niet en geen

niet en geen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

niet en geen

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica
Wanneer gebruik je niet en wanneer gebruik je geen?

Ik hou niet van taart.
Ik eet geen taart.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Broccoli lust ik ...........
A
een
B
geen
C
niet

Slide 4 - Quizvraag

Ik lust ........... broccoli.
A
een
B
geen
C
niet

Slide 5 - Quizvraag

Ik kom ......... naar school.
A
niet
B
geen
C
een

Slide 6 - Quizvraag

Ahmed is ook ......... op school.
A
wel
B
geen
C
een
D
niet

Slide 7 - Quizvraag

Willen jullie .... zo hard praten in de gang?
A
een
B
geen
C
niet
D
wel

Slide 8 - Quizvraag

Er zijn ...... deuren in de gang.
A
een
B
geen
C
......
D
niet

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf deze zin in de negatie:
Nederlands is makkelijk.

Slide 10 - Open vraag

Schrijf deze zin in de negatie:
Ik werk.

Slide 11 - Open vraag

Schrijf deze zin in de negatie:
Ik heb een mooie fiets.

Slide 12 - Open vraag

Vragen over niet/geen?

Slide 13 - Tekstslide