quizvraag

De aorta is een voorbeeld van een:
A
Haarvat
B
Ader
C
Slagader
D
Haarader

Slide 21 - Quizvraag

In deze bloedvaten vindt stofwisseling plaats met cellen.
A
Haarvaten
B
Slagaders
C
Aders
D
Bij allemaal

Slide 22 - Quizvraag

Deze bloedvaten zijn aangepast op de extreem lage druk.
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Aders
D
Allemaal

Slide 23 - Quizvraag

Welke bloedvaten hebben de meest gespierde wand?
A
Haarvaten
B
Slagaders
C
Aders
D
Allemaal gelijk

Slide 24 - Quizvraag

Welk bloedvat is 1 cellaag dik?
A
Haarvat
B
Haarader
C
Slagader
D
Ader

Slide 25 - Quizvraag


Hoe loopt de kleine bloedsomloop
(heel kort)?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 26 - Quizvraag

Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 27 - Quizvraag


A
nr. 9 heet hartklep
B
nr. 9 heet halvemaanvormige klep
C
nr . 9 heet aderklep
D
geen enkele uitspraak is juist

Slide 28 - Quizvraag

Het hart krijgt zelf zuurstofrijkbloed dankzij de:
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta

Slide 29 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
A
A heeft de laagste bloeddruk
B
B heeft de laagste bloeddruk
C
C heeft de laagste bloeddruk
D
B heeft de hoogste bloeddruk

Slide 30 - Quizvraag

Linkerboezem
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerkamer
Aorta
Onderste holle ader
Bovenste holle ader
Longslagader
Longader

Slide 31 - Sleepvraag

Aorta
Holle ader
Long slagader

Slide 32 - Sleepvraag

zuurstof arm 
kleine bloedsomloop
zuurstof rijk
grote bloedsomloop
zuurstof rijk
kleine bloedsomoop
zuurstof arm
grote bloedsomloop

Slide 33 - Sleepvraag

9. Welk bloedvat
heeft de dikste
wand?
A
Slagaders
B
Ader
C
Haarvat

Slide 34 - Quizvraag

12. De kamers van het hart pompen het bloed in de:
A
longader en holle ader
B
longslagader en aorta
C
longslagader en holle ader
D
aorta en longader

Slide 35 - Quizvraag

14. Het bloedvat dat bloed naar de nier brengt heet de:
A
nierslagader
B
aorta
C
holle ader
D
nierader

Slide 36 - Quizvraag

16. Wat doen je hartkleppen?
A
Zorgen dat bloed niet van boezems naar kamers kan stromen
B
Zorgen dat bloed niet van kamers naar boezems kan stromen
C
Zorgen dat bloed niet van kamers naar bloedvaten kan stromen
D
Zorgen dat bloed niet van bloedvaten naar kamers kan stromen

Slide 37 - Quizvraag


nr. 2
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm kleine bloedsomloop
B
zuurstof rijk kleine bloedsomloop
C
zuurstof arm grote bloedsomloop
D
zuurstof rijk grote bloedsomloop

Slide 38 - Quizvraag


nr 1 en nr 3
A
1. holle ader 3: maagslagader
B
1. aorta 3: leverslagader
C
1. aorta 3: maagader
D
1. holle ader 3: leverader

Slide 39 - Quizvraag


nr 9 en nr 11
A
9. dunne darmader 11: holle ader
B
9. poortader 11: holle ader
C
9. poortader 11: leverader
D
9. leverslagader 11: poortader

Slide 40 - Quizvraag


Welk bloedvat moet bij nummer 1 staan?
A
Longslagader
B
Holle aders
C
Aorta
D
Longaders

Slide 41 - Quizvraag

  Bloedvatenstelsel
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 42 - Tekstslide