Paragraaf 2.2 Skelet en houding

Wat gaan we doen deze les
- nieuwe plattegrond
- herhalen 2.1
- uitleg 2.2
- opdrachten maken en nakijken (denk aan paraaf)
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen deze les
- nieuwe plattegrond
- herhalen 2.1
- uitleg 2.2
- opdrachten maken en nakijken (denk aan paraaf)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als deze stof uit het bot verdwijnt, dan wordt het bot veel te buigzaam
A
kalkzouten
B
lijmstof
C
water
D
bloed

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schedel
borstkas
bekken
Ledenmaten

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk bot is het bot dat roodgekleurd is?
A
Ellepijp
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Spaakbeen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De botten van een bejaarde hebben meer kalkzouten dan de botten van een baby.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geel beenmerg
compact beenweefsel
sponsachtig botweefsel
Kraakbeen
rood beenmerg

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Van welke botten heeft deze persoon last (roodgekleurde botten)
A
bekkengordel
B
borstwervels
C
halswervels
D
lendenwervels

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het skelet is een ...
A
organisme
B
orgaan
C
orgaanstelsel
D
cel

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding.
Bevat veel lijmstof
Bevat weinig lijmstof
Bevat veel kalkzouten
Is buigzaam
Bevat weinig kalkzouten
Beenweefsel
Kraakbeenweefsel
Is hard en niet buigzaam

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opperarmbeen
Teenkootje
Dijbeen
Sleutelbeen
Schedel
Heupbeen
Kuitbeen

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 2.2 Skelet en houding

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van de les
  • Je leert hoe de wervelkolom schokken opvangt
  • Je weet wat een juiste lichaamshouding is

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je boek blz 79

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wervelkolom werkt als schokdemper door:
A
Dubbele S-vorm
B
Naadverbinding
C
Vergroeiing
D
Gewricht

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wervelkolom

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schokken opvangen
  • Vorm: Door de dubbele s vorm van de wervelkolom kan deze een beetje in elkaar geduwd worden en weer terugveren.
  • Kraakbeenschijven: worden ook wel tussenwervelschijven genoemd. Buitenste ring is taai en stevig, binnenin zacht en gelei-achtig.  Ook deze kunnen in elkaar geduwd worden en weer terugveren.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de namen van de delen van de wervelkolom naar de juiste plek
Staartbeen
Heiligbeen
Lendenwervels
Halswervels
Borstwervels

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door een slechte houding kan de wervelkolom scheef gaan staan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is een goede lichaamshouding?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

blz 83 lezen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tillen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hernia

Slide 22 - Tekstslide

Probeer eens in je eigen woorden op te schrijven wat een hernia is
Hernia
Oorzaak: vaak tillen met gebogen rug.
Wat gebeurt: de buitenring van de kraakbeenschijf gaat stuk en de zachte kern komt er uit.
Gevolg: kraakbeenschijf drukt op het ruggenmerg met de zenuwen, deze komt klem te zitten. Dat heet een hernia

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een hernia

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hier zie je
A
geen goede lichaamshouding
B
een goede lichaamshouding

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kan door een verkeerde lichaamshouding rugpijn krijgen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een goede lichaamshouding houd je zoveel mogelijk je rug recht. In welke van deze gevallen is dat zo?
A
staan
B
slapen
C
tillen
D
zitten

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een goede lichaamshouding belangrijk?
A
Zodat je beter aan je conditie kunt werken.
B
Dan zit je lekkerder in je stoel.
C
Dan overbelast je de spieren niet
D
Dan hoef je minder hard te werken.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verder werken
Maak de opgaven in je werkboek, bekijk goed welke je moet maken op je planning

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies