Les 2.4.2. Neurologische uitval + insult

Triage DA2 BOL
Les 2.4.2. 2022-2023

Neurologische uitval
Insult 


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Triage DA2 BOL
Les 2.4.2. 2022-2023

Neurologische uitval
Insult 


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet de les er uit? 
- Verandering overzicht - zie Cum Laude
- Terugblik vorige les
- Vragen uit de voorbereiding?
- Doornemen neurologische uitval en insult
- Oefenvragen met urgenties
- Casus oefenen
- Huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verandering periode overzicht
Vorige week - lesuitval i.v.m. Pinksteren en afname examens
Onderwerpen samen gevoegd - zodat ze wel allemaal aan bod komen.
Zie Cum Laude voor vernieuwde periode overzicht en denk aan de deadline voor de expertcolleges!!
23 juni vóór 16.00 uur

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les
Vreemd gedrag
Suïcidaliteit
Intoxicatie 

Slide 4 - Tekstslide

Zijn er hierover nog vragen?

Docent stelt controle vragen:
- Welke informatie moet je altijd doorgeven als je het vergiftigingencentrum belt?
- Welke huishoudelijke middelen zijn onschuldig als ze per ongeluk worden ingenomen?
- Wat voor soort vragen stel jij in een dreigende situatie?


Voorbereiding
Heb je je voorbereid? 
Hoe heb je dit gedaan?
Zijn er vragen vanuit de voorbereiding? 

Slide 5 - Tekstslide

Vragen inventariseren - na afloop evalueren of dit voldoende aan bod is gekomen
Wat komt er in jou op bij
het begrip
neurologische uitval?

Slide 6 - Woordweb

Bij neurologische uitval kan er sprake zijn van uitval van:
Motoriek - verlamming
Gevoel - verdoofd/tintelingen
Gehoor
Gezichtsvermogen
Spraak

Neurologische uitval kennen we vooral van een CVA (ook wel beroerte genoemd) 

In digitale versie triagewijzer: Motorische uitval, parese (spierzwakte/verlamming) of afasie (moeite met spreken en woorden vinden) , maar ook coördinatiestoornissen (=ataxie - denk aan 'dronkemansloop' ) 

Waarvoor staat de afkorting CVA?
Ken je ook een ander woord hiervoor?

Slide 7 - Open vraag

Bij neurologische uitval denken we vaak aan en CVA (dit hoeft niet altijd de oorzaak te zijn) 
Er is maar één soort CVA/beroerte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Herseninfarct - arteriële afsluiting
Hersenbloeding (bloedig CVA) 
Bloeding of afsluiting (infarct)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je ook waar de afkorting TIA voor staat?
Wat is het verschil met een CVA?

Slide 10 - Open vraag

LET OP! iedere TIA is een CVA tot het tegendeel bewezen is - je gaat dus niet eerst 24 uur afwachten!!
Kun jij de FAST-test uitleggen?
- Waarvoor staat de afkorting?
- Hoe kun je dit uitvragen?
- Moeten alle onderdelen afwijkend zijn om van neurologische uitval te spreken?

Slide 11 - Tekstslide

Face - gezicht - hangt er een mondhoek af? Je kunt patiënt vragen om met de tanden bloot te lachen 

Arms - is er uitval van kracht in de armen? - laat patiënt beide armen voor zich uitsteken

Speech - hoe is de spraak van patiënt? Dubbele tong? Onsamenhangend? brabbelend? 

Time - Hoe lang zijn de klachten al aanwezig? 

Wanneer 1 onderdeel afwijkend is en dit is recent ontstaan gaan we uit van een CVA
In het Nederlands: "mond - spraak - arm - beroertealarm"

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het van belang om te weten hoe lang de klachten al aanwezig zijn?
Bij U1 zie ik <12 uur en bij U2 zie ik >12 uur...?

Slide 13 - Open vraag

Dit heeft te maken met de behandeling van een herseninfarct. 
Trombolyse: medicijnen die het stolsel op kan lossen kan tot 12 uur worden toegepast.
(in de boeken staat nog korter of langer dan 6 uur - de digitale versie houdt 12 uur aan als verschil tussen U1 en U2) 

Tot 24 uur nieuwe behandeling --> intra arteriële trombolyse

Tot 24 uur evt. ook trombectomie (via katheter het stolsel verwijderen) 
Je ziet in je boek dat je ook neurologische uitval kunt krijgen door een hernia. Wat weet jij van een hernia?

Slide 14 - Woordweb

HNP hernia nuclei pulposi - tussenwervelschijf puilt uit - oefent daardoor druk uit op een zenuwwortel - dit geeft uitstralende pijn.

Ezelsbruggetje - pijn van een hernia neemt toe bij Hoesten, Niezen, Persen (HNP...)

Wanneer de druk op de zenuwwortel groter wordt kan dit leiden tot zenuwbeschadiging en neurologische uitval --> gevoelsstoornis of krachtsverlies

Bij nekhernia - neurologische uitval in de armen
Bij rughernia - neurologische uitval in de benen
Neurologische uitval door hernia: U3 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere oorzaken van neurologische uitval
Neurologische uitval kan ook worden veroorzaakt door andere ziektebeelden. Soms is het moeilijk om dit te onderscheiden van een CVA:

- Hersentumor (of metastasen) 
- Parese van Bell 

Slide 16 - Tekstslide

Voornaamste verschillen met CVA:

Hersentumor/metastase --> klachten ontstaan geleidelijk, waar ze bij een CVA veel sneller ontstaan

Parese van Bell: 
-Onschuldige aangezichtsverlamming, herstelt vaak spontaan

-Oorzaken o.a. oorontsteking, herpes zoster/simplex-virus, ziekte van Lyme, complicatie operatie, schedelletsel

-Verschil met CVA: bij CVA alleen spieren rondom mond verlamd, bij perifere facialisparese de hele gezichtshelft – wenkbrauwen niet meer fronsen, oog niet meer sluiten, mond niet bewegen

Insult

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat komt er in je op wanneer
je denkt aan het begrip
insult?

Slide 18 - Woordweb

Insult: plotselinge bewusteloosheid gepaard gaande met trekkingen, vaak met tongbeet, schuim op de mond en urineverlies. Duurt enkele minuten
Oorzaken van een insult
Oorzaken van een insult kunnen zijn:
- Epilepsie 
- Koortsstuip
- Schedeltrauma
- ALTE 
- Alcohol/drugs gebruik 

Slide 19 - Tekstslide

Epilepsie: aandoening van de hersenen waarbij aanvallen optreden

Koortsstuip: (6 mnd-5 jaar) Begin van koortsperiode, als temp snel oploopt. - trekkingen van armen/benen - enkele minuten

Schedeltrauma: insult bij recent schedeltrauma kan op hersenschade duiden

ALTE: Aparent Life Threatening Event (0-2 jaar) plotseling optredend - bleek, slap, blauw --> kind moet door ouders sterk gestimuleerd worden

Alcohol/drugs: bij verschillende soorten drugs of overmatig alcoholgebruik kunnen er ook insulten optreden
Oefenen met urgenties
Sluit je boek en/of digitale versie van de triagewijzer

Probeer uit je hoofd antwoord te geven op de vragen

Kun je de urgenties plaatsen? 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke urgentie zet je in?
Man (39) heeft zojuist een insult gehad, duurde enkele minuten (trekkingen, schuim op mond) Niet bekend met epilepsie. Insult is nu voorbij. Geen drugs/alcohol gebruikt.
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 21 - Quizvraag

U2, niet bekend met epilepsie, insult voorbij. Spoed is geboden 
Wat valt er onder een U1 urgentie bij insult?
A
ALTE en jonger dan 2 jaar
B
Koortsstuip, stuip voorbij leeftijd < 6 mnd
C
Aanhoudend/repeterend insult
D
Alcohol/drugs gebruikt

Slide 22 - Quizvraag

Alle andere antwoorden zijn U2 urgentie
Bij een insult moet je als volgt handelen:
'Leg patiënt neer, stop iets in zijn/haar mond. Voorkom dat patiënt zich kan bezeren. Wanneer patiënt na trekkingen nog bewusteloos is: stabiele zijligging'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Onjuist, je mag niets in de mond van de patiënt stoppen. (dit werd vroeger wel gedaan) 
Peter belt over zijn vrouw: Haar mond hangt helemaal scheef aan de rechterkant en ze praat raar...een uur geleden was dit nog niet zo. Jij:
A
Geeft advies om dit nog even aan te zien, mogelijk een TIA, dit gaat binnen 24 uur over
B
Maakt een afspraak over enkele uren
C
Stuurt de huisarts op spoedvisite
D
Stuurt gelijk een ambulance

Slide 24 - Quizvraag

U1 urgentie, neurologische uitval (niet door een hernia) < 12 uur - mvr. kan een CVA hebben. 
Marije is bekend met een hernia in haar nek. Nu heeft ze het gevoel dat ze in haar linkerarm minder kracht heeft. Jij:
A
Maakt een afspraak binnen een uur voor Marije
B
Stuurt een ambulance naar Marije toe, ze heeft immers neurologische uitval
C
Maakt met Marije een afspraak binnen enkele uren
D
Stelt Marije gerust, deze klachten horen bij een hernia en gaan vanzelf over

Slide 25 - Quizvraag

U3 urgentie - neurologische uitval door hernia
Welke van de volgende antwoorden hoort bij urgentie U2?
A
Coördinatiestoornis langer dan 12 uur, korter dan 24 uur
B
Coördinatiestoornis korter dan 12 uur
C
Neurologische uitval i.c.m. stollingsstoornis
D
Neurologische uitval door hernia

Slide 26 - Quizvraag

Antwoord B en C zijn U1 urgenties
Antwoord D is U3 
Aan de slag!

Speel de door jou geschreven casussen uit met een klasgenoot. 

Slide 27 - Tekstslide

Denk aan je leerdoel (n.a.v. feedback midiproeve) 
Geef elkaar gericht feedback
Maak het elkaar niet te makkelijk
Vul ook een SOEP formulier in
Denk aan een emotie

Huiswerk
Maak expertcolleges Neurologische uitval en Insult 

Voorbereiden + casus schrijven: 
armklachten + beenklachten + trauma extremiteit (= herhaling) 

3 onderwerpen in 1 les - bereid dit écht goed voor!!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies