Als je de tabellen hebt ingevuld, teken je de grafieken.
Denk bij het maken van een assenstelsel aan het benoemen van de assen (bovenste in de tabel op de horizontale as) en de juiste stapgrootte.
Benoem ook de grafieken (de lijntjes).
Waar de grafieken elkaar snijden, zijn de kaarsen even lang.
De lijn die "boven" ligt, is op dat tijdstip het langst.