1. Online identiteit - Wie ben ik online?
1 / 23
Lesduur is: 40 minIntroductie
In het thema 'Online Identiteit les 1: Wie ben ik online?' wordt gekeken wat de woorden identiteit, imago, offline- en online identiteit betekenen. De leerlingen nemen hun eigen sociale media gebruik onder de loep en bekijken hoe zij zichzelf naar de buitenwereld presenteren.
Het thema 'Online Identiteit' bestaat uit drie op elkaar aansluitende lessen. Deze lessen en werkvormen zijn tevens los van elkaar inzetbaar.
Deze les sluit aan bij Slo Kerndoel Burgerschap:
- A2 Diversiteit: verkennen van en reflecteren op de eigen offline en online identiteit in relatie tot anderen.
- C8: Digitale technologie, jezelf en de ander: de leerling maakt veroverwogen keuzes bij het gebruik van digitale technologie en digitale media.
Instructies
Lesdoel
- Verschil tussen eigen offline en online identiteit formuleren
- Bewustwording van gevolgen sociale media posts
- Bewustwording van gevolgen sociale media posts
- Neem de slides door en de bijbehorende notities.
- Druk eventueel de docenthandleiding, waar al deze notities in staan, af.
Benodigdheden
- Post-its
- Centraal scherm om de les te tonen
- Internet
- Devices voor de leerlingen of pen, papier en bijlage
Instructies
Werkbladen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel uur besteed jij
op sociale media?
Slide 3 - Poll
Doe: Laat de leerlingen op hun mobiel kijken (of ongeveer schatten) hoeveel uur zij ongeveer op sociale media per dag zitten.
Behandel de interactieve onderdelen in de klas met www.lessonup.app. Hebben de leerlingen geen devices? Behandel de vragen/opdrachten dan klassikaal.
Hoevaak post je iets op socials?
Slide 4 - Poll
Doel: Een gemiddeld beeld krijgen hoevaak de leerlingen in de klas iets posten op sociale media. Kom hier gedurende de les op terug.
De antwoorden zijn eerst anoniem. Bepaal zelf, afhankelijk van de klasveiligheid, of je de namen van de leerlingen bij de antwoordopties wil tonen.
Slide 5 - Tekstslide
Aan het eind van de lessen kunnen de leerlingen vertellen wat een online identiteit is en kunnen ze omschrijven wat het verschil is tussen hun offline en online identiteit.
online identiteit ?
timer
1:00
Aan welke woorden
denk jij bij het woord
Slide 6 - Woordweb
Woordweb - 1 minuut braindump
Doel: Voorkennis activeren
Doe: Laat de leerlingen zoveel mogelijk woorden die in hun opkomen opschrijven via www.lessonup.app. Hebben de leerlingen geen device? Laat ze dan schrijven op papier.
Neem vervolgens de antwoorden van de leerlingen door. Welke antwoorden kwamen vaker voor? Kunnen jullie categoriëen maken tussen de gegeven antwoorden?
Slide 7 - Tekstslide
Vertel: Je identiteit is jouw persoonlijkheid. Je ervaart je identiteit door onder andere je afkomst, geslacht, seksuele oriëntatie, ervaringen, verworvenheden en sociale banden.
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht - Identiteit vs Imago
Duur: 5-10 minuten
Benodigdheden: twee kleuren post-its voor alle leerlingen
Hoe werkt het?
- Maak drie- of viertallen.
- Laat de leerlingen drie eigenschappen opschrijven over zichzelf op de ene kleur post-it en drie eigenschappen over een ander in de groep die ze bij diegene vinden horen op de andere kleur post-it. Zorg dat iedereen minstens een post-it van een ander krijgt.
- De leerlingen kunnen de woorden op de achtergrond gebruiken als inspiratie.
- Om de beurt mogen leerlingen post-it's van de andere(n) ontvangen. Dit is hun imago. Laat de leerling daarna zijn eigen post-it tonen. Dit is hun identiteit.
- Hoe erg verschillen de identiteiten van de imago's van de leerlingen?
- Waardoor hebben ze die imago's gekregen?
Wat maakt jou jezelf ?
Slide 9 - Open vraag
Open vraag: Wat maakt jou jezelf?
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
offline
online
Wat deel jij?
Slide 11 - Woordweb
Woordweb - Venndiagram
Doel: De leerlingen achterhalen voor zichzelf wat ze offline en online delen met anderen.
Doe (klassikaal): Laat de leerlingen voor het offline deel woorden opschrijven die zij bij zichzelf vinden passen. Laat de leerlingen daarna woorden opschrijven die ze vinden passen bij hun eigen online persona. Welke woorden komen overeen bij beide en komen in het midden?
De ruimte buiten het venn diagram kan ingezet worden voor dingen die je voor jezelf houdt en liever niet deelt.
Doe (individueel): Geef alle leerlingen de bijlage Venndiagram Offline Online Identiteit. Laat de leerlingen voor zichzelf kernwoorden opschrijven die hun offline en online identiteit omschrijven in de cirkels. Welke woorden omvatten beide? Zet deze in het midden.
Wat deel jij online?
Een vakantiefoto
Slide 12 - Poll
Slide 12 t/m 16: Polls - Wat post jij online?
Doel: Reflecteren wat de leerlingen online posten.
Doe: Laat de leerlingen de vijf stellingen zien: vakantiefoto, foto van een feestje, foto voor je huis, foto van een rommelige slaapkamer, posten dat het slecht gaat.
Stel vervolgens de vraag waarom ze dit wel/niet delen online.
Geen devices?
Gebruik dan een van de volgende opties:
Gebruik dan een van de volgende opties:
- Over de streep: Laat de leerlingen naar voren stappen als ze het wel zouden posten.
- Gaan staan als ze het wel zouden delen.
- Hand opsteken als ze het wel zouden delen.
Wat deel jij online?
Foto van een feestje
Slide 13 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Wat deel jij online?
Foto voor je huis
Slide 14 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Wat deel jij online?
Rommelige slaapkamer
Slide 15 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Wat deel jij online?
Dat het slecht gaat.
Slide 16 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Wat bepaalt of jij iets deelt
op sociale media ?
Slide 17 - Open vraag
Open vraag: Wat bepaalt of de leerlingen iets delen op sociale media? Deze vraag is anoniem.
Reflecteer met deze vraag terug op de vijf polls.
- Wanneer posten de leerlingen iets wel en wanneer niet?
- Welke regels hebben de leerlingen voor zichzelf?
- Welke antwoorden zie je vaker terugkomen?
Slide 18 - Tekstslide
Vertel: Als iets eenmaal op het internet staat, is het erg lastig om het er af te halen.
Optioneel: maak het persoonlijk door een persoonlijk voorbeeld te delen.
Slide 19 - Tekstslide
Vertel: Als iets eenmaal op het internet staat, is het erg lastig om het er af te halen.
Optioneel: maak het persoonlijk door een persoonlijk voorbeeld te delen.
Online kan ik meer mijzelf zijn.
Slide 20 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Op een schaal van 0 (een compleet ander persoon) tot 100 (dit ben ik volledig):
Hoe laat jouw sociale media zien wie jij écht bent?
Slide 21 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Wat neem jij mee uit deze les?
Slide 22 - Open vraag
Open vraag: Wat neem jij mee uit deze les?
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
