les 3 - 28 januari 2025

Aujourd'hui c'est jeudi 30 janvier
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui c'est jeudi 30 janvier

Slide 1 - Tekstslide

Présence
tout le monde est présent?

Slide 2 - Tekstslide

au programme

  • les verbes en -er
  • parler
  • les devoirs 

Slide 3 - Tekstslide

Chapitre 2

C'est si bon!

Slide 4 - Tekstslide

Objectifs H2
aan het einde van H2, 
Dit hoofdstuk gaat over iets kopen.
Je leert:
- woorden die te maken hebben met eten en drinken en kunt deze gebruiken. 
- een gesprek waarin jongeren iets bestellen op een terras begrijpen. 
- zinnen over eten en drinken schrijven.
- een tekst over een restaurant begrijpen. (lire)
- regelmatige werkwoorden op -er en kunt deze gebruiken. 
- de ontkenning en kunt deze gebruiken. 






Slide 5 - Tekstslide

Les buts

- Je kunt de werkwoorden op -er gebruiken. (A1)
- Je kunt iets bestellen op een terras. (A1)


Slide 6 - Tekstslide

Regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER
Bijvoorbeeld:
  • danser
  • travailler
  • donner
Al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. 

Slide 7 - Tekstslide

De stam
De stam van het werkwoord maak je door -ER van het hele werkwoord af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:
parler --> parl
danser --> dans

Slide 8 - Tekstslide

je (ik)
+ e
tu (jij)
+ es
il (hij)
+ e
elle (zij)
+ e
on (men/we)
+ e
nous (wij)
+ ons
vous (jullie/u)
+ ez
ils (zij, mnl)
+ ent
elles (zij, vrl)
+ ent
UITGANGEN

van de 
werkwoorden
op

-ER

Slide 9 - Tekstslide

je (ik)
parle
tu (jij)
parles
il (hij)
parle
elle (zij)
parle
on (men/we)
parle
nous (wij)
parlons
vous (jullie/u)
parlez
ils (zij, mnl)
parlent
elles (zij, vrl)
parlent
voorbeeld

parler

Slide 10 - Tekstslide

De uitgangen van regelmatige werkwoord op -er

Slide 11 - Tekstslide

Sleep de uitgangen naar de juiste plek!

Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
E
ES
E
ONS
EZ
ENT

Slide 12 - Sleepvraag

Wat is de stam van parler?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de stam van adorer?

Slide 14 - Open vraag

Wat is de stam van danser?

Slide 15 - Open vraag

Wat is de stam van manger?

Slide 16 - Open vraag

donner - tu ...
A
donner
B
donne
C
donnes
D
donnons

Slide 17 - Quizvraag

demander - nous ...
A
demandez
B
demandent
C
demandons
D
demande

Slide 18 - Quizvraag

manger - je ...
A
manger
B
mangez
C
manges
D
mange

Slide 19 - Quizvraag

danser - elle ...
A
dansons
B
danses
C
danse
D
dansez

Slide 20 - Quizvraag

parler - vous ...
A
parlez
B
parlons
C
parlent
D
parle

Slide 21 - Quizvraag

vertaal:
hij praat
A
il parles
B
il parlons
C
il parler
D
il parle

Slide 22 - Quizvraag

vertaal:
jij komt aan
A
tu arrives
B
tu arrive
C
tu arrivons
D
tu arrivez

Slide 23 - Quizvraag

Schrijf het w.w. in de juiste vorm:
je ... (eten)

Slide 24 - Open vraag

Schrijf het w.w. in de juiste vorm:
tu ... (dansen)

Slide 25 - Open vraag

Schrijf het w.w. in de juiste vorm:
il ... (bellen) à ses copains.

Slide 26 - Open vraag

Schrijf het w.w. in de juiste vorm:
Nous ... (wonen) à Hoofddorp.

Slide 27 - Open vraag

Schrijf het w.w. in de juiste vorm:
Vous ... (leuk vinden) le collège?

Slide 28 - Open vraag

Schrijf het w.w. in de juiste vorm:
Mes parents ... (helpen) beaucoup.

Slide 29 - Open vraag

Werkwoorden op -er. Sleep de vervoegingen van het werkwoord naar de juiste persoon.
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
habitez
regardons
détestent
joue
danses

Slide 30 - Sleepvraag

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Tekstslide

gewone zin
vraagzin
1
2
3
4
5

Slide 34 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 35 - Tekstslide

au travail-
les devoirs
C'est si bon!


réviser:  A - B 
apprendre: C et D
faire: - 16 - 18 (17d niet)
            - formulaire (ww-er)
         - exercice prononciation (Teams)

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Je kunt de werkwoorden op -er gebruiken. (A1)

Slide 40 - Poll

au travail-
les devoirs
C'est si bon!


réviser: A - B
apprendre: C et D
faire: - 16 - 18 (17d niet)
            - formulaire (ww-er)
         - exercice prononciation (Teams)

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide