H2

Is iedereen er klaar voor?
A
allang
B
nee
C
ja
D
bijna
1 / 48
volgende
Slide 1: Quizvraag
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Is iedereen er klaar voor?
A
allang
B
nee
C
ja
D
bijna

Slide 1 - Quizvraag

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een atoom?

Slide 3 - Woordweb

Mendelejev 1834-1907
1869 presentatie voorloper PS
In eerste instantie zaten er nog veel gaten in het PS van Mendelejev.
De lege plaatsen werden later opgevuld door atomen die later pas werden ontdekt. 
Mendelejev had wel al de stofeigenschappen voorspelt die deze elementen zouden hebben!

Slide 4 - Tekstslide

Atoomsoorten van elementen die op elkaar lijken staan in dezelfde groep (onder elkaar).
Welke kennen?
1ste groep: Alkalimetalen
2de groep: Aardalkalimetalen
17de groep: Halogenen
18de groep: Edelgassen

Slide 5 - Tekstslide


Het periodiek systeem is bedacht door
A
Lavoisier
B
Ben Feringa
C
Van 't Hoff
D
Mendelejev

Slide 6 - Quizvraag

Hoe loste Mendelejev de gaten in het periodiek systeem op?
A
onderzoek doen
B
gokken
C
samenwerken met andere scheikundigen
D
voorspelling doen

Slide 7 - Quizvraag

Rijen in het periodiek systeem worden ook ..... genoemd.
A
Groepen
B
Tabellen
C
Waarden
D
Perioden

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heten de elementen in groep 18 van het periodiek systeem?
A
edelgassen
B
edelmetalen
C
halogenen
D
alkalimetalen

Slide 9 - Quizvraag

Kolommen in het periodiek systeem worden ook ... genoemd.
A
Verticale perioden
B
Groepen
C
Halogenen
D
Perioden

Slide 10 - Quizvraag

Zoek op in het periodiek systeem
Het atoomnummer van koolstof ...
A
6
B
8
C
12
D
18

Slide 11 - Quizvraag

Waarop zijn de atomen gerangschikt in de rijen van het periodiek systeem?
A
Atoommassa
B
Elektronegativiteit
C
Alfabet
D
Gebaseerd op toeval

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het element voor zuurstof? Hoe noteer je een molecuul zuurstof?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de triviale naam van het molecuul H2O?
Uit hoeveel atoomsoorten is H2O opgebouwd?

Slide 14 - Open vraag

Het element H staat voor
A
helium
B
waterstof
C
zuurstof
D
water

Slide 15 - Quizvraag

Het molecuul CO2 heet
A
koolstofmono-oxide
B
water
C
koolstofdioxide
D
koolstofzuur

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het element voor ijzer?

Slide 17 - Open vraag

Atoommodellen 

Slide 18 - Tekstslide

John Thomson 
''Atomen hebben kleine negatief geladen deeltjes'
 = elektronen

Slide 19 - Tekstslide

Ernest Rutherford 
''positief geladen kern''
kern = Neutronen + protonen
- Protonen zijn positief geladen
- neutronen zijn neutraal 
'' rondom de kern zitten elektronen 
= elektronenwolk''

Slide 20 - Tekstslide

Atoommodel van Bohr
Kern:
Protonen (+)
Neutronen (0)

Schillen (K, L, M, enz.)
Electronen (-)

Slide 21 - Tekstslide

Elektronen schillen

Slide 22 - Tekstslide

Hoeveel protonen, neutronen, elektronen heeft een atoom?
Kijken naar de massa's 




De massa van de kern = massa atoom = protonen + neutronen
Massa van elektronen verwaarloosbaar

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveel protonen, neutronen, elektronen heeft een atoom?
Aantal elektronen (-) = atoomnummer
Aantal protonen (+) = atoomnummer
Atoom ongeladen dus evenveel + als - 
Aantal neutronen = relatieve atoommassa (afgerond) - aantal protonen

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel elektronen heeft Aluminium?
A
3
B
27
C
13
D
14

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel neutronen heeft Calcium?
A
20
B
40
C
41
D
12

Slide 26 - Quizvraag

Hoeveel protonen heeft Broom?
A
80
B
35
C
45
D
18,7

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen deze twee atomen?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Wat is de massagetal van Li-6 atoom
A
3
B
6
C
18
D
9

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de atoommassa van O-18 atoom
A
18,0u
B
8,0u
C
32,0u
D
16,0u

Slide 32 - Quizvraag

2.3 Massa's van bouwstenen

Slide 33 - Tekstslide

Water (H2O) vormt zich door het verbranden van waterstof (H2) met zuurstof (O2).
Stel de reactie schema op die ook nog klopt.

Slide 34 - Open vraag

Wat is de som van deze twee meetwaarden?
13,2 + 6,195 = ...
A
19
B
19,3
C
19,4
D
19,395

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de molecuulmassa van zuurstof?
A
16,00 u
B
15,999 u
C
31,998 u
D
32,00 u

Slide 36 - Quizvraag

De molecuulmassa van water is:
A
18,016 u
B
16,00 u
C
1,008 u
D
3 u

Slide 37 - Quizvraag

Wat is het percentage waterstof in water?

Slide 38 - Tekstslide

Bereken de molecuulmassa van ethanol (C2H4O)
C-12, H-1, O-16
A
44,05 u
B
29,01 u
C
78,03 u
D
88,10 u

Slide 39 - Quizvraag

Wat is de molecuulmassa van CaCO3?
(Gebruik nu de PSE).
A
90 u
B
100 u
C
110 u
D
120 u

Slide 40 - Quizvraag

Isotopen
Zelfde elementen met een ander massagetal

Verschillende hoeveelheid neutronen in de kern

Zie tabel 25 van het Binas!

Slide 41 - Tekstslide

Hoeveel protonen heeft een stikstof (=N) atoom?
A
14
B
21
C
7
D
Geen idee

Slide 42 - Quizvraag

Hoeveel neutronen heeft een fluor (=F) atoom?
A
19
B
10
C
9
D
Geen idee

Slide 43 - Quizvraag

Hoeveel elektronen heeft een koolstof (=C) atoom?
A
12
B
24
C
6
D
Geen idee

Slide 44 - Quizvraag

Isotopen?
Isotopen zijn atomen die HETZELFDE AANTAL PROTONEN EN ELEKTRONEN hebben maar een VERSCHILLEND AANTAL NEUTRONEN en dus een verschillende massa.



Weergave van verschillende isotopen: 
Je kan isotopen ook zo opschrijven:          C-12         C-13       C-14

Slide 45 - Tekstslide

Relatieve atoommassa door isotopen
Bijvoorbeeld de atoomsoort chloor (=Cl).
In de natuur komen deze twee isotopen voor:
- 75% in de vorm van Cl-35
- 25% in de vorm van Cl-37

De gemiddelde atoommassa is dan:
Gemiddelde atoommassa = 0,75 * 35 + 0,25 * 37 = 35,5

Slide 46 - Tekstslide

Wat is de relatieve atoommassa van Boor (=Br)?
19,9% als Br-10 en 80,1% als Br-11
A
10,2
B
10,5
C
10,8
D
1080

Slide 47 - Quizvraag

Wat is de relatieve atoommassa van magnesium (=Mg)?
79% als Mg-24, 10% als Mg-25 en 11% als Mg-26

Slide 48 - Open vraag