H6.2.1 Het gaat om de winst!

6.2.1 Het gaat om de winst!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.2.1 Het gaat om de winst!

Slide 1 - Tekstslide

  • In het verleden was het kano-bedrijf arbeidsintensief
arbeidsintensief:
bedrijven met hoge arbeidskosten, omdat de productie daar vooral tot stand komt door menselijke arbeid (vaak dienstverlenende bedrijven)

  • Tegenwoordig is het kano-bedrijf kapitaalintensief
kapitaalintensief:
bedrijven die in verhouding veel gebruik maken van kapitaalgoederen. Zij hebben ook hoge afschrijvingskosten
6.1.2 Produceren maar!                                                       Leerdoel 4)

Slide 2 - Tekstslide

Blz 162 opgave 8

Slide 3 - Tekstslide

De investeringen in kapitaalgoederen worden elk jaar minder waard.
Afschrijving:
De jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen
6.1.2 Produceren maar!                                                       Leerdoel 5)

Slide 4 - Tekstslide

De investeringen in kapitaalgoederen worden elk jaar minder waard.
Afschrijving:
De jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen
6.1.2 Produceren maar!                                                       Leerdoel 5)
Afschrijving per jaar =
(aanschafwaarde - restwaarde)
        aantal gebruiksjaren  

Slide 5 - Tekstslide

Blz 163 opgave 10

Slide 6 - Tekstslide

Blz 163 opgave 12

Slide 7 - Tekstslide

Blz 182 opgave 3

Slide 8 - Tekstslide

6.2.1 Het gaat om de winst!
Leerdoelen deze les:
1) Je weet wat de brutowinstopslag is en hoe je daarmee de verkoopprijs kunt berekenen
2) Je kunt de consumentenprijs berekenen

Slide 9 - Tekstslide

6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 1)
Een ondernemer wil winst maken...
  • verschil tussen inkoopprijs en verkoopprijs is zijn brutowinst (= winst + bedrijfskosten)
  • brutowinst als percentage van de inkoopprijs is brutowinstmarge
brutowinst
inkoopprijs

x 100 = brutowinstmarge
Verkoopprijs kano € 180
Inkoopprijs kano € 95
Brutowinst 180 - 95 = € 85
Brutowinstmarge = (85 : 95) x 100 = 89,5%
Verkoopprijs kano € 180
Inkoopprijs kano € 95
Brutowinst 180 - 95 = € 85

Slide 10 - Tekstslide

inkoopprijs
6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 1)
  • De inkoopprijs van een kano is € 95.

Slide 11 - Tekstslide

  • De inkoopprijs van een kano is € 95.
  • De brutowinstmarge van een kano is 61,1% van de inkoopprijs.
  • -> Laat met een berekening zien hoeveel de brutowinst is.
inkoopprijs
6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 1)
brutowinstmarge

Slide 12 - Tekstslide

inkoopprijs
6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 1)
verkoopprijs
brutowinstmarge
  • De inkoopprijs van een kano is € 95.
  • De brutowinstmarge van een kano is 89,47% van de inkoopprijs. De brutowinstmarge is € 85,00
  • -> Laat met een berekening zien hoeveel de verkoopprijs is.

Slide 13 - Tekstslide

inkoopprijs
6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 1)
verkoopprijs
brutowinstmarge
verkoopprijs kano € 180

Slide 14 - Tekstslide

  • verkoopprijs
6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 2)

Slide 15 - Tekstslide

BTW:
  • Belasting toegevoegde waarde / omzetbelasting
  • 9% -> bepaalde producten (bijv. levensmiddelen)
  • 21% -> normaal tarief
  • De verkoper draagt dit af (betaald dit) aan de belastingdienst
6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 2)

Slide 16 - Tekstslide

  • btw
  • verkoopprijs
6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 2)
  • De verkoopprijs van een kano is € 180
  • De consument betaald 21% btw over een kano
  • -> Laat met een berekening zien hoeveel btw de consument betaald

Slide 17 - Tekstslide

btw
Consumentenprijs
verkoopprijs kano € 180
btw kano 0,21 x 180 = € 37,80
Consumentenprijs = 180 + 37,80 = € 217,80
VB
6.2.1 Het gaat om de winst!                                                     Leerdoel 2)
verkoopprijs
  • De verkoopprijs van een kano is € 180
  • De consument betaald 21% btw over een kano. Dit is 21/100 * 180 = € 37,80
  • -> Laat met een berekening wat de consumentenprijs is

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk!!
6.1 opgaven 2, 4, 6
herhaling blz 178 opg. 1 t/m 4

Leren begrippen 6.1
Aan het werk!!
Let op je kleur!!
6.2 opg 2 t/m 7

rekenen blz 182:
opg 7, 8
6.2 opg 2, 5, 6
herhaling blz 178:
opg 7 t/m 10
rekenen blz 182:
opg 7, 8
6.2 opg 2, 5, 6
plus blz 180:
opg 8 t/m 10
rekenen blz 182:
opg 7, 9

Slide 19 - Tekstslide