In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Het weer:
temperatuur
Slide 1 - Tekstslide
aan de slag
maken opgaven 1 + 7 t/m 10
Slide 2 - Tekstslide
Het weer is een veelbesproken onderwerp tussen mensen. Er wordt gesproken over prachtig weer (wanneer de temperatuur hoog is en de zon schijnt), maar ook over hondenweer (wanneer de temperatuur laag is en het regent).
Is de luchtdruk over het algemeen hoger of lager bij prachtig weer?
Hoe ontstaat luchtdruk?
Slide 3 - Tekstslide
De luchtdruk is hoger.
Lucht bestaat uit moleculen. Doordat de atmosfeer tientallen kilometers hoog is, zijn dat veel moleculen en dus een behoorlijk gewicht. Het gewicht van de luchtmoleculen die op de aarde (op ons) drukt, noem je luchtdruk.
Slide 4 - Tekstslide
De laagst gemeten luchtdruk, was bij de orkaan Tip in 1979. Toen werd er een luchtdruk gemeten van 87 000 Pa.
Hoeveel mbar is 87 000 Pa?
Slide 5 - Tekstslide
870 mbar
1mbar = 100 Pa
87 000 / 100 = 870 mbar
Slide 6 - Tekstslide
Anders Celsius
Astronoom 1701 - 1744
Kookpunt water (100 C) en smeltpunt ijs (0 C)
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Lord Kelvin
Natuurkundige
1842 - 1907
Absolute nulpunt (-273 C) als ijkpunt (0 Kelvin)
Slide 9 - Tekstslide
0 Kelvin = - 273° C dus 0°C=273K
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Daniel Fahrenheit
Natuurkundige
1686 - 1736
Vooral gebruikt in V.S.
Temperatuur menselijk lichaam (96 F) en smeltpunt water/zout (0 F)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Temperatuur-gevoeligheid
Vloeistofthermometer - Hoeveel mm stijgt vloeistof als temperatuur met 1 graad toeneemt.
Slide 15 - Tekstslide
Bimetaal thermometer
in bimetaalthermometer zit een strip bestaand uit twee verschillende metalen, meestal ijzer en aluminium
beiden hebben een andere temperatuur waarbij ze uitzetten of krimpen
ijzer zet bij een hogere temepratuur minder uit dan aluminium
strip is opgerold in spiraal
temperatuur wordt weergegeven met wijzer
Slide 16 - Tekstslide
Leg uit wat er niet klopt aan onderstaande zin en geef aan hoe je hem kloppend kunt maken.
Wanneer de temperatuur lager wordt, worden de moleculen kleiner. Hierdoor wordt de snelheid ook lager.
Slide 17 - Tekstslide
Aan de slag
Maken 1 t/m 9 van 2.3
timer
20:00
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Dauwpunt
De temperatuur waarbij waterdamp
in de lucht gaat condenseren heet
het dauwpunt. Het dauwpunt hangt
af van de hoeveelheid vochtigheid
in de lucht: hoe meer vocht in de lucht,
hoe hoger het dauwpunt ligt.
Slide 20 - Tekstslide
Hoe onstaat een wolk?
De zon verwarmt het zeewater, het vloeibare water verandert in waterdamp. Als de lucht met waterdamp afkoelt, treedt er condensatie op en ontstaat er een wolk
Hoe onstaat neerslag in een wolk?
Neerslag ontstaat als miljarden zwevende druppeltjes en ijsdeeltjes in wolken aan elkaar gaan kleven. Ze worden te zwaar en vallen naar beneden.
Slide 21 - Tekstslide
Stapelwolken ontstaan door warme
lucht die uitzet. Bij het dauwpunt
gaan de lucht condenseren
(vlakke onderkant)
maar de bellen warme lucht stijgen nog verder, zo stapelen de wolken zich op.