10 nov 1A par. 2.3 deel 1

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Slide 1 - Tekstslide

Woensdag 10 nov
Mededelingen:

Veranderingen rooster. 
Nieuwe week, nieuw hoofdstuk. Eind volgende week volgt de toetsplanning van deze periode. 
Let op je houding in de klas!
Stilte en aandacht = goed leren

Slide 2 - Tekstslide

Te druk in de klas?
1e waarschuwing = 1 streep
2e waarschuwing = 2 strepen
3e waarschuwing = strafwerk

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen:
10 minuten lezen.
Starten met paragraaf 2.3. Hier werken we deze hele week aan.
Lesafsluiting.


Slide 4 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 5 - Tekstslide

Paragraaf 2.3

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel van deze les:
Aan het einde van deze les kan je 
in een tekst de inleiding, kern en slot aanwijzen. 

Slide 7 - Tekstslide

Pak je schrift
Iedere tekst, een krantenartikel, een brief of een email heeft een bepaalde opbouw. 

Wat betekent het woord 'opbouw'? --> iets heeft een begin, midden, eind. Zoals een dag, of een liedje, of een film. Deze dingen samen noem je de opbouw
Een tekst heeft dat dus ook. Een tekst is opgebouwd uit een inleiding, kern en een slot. Ook wel: een begin, een midden en een eind. 



Slide 8 - Tekstslide

Wat weet je al? 
Beantwoordt de volgende vraag: 

1. Wat staat er meestal in een inleiding?
2. Wat staat er meestal in de kern van een tekst?
3. Wat staat er meestal in het slot van een tekst?
Schrijf de antwoorden in je schrift. 

Je kan dit niet fout doen, ik wil alleen zien wat je al weet. 

Slide 9 - Tekstslide

Open je boek. Pag. 82
Schrijf dit over in je schrift (= aantekening maken)


Slide 10 - Tekstslide

Even herhalen voor je aan de opdrachten begint:


Wat is ook alweer een witregel?
Wat is ook alweer een alinea?
Hoe herken je een alinea?

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 7 van paragraaf 2.3
Let op: opdracht 5 doe je thuis. 
Opdracht 7b hoef je niet te doen. 
Werk alleen en met concentratie. Dit moet deze les af!
Huiswerk voor donderdag: opdracht 8 t/m 12.
Let op: opdracht 9c, 10c en 12c hoef je niet te doen (dus de samenwerkingsopdrachten niet). De rest wil ik allemaal zien. 
Half afgemaakt? Aantekening in magister. 
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Check:
1.  Wat staat er in een inleiding?
2. Wat staat er in de kern?
3. Wat staat er in het slot?

Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie

  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Let op het huiswerk voor morgen!
Succes en fijne dag!

Slide 14 - Tekstslide