Th 10 BS 2 - DNA-replicatie

TH 10 BS 2 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

TH 10 BS 2 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
  1. Je kunt het proces van DNA-replicatie toelichten en beschrijven hoe DNA-replicatie plaatsvindt. 

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen BS2
S-fase
mitose
DNA-replicatie
helicase
replicatiebel
primer
DNA-polymerase
afleesrichting
leidende streng (leading strand)

Okazaki-fragmenten
DNA-ligase
volgende streng (lagging strand)
telomeer
primase
single strand binding proteins
basenvolgorde
vrije nucleotiden

Slide 3 - Tekstslide

Op internet staan veel plaatjes van DNA. Heeft de tekenaar van dit plaatje de basen goed getekend?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

In welk deel van de celcyclus vind DNA replicatie plaats?
A
G1 fase
B
G2 fase
C
S fase
D
M fase

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het doel van DNA replicatie?
A
Mitose
B
Celdeling
C
Een exacte kopie maken
D
Zowel A, B als C

Slide 6 - Quizvraag

Celdeling
Door middel van celdeling maak je van een cel een identieke dochter cel. Deze cel moet dus ook hetzelfde DNA hebben.

Celdeling start dus ook altijd met het kopieren van DNA, ook wel replicatie genoemd.

DNA-replicatie vindt plaats tijdens de S-fase
(binas tabel 71D)



 

Slide 7 - Tekstslide

DNA replicatie (S- fase van mitose): Welke cel kan dit niet?
A
Huidcel
B
Spiercel
C
Rode bloedcel
D
Levercel

Slide 8 - Quizvraag

Bouw van DNA
Nucleotide = suiker + fosfaat + base 

'5 uiteinde: een fosfaatgroep
'3 uiteinde: een OH-groep

Leesrichting: 3' naar 5'
(DNA polymerase van 5' naar 3')


Slide 9 - Tekstslide

Welke moleculen hebben we nodig voor DNA-replicatie?

Slide 10 - Tekstslide

Welke moleculen hebben we nodig voor DNA-replicatie?
Helicase
Dubbelstrengs DNA
Primase
Vrije nucleotiden
DNA polymerase 
SSBPs
Ligase

Slide 11 - Tekstslide

Beschrijf kort en krachtig de eerste stap van DNA replicatie

Slide 12 - Open vraag

  stap 1            
1. Waterstofbruggen van de        basenparen worden vanaf        replicatiestartpunt in twee        richtingen verbroken door        enzym helicase.
2. Ds-DNA wordt ss-DNA.
3. Hierdoor ontstaat een              replicatiebel.                          

-> replicatiebel 

Slide 13 - Tekstslide

Beschrijf kort en krachtig de TWEEDE stap van DNA replicatie

Slide 14 - Open vraag

stap 2
Single-strand DNA-binding proteins (SSBP's) binden aan het ssDNA, zodat de H-bruggen niet worden hersteld 

Slide 15 - Tekstslide

Beschrijf kort en krachtig de DERDE stap van DNA replicatie

Slide 16 - Open vraag

stap 3
De primer hecht aan het ssDNA aan de 3' kant.
  • primers worden door het enzym primase gemaakt 
  • primer is complementair 

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf kort en krachtig de VIERDE stap van DNA replicatie

Slide 18 - Open vraag

DNA-polymerase
  • werkt vanaf de 3'-kant
  • vanaf 3' kant primer worden dNTPs (deoxynucleotidetrifosfaat) toegevoegd. 
  • Hiervoor wordt energie gebruikt door splitsen van 2 fosfaatgroepen.
  • dAMP, dTMP, dGMP, dCMP

Slide 19 - Tekstslide

DNA replicatie
Afleesrichting DNA polymerase: 3' naar 5' uiteinde

Nieuwe streng wordt gemaakt in richting 5' naar 3' uiteinde.

Nucleotide bindt dus aan 3' uiteinde

Slide 20 - Tekstslide

Beschrijf kort en krachtig de VIJFDE stap van DNA replicatie

Slide 21 - Open vraag

Lagging strand
in de andere richting wordt er gebruik gemaakt van Okazaki-fragmenten
  • kleine stukjes DNA die worden ingebouwd 
  • stukjes worden door        DNA ligase aan elkaar gemaakt

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Primase
RNA Primer
SSBP's
DNA-polymerase
Helicase
Okazaki fragment
DNA-ligase

Slide 24 - Sleepvraag

Zet de 7 stappen van replicatie in de juiste volgorde 
1
2
3
4
5
6
7
Primase maakt korte RNA primers die functioneren als startpunt van DNA polymerase
Ligase verbindt alle DNA fragmenten aan elkaar.
RNA primers worden vervangen door DNA nucleotiden
replicatie start bij een ori (replicatie startpunt)
single strand binding proteins voorkomen dat het dna weer dubbelstrengs wordt.
Helicase verbreekt de waterstofbruggen en maakt dsDNA ssDNA
DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde.

Slide 25 - Sleepvraag

Zie plaatje: Hoe noemen we de met 'b' aangegeven lijn van het DNA?
A
Okazaki fragment
B
Volgende streng (LAGGING)
C
DNA polymerase
D
Leidende streng (LEADING)

Slide 26 - Quizvraag


Na replicatie bestaat een chromosoom uit 2 chromatiden (bevat een centromeer)

Tijdens mitose gaan chromatiden uit elkaar.

Waarom centromeer belangrijk? 

Slide 27 - Tekstslide

Telomeren en veroudering
RNA-primer uiteinde DNA-streng wordt verwijderd.

Hierdoor kan het uiteinde van een enkelvoudige DNA-keten niet worden gerepliceerd, en wordt verwijderd.
  • Het DNA-molecuul wordt korter.

Om DNA-schade te voorkomen bezitten de uiteinde van chromosomen: telomeren.

Slide 28 - Tekstslide

Telomeer
  • niet-coderend DNA
  • beschermd de uiteinde 
  • repeterend: 5' TTAGGG 3'
  • na elke celdeling korter 
  • na 50 delingen 1/5 over
  • bepaald levensduur van organisme 

Slide 29 - Tekstslide

Eukaryoten hebben telomeren, maar prokaryoten niet. Leg uit waarom dat zo is.

Slide 30 - Open vraag

vraag 8

Slide 31 - Tekstslide

Wat is niet waar over het telomeer?




A
Celdeling is beperkt door de lengte van telomeren
B
De telomeerlengte kan verlengen tijdens het leven.
C
Een telomeer bevat geen coderend DNA
D
Een telomeer is een deel waarin repetitief DNA ligt.

Slide 32 - Quizvraag

Doelstelling 10, vraag 1
-Bep zegt dat DNA-replicatie plaatsvindt tijdens de interfase.
-Pieter zegt dat na DNA-replicatie een chromosoom uit twee chromatiden bestaat.
Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Geen van beiden
B
Alleen Bep
C
Alleen Pieter
D
Beiden

Slide 33 - Quizvraag

Welk kenmerk van ons erfelijk materiaal is niet universeel bij levende organismen?
A
De aaneenschakeling van desoxyribose en fosfaat
B
De aanwezigheid van 4 basen: A, C, T en G
C
De aanwezigheid van twee complementaire strengen
D
De sequentie van de nucleotiden

Slide 34 - Quizvraag

Hoe heet het enzym dat nodig is om nieuwe nucleotiden in te bouwen in een DNA molecuul?
A
DNA-synthase
B
DNA-polymerase
C
DNA-helicase
D
DNA-fantastase

Slide 35 - Quizvraag

DNA helicase is het enzym dat...
A
zal zorgen voor de ontwinding van DNA
B
breekt de DNA keten open
C
houdt de DNA keten open
D
het DNA verdubbelt

Slide 36 - Quizvraag

Wat doet DNA-ligase?
A
De DNA ketens uit elkaar halen
B
De Okazaki fragmenten aan elkaar koppelen
C
Nieuwe nucleotiden inbouwen
D
Startpunt van replicatie

Slide 37 - Quizvraag

Hoe wordt een DNA molecuul altijd afgelezen?
A
Van 5' uiteinde naar 3' uiteinde
B
Van 3' uiteinde naar 5' uiteinde

Slide 38 - Quizvraag

Wat is een primer?
A
Stukje DNA gemaakt door ligase
B
Stukje RNA gemaakt door primase
C
Stukje RNA gemaakt door polymerase
D
Stukje DNA gemaakt door helicase

Slide 39 - Quizvraag

Leerdoel
  1. Je kunt het proces van DNA-replicatie toelichten en beschrijven hoe DNA-replicatie plaatsvindt. 

Slide 40 - Tekstslide

Heb je de leerdoelen onder de knie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Waren er lastige onderdelen?
Of heb je nog vragen over bepaalde onderdelen?

Slide 42 - Open vraag