4.1 Feit, mening en argument

Les

Feit, mening en argument
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les

Feit, mening en argument

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
13.45-13.55 (10 min): 
- Inhoud en doelen
- Woordspin -> wat weten jullie al?
13.55-14.35 (40 min):
- Les 
- Uitleg keuzeopdrachten / opdracht kiezen & keuze motiveren
- Aan de slag 
14.35-14.45 (10 min):
- Nabespreken opdrachten & evaluatie -> zijn de leerdoelen behaald?

Slide 2 - Tekstslide

Feit, mening en argument
Doel:
Herkennen van feiten, meningen en argumenten in een tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Feit

Slide 4 - Woordweb

Mening

Slide 5 - Woordweb

Argument

Slide 6 - Woordweb

Feiten
Feiten kun je op waarheid controleren.

Omdat lang niet alle feiten makkelijk te controleren zijn, moet je je wel afvragen of ze geloofwaardig zijn.  Soms heeft een informatiebron er belang bij bepaalde zaken mooier of juist slechter voor te spiegelen. 

Slide 7 - Tekstslide

Meningen / argumenten
Bij meningen gaat het niet om de vraag of ze waar of onwaar zijn, je bent het ermee eens of oneens. 

Omdat een mening niet te bewijzen is, gebruikt een schrijver argumenten om zijn mening te onderbouwen of aannemelijk te maken. 

Signaalwoorden die een argument aangeven zijn bijvoorbeeld: omdat, want, namelijk, immers

Slide 8 - Tekstslide

Octopussen hebben 3 harten.
A
feit
B
mening
C
argument
D
x

Slide 9 - Quizvraag

Het is niet goed om vlees te eten.
A
feit
B
mening
C
argument
D
x

Slide 10 - Quizvraag

Omdat je in dierentuinen dingen leert over de natuur.
A
feit
B
mening
C
argument
D
x

Slide 11 - Quizvraag

IJsberen hebben een zwarte huid.
A
feit
B
mening
C
argument
D
x

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht 1
Ga naar de nieuwssite nu.nl . 

Zoek twee voorbeelden van artikelen met alleen feiten en twee voorbeelden van artikelen met vooral meningen.

Bespreek je vondsten. Zorg dat je je mening beargumenteert.


 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 2
Lees de tekst 'Zeven redenen om dierentuinen te koesteren.'

Benoem zoals in de tekst nog vier goede argumenten waarom dierentuinen (niet) moeten blijven bestaan!

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 3
Opdracht 1:
Noem 10 voorbeelden van feiten en 10 voorbeelden van meningen

Opdracht 2: 
Kijk naar de foto's.
Beschrijf hoe de dieren eruit zien.
Noem alleen de feiten

Slide 15 - Tekstslide

Voor welke opdracht kies je?
A
1: Nieuwssite
B
2: Dierentuin
C
3: Foto's
D
4. Lezen 4.1 NN

Slide 16 - Quizvraag

Waarom deze opdracht?

Slide 17 - Woordweb

Aan de slag!
Succes :) 

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting
- Nabespreken opdrachten 

- Evaluatie -> zijn de leerdoelen behaald?

Slide 19 - Tekstslide