In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Luisteropdracht 'het weer'
Wat is haar favoriete seizoen? Waarom?
Lente / Zomer / Herfst / Winter
Waar houdt zij van? regen of de zon?
Wat ìs haar geboorteland?
Slide 1 - Tekstslide
In Belgie regent het veel.
En in jouw geboorteland?
In de zomer is het in soms warm. Hoe is de zomer in jouw geboorteland?
Slide 2 - Tekstslide
In de herfst is er veel wind. De blaadjes vallen van de bomen.
Ik zie bliksem en ik hoor donder. Ik ben niet bang van onweer. Ben jij bang?
Slide 3 - Tekstslide
In de winter vriest het soms. In Belgie vriest het een beetje. En in Rusland?
Het sneeuwt soms in januari, februari, maart of april.
Slide 4 - Tekstslide
's Morgens en 's avonds is er mist.
In de lente is het mooi weer. Het is fris, de zon schijnt en de lucht is blauw.
Slide 5 - Tekstslide
Extreem weer
Slide 6 - Tekstslide
Een hittegolf
Slide 7 - Tekstslide
Een aardbeving
Slide 8 - Tekstslide
Een tsunami
Slide 9 - Tekstslide
Een brand
Slide 10 - Tekstslide
Extreem weer
In Belgie stormt het soms. In de zomer was er een hittegolf.
In andere landen heb je soms ook extreme weersomstandigheden: een tsunami, een brand, een aardbeving, ... Soms vluchten mensen uit hun land door het weer.