Meervouden

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Meervoud van perzik

Slide 3 - Open vraag

Meervoud van 'pony'?

Slide 4 - Open vraag

meervoud van mysterie =

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Welk van de volgende woorden heeft een trema nodig? chaotisch, reunie, directie. Schrijf het woord goed.

Slide 7 - Open vraag

Neem het woord over. Gebruik een trema of koppelteken waar dat moet.
beeindigen

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf het volgende getal volluit
22

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het meervoud van:
de bacterie

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


A
sommige
B
sommigen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Maken:
Studiemeter > Via starttaal> 2f> spelling> meervoudsvormen> oefening 1 en 2

Klaar? Oefenen voor de tussentoets op www.cambiumned.nl

Slide 17 - Tekstslide