Een ontwikkelde cultuur

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Huiswerk

1,2,4,9,10

Wat gaan we doen

Huiswerk nakijken (opdracht 1,3,4,5,6 en 8)

Uitleg 2.3

Huiswerk 

Wat verwacht ik van je!

-Heb je een vraag steek je je vinger op.

- Voor de rest gelden de regels.

->Geen telefoon

->Geen hoofddeksel.

->Geen jas

Tijdvak 2

Opdracht 1

• A) Akkergrenzen stellen en irrigatiesysteem onderhouden
• B) Door belasting te krijgen van de boeren kon de leider(farao) ambtenaren, soldaten aanstellen die zorgde dat de macht van de leider(farao) gelijk bleef 
• C) sommige vorsten... .... één staat.

opdracht 3

• A) Gebieden veroveren en meer mensen geboren 
• B) Om zijn macht te versterken in Boven- en Beneden Egypte
• C) 1=21, 2=18, 3=18
• D) Horus was de farao op aarde en de farao droeg na Narmer twee kronen.

opdracht 4

• A)
• B) 1=rijkdom, 2=aanzien, 3=sterkte 
• C) nee, ze zijn gemaakt om alleen de goede kant te laten zien

opdracht 5

• A) deel van hun oogst en werken voor de farao
• B) bescherming en zorgen voor een goed bestuur
• C)  slechte jaren en als de Nijl overstroomde

 

opdracht 6

• A) de schrijver schijft op hoeveel de drager dragen.
• B) door in het schrift te kijken van zijn voorganger
• C) als je macht over mensen heb kan je ze wetten opleggen die ze moeten volgen
• D) prehistorie is voor het schrift en historie is na het schrift

opdracht 8

A) als er een sterke farao was bleef Egypte een eenheid en als er een slecht farao was kwamen de onderdanen in opstand

B) Syrië en Nubië behoorde nu tot het Egyptische rijk

C) goederen leveren aan de farao

lesdoelen

• Kenmerken van de Egyptische godsdienst
• Hoe Egyptenaren voor hun doden zorgden
• Wat bijzonder was aan de Egyptische kunst
• Waarop de Egyptische wetenschap was gericht

Godsdienst in Egypte

Egyptenaren geloofden in meerdere goden = Polytheïsme

Een godsdienst met maar één god noemen we Monotheïsme

Elke god  in Egypte stond voor een ander deel van het dagelijks leven. Bijvoorbeeld handel of oorlog

1) Godsdienst 

• Egyptenaren bouwden tempels om goden en farao's te eren 
• In de tempels versierde de zuilen
• Alleen priester mochten in de tempels 

1) Godsdienst

• Priesters voerde dagelijks rituelen uit
  
• Rituelen om de goden te vrede te stellen

2) zorgen voor de doden

• De dood was niet het einde
• Lichaam moest bewaard blijven
• Mummificatie 
• piramides

3) kunst

• schilderen, reliëf en beeldhouwen 
• Kunst had te maken met de dood
• Werkte na een traditie (een oud gebruik)
• Reliëf is kunst maken uit vlakke ondergrond

4) Wetenschap

Gericht op praktische problemen

Kennis van gesteente en natuurlijke stoffen.

De Egyptenaren bestudeerde ook de maan en de sterren