Identiteit: Online en Offline

Identiteit: Online en Offline
Socialmedia

Bijeenkomst 1
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Identiteit: Online en Offline
Socialmedia

Bijeenkomst 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Tijdens deze bijeenkomst onderzoeken we of er een verschil is tussen je offline en online identiteit. De student kijkt kritisch naar haar eigen online identiteit en reflecteert op eigen online handelen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periodedoel
De verwachting is dat de samenleving steeds verder zal medialiseren. Om optimaal mee te kunnen doen in de samenleving vol media is mediawijsheid onmisbaar. Het vinden van een baan, jezelf ontwikkelen en scholen, sociale contacten onderhouden, gezond blijven en zelfs gelukkig worden: voor al deze zaken zal het steeds belangrijker worden dat mensen de mogelijkheden van nieuwe mediatoepassingen weten te benutten – en soms ook juist weten te weerstaan. Om optimaal gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die media bieden, zowel in het onderwijs nu, als in de mediasamenleving van straks, hebben leerlingen mediawijsheid nodig. (SLO, 2020)

Het doel van deze module is om de student bewust te maken van de invloeden van sociale media. Daarnaast wordt er ingezoomd op actuele thema’s: privacy, social influecing, sexting, (gevaarlijke)challenges, verslavingen en professionalisering.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
De student weet wat het verschil is tussen online en offline identiteit

De student kan zijn eigen digitale sporen en online gedrag in kaart brengen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Identiteit
Identiteit omvat alle eigenschappen die jou uniek maken. Het kan gaan om je naam, persoonlijkheid, hobby's, etc.

Slide 5 - Tekstslide

Introduceer het onderwerp identiteit en leg uit wat het betekent.
Wat weet je al over je identiteit online en offline?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Offline Identiteit
Je offline identiteit verwijst naar wie je bent in de 'echte' wereld. Dit omvat je naam, fysieke verschijning en gedrag.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat offline identiteit betekent en geef voorbeelden.
Online Identiteit
Je online identiteit verwijst naar wie je bent op het internet. Dit omvat je gebruikersnaam, profielfoto en online gedrag.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat online identiteit betekent en geef voorbeelden.
Verschillen tussen Online en Offline Identiteit
Online kunnen mensen zich anders voordoen dan wie ze in het echt zijn. Mensen kunnen bijvoorbeeld anoniem zijn of zich achter een scherm verschuilen.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit dat er verschillen zijn tussen online en offline identiteit en geef voorbeelden.
Wat kan er online gebeuren waardoor mensen zich anders kunnen voordoen dan wie ze in het echt zijn?
A
Mensen kunnen zichzelf niet verbergen online.
B
Mensen zijn altijd eerlijk online.
C
Mensen worden altijd gecontroleerd op hun online gedrag.
D
Mensen kunnen anoniem zijn of zich achter een scherm verschuilen.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen online en offline identiteit?
A
Online en offline identiteit zijn hetzelfde.
B
Offline identiteit bestaat niet.
C
Op het internet kunnen mensen zich anders voordoen dan wie ze in het echt zijn.
D
Mensen zijn altijd hetzelfde online en offline.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is offline identiteit?
A
Je gebruikersnaam en profielfoto.
B
Je online gedrag.
C
Je naam en online gedrag.
D
Je naam, fysieke verschijning en gedrag.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Schrijf je antwoord op.....

  • Hoeveel tijd je besteedt op social media (kijk in je schermtijd)
  • Hoe vaak je iets post op een social media app
  • Hoe vaak je iets leuk vindt op social media
  • Welke apps je het meest gebruikt
  • Gebruik jij nicknames op sociale media? Bijv. gamers tag.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen van Online Identiteit
Online identiteit kan voordelen bieden, zoals het vinden van gelijkgestemde mensen en het delen van hobby's en interesses.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit dat online identiteit voordelen kan bieden en geef voorbeelden.
Nadelen van Online Identiteit
Online identiteit kan ook nadelen hebben, zoals cyberpesten, identiteitsdiefstal en online verslaving.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit dat online identiteit ook nadelen kan hebben en geef voorbeelden.
Privacy
Privacy is belangrijk voor zowel offline als online identiteit. Het is belangrijk om bewust te zijn van wat je deelt en met wie.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit waarom privacy belangrijk is en geef tips om privacy te beschermen.
Online Gedrag
Online gedrag kan invloed hebben op je offline leven. Het is belangrijk om bewust te zijn van wat je online doet en zegt.

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit waarom online gedrag belangrijk is en geef voorbeelden.
Identiteitsdiefstal
Identiteitsdiefstal is wanneer iemand je persoonlijke informatie steelt en het gebruikt zonder jouw toestemming. Het is belangrijk om voorzichtig te zijn met het delen van persoonlijke informatie online.

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit wat identiteitsdiefstal is en geef tips om het te voorkomen.
Wat is identiteitsdiefstal?
A
Identiteitsdiefstal is wanneer je je eigen persoonlijke informatie deelt.
B
Identiteitsdiefstal is wanneer je je persoonlijke informatie niet gebruikt.
C
Identiteitsdiefstal is wanneer iemand je persoonlijke informatie steelt en het gebruikt zonder jouw toestemming.
D
Identiteitsdiefstal is wanneer je persoonlijke informatie van anderen deelt.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke invloed kan online gedrag hebben?
A
Je kunt online gedrag niet controleren.
B
Online gedrag heeft geen invloed op je offline leven.
C
Online gedrag kan invloed hebben op je offline leven.
D
Online gedrag is alleen belangrijk voor online identiteit.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is privacy belangrijk?
A
Je moet alles delen met iedereen.
B
Privacy is alleen belangrijk offline.
C
Het is belangrijk om bewust te zijn van wat je deelt en met wie.
D
Privacy is niet belangrijk.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Social Media
Social media is een platform waar mensen hun online identiteit kunnen creëren en delen met anderen. Het is belangrijk om bewust te zijn van hoe je social media gebruikt en wat je deelt.

Slide 22 - Tekstslide

Leg uit wat social media is en geef tips om het bewust te gebruiken.
Opdracht
Ga naar je internetbrowser en open een privé sessie (incognito). Je bezoekt nu websites zonder dat er cookies of cash gebruikt gaat worden. De zoekmachine “kent je niet”.

  • Ga naar google.
  • Typ je naam in bij google.
  • Kom je achter informatie van je zelf?

Zoja, klik door en beoordeel deze informatie.
Zo nee, maak je zoekvraag wat specifieker, bijvoorbeeld om de school er bij te benoemen, of je werk.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herkennen van Nep (catfish) Profielen
Nep profielen kunnen zich voordoen als iemand anders. Het is belangrijk om te weten hoe je neppe profielen kunt herkennen en vermijden.

Slide 24 - Tekstslide

Leg uit hoe je neppe profielen kunt herkennen en geef tips om ze te vermijden.
Cyberpesten
Cyberpesten is het pesten van iemand via het internet. Het is belangrijk om te weten hoe je cyberpesten kunt voorkomen en wat je kunt doen als het gebeurt.

Slide 25 - Tekstslide

Leg uit wat cyberpesten is en geef tips om het te voorkomen of wat te doen als het gebeurt.
Online versus Offline Identiteit
Het is belangrijk om bewust te zijn van de verschillen tussen online en offline identiteit en hoe deze elkaar kunnen beïnvloeden.

Slide 26 - Tekstslide

Herhaal de belangrijkste punten en leg uit wat de impact kan zijn van online en offline identiteit op elkaar.
Wat is belangrijk om te weten over social media?
A
Zoveel mogelijk informatie delen
B
Zoveel mogelijk vrienden hebben
C
Proberen om populair te zijn op social media
D
Bewust zijn van wat je deelt en hoe je het gebruikt

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cyberpesten?
A
Het pesten van iemand via het internet
B
Het pesten van iemand via de telefoon
C
Het pesten van iemand op straat
D
Het pesten van iemand via de post

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een nep profiel?
A
Een profiel dat zich voordoet als iemand anders
B
Een profiel dat veel berichten plaatst
C
Een profiel met veel foto's
D
Een profiel dat veel vrienden heeft

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvattend...
We hebben geleerd over identiteit, verschillen tussen online en offline identiteit, voordelen en nadelen van online identiteit, privacy, online gedrag, identiteitsdiefstal, nep profielen, cyberpesten en social media.

Slide 30 - Tekstslide

Herhaal wat de studenten hebben geleerd en vraag of ze nog vragen hebben.
Aan de slag!
Maak een Infographic over jouw online identiteit. 

Vermeld hierin de antwoorden uit de opdrachten tijdens deze les:
  • Hoeveel tijd je besteedt op social media (kijk in je schermtijd)
  • Hoe vaak je iets post op een social media app
  • Hoe vaak je iets leuk vindt op social media
  • Welke apps je het meest gebruikt
  • Gebruik jij nicknames op sociale media? Bijv. gamers tag.
  • De uitkomsten van je google opdracht

Je maakt de infographic in het programma Canva

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket

Is het lesdoel behaald?

"De student weet wat het verschil is tussen online en offline identiteit"
" De student kan zijn eigen digitale sporen en online gedrag in kaart brengen"

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 33 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 34 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 35 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.