In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
DNA replicatie
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt beschrijven hoe DNA replicatie plaatsvindt
Je kunt uitleggen op welke manier de basenvolgorde kan worden bepaald.
Je kunt uitleggen hoe met een bekende basenvolgorde DNA-analyse uit te voeren en verwantschap aan te tonen.
Je kunt uitleggen hoe de techniek PCR ontwikkeld is op basis van replicatie
Slide 2 - Tekstslide
Op internet staan veel plaatjes van DNA. Heeft de tekenaar van dit plaatje de basen goed getekend?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
In DNA vormen de basen A, G, C en T vaste paren. Welke paren zijn dat?
A
A - G en T - C
B
A - T en G - C
Slide 4 - Quizvraag
In welk deel van de celcyclus vind DNA replicatie plaats?
A
G1 fase
B
G2 fase
C
S fase
D
M fase
Slide 5 - Quizvraag
DNA-replicatie
Slide 6 - Tekstslide
DNA- replicatie (=verdubbeling)
Een replica maken, een exacte kopie. Nodig voor de celdeling -> 2 exact dezelfde kernen.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Bouwstenen van replicatie
dGTP
dTTP
dCTP
Slide 10 - Tekstslide
Herhaling Basisstof 2 (2)
DNA-replicatie
DNA begint bij een replicatiestartpunt, de waterstofbruggen tussen de basenparen wordt verbroken door het enzym helicase. Als de twee strengen uit elkaar gaan ontstaat een replicatiebel.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
De replicatie start bij een replicatie startpunt
Helicase verbreekt de waterstofbruggen --> DNA strengen uit elkaar. Er ontstaat een replicatiebel.
single strand binding proteins (SSBP's) voorkomen dat het DNA weer dubbelstrengs wordt.
Primase maakt korte RNA primers die functioneren als startpunt van DNA polymerase
DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde. Langs de leidende streng kan de replicatie onafgebroken doorgaan. Langs de volgende streng worden telkens korte stukken DNA gemaakt, de Okazaki-fragmenten.
RNA primers worden vervangen door DNA nucleotiden
Ligase verbindt alle Okazaki-fragmenten aan elkaar.
DNA replicatie
Slide 13 - Tekstslide
1. De replicatie start bij een replicatie startpunt
2. Helicase verbreekt de waterstofbruggen --> DNA strengen uit elkaar. Er ontstaat een replicatiebel.
Slide 14 - Tekstslide
3. single strand binding proteins (SSBP's) voorkomen dat het DNA weer dubbelstrengs wordt.
4. Primase maakt korte RNA primers die functioneren als startpunt van DNA polymerase
5. DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde. Leesrichting 3' --> 5'. Maak richting van 5' --> 3'.
Slide 15 - Tekstslide
5. DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde.
- Langs de leidende streng kan de replicatie onafgebroken doorgaan.
- Langs de volgende streng worden telkens korte stukken DNA gemaakt, de Okazaki-fragmenten.
Slide 16 - Tekstslide
6. RNA primers worden vervangen door DNA nucleotiden
7. Ligase verbindt alle DNA fragmenten aan elkaar.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Hoe heet het enzym dat nodig is om nieuwe nucleotiden in te bouwen in een DNA molecuul?
A
DNA-synthase
B
DNA-polymerase
C
DNA-helicase
D
DNA-fantastase
Slide 21 - Quizvraag
DNA helicase is het enzym dat...
A
zal zorgen voor de ontwinding van DNA
B
breekt de DNA keten open
C
houdt de DNA keten open
D
het DNA verdubbelt
Slide 22 - Quizvraag
Zie plaatje: Hoe noemen we de met 'b' aangegeven lijn van het DNA?
A
Okazaki fragment
B
Volgende streng
C
DNA polymerase III
D
Leidende streng
Slide 23 - Quizvraag
Wat doet DNA-ligase?
A
De DNA ketens uit elkaar halen
B
De Okazaki fragmenten aan elkaar koppelen
C
Nieuwe nucleotiden inbouwen
D
Startpunt van replicatie
Slide 24 - Quizvraag
Doelstelling 10, vraag 1 -Bep zegt dat DNA-replicatie plaatsvindt tijdens de interfase. -Pieter zegt dat na DNA-replicatie een chromosoom uit twee chromatiden bestaat. Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Geen van beiden
B
Alleen Bep
C
Alleen Pieter
D
Beiden
Slide 25 - Quizvraag
Lesdoelen
Je kunt beschrijven hoe DNA replicatie plaatsvindt
Je weet wat de functie van telomeren is.
Je kunt uitleggen op welke manieren de basenvolgorde kan worden bepaald.
Je kunt uitleggen hoe met een bekende basenvolgorde DNA-analyse uit te voeren en verwantschap aan te tonen.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Telomeren
Korter na elke celdeling,
Niet-coderend repetitief DNA (TTAGGG) --> dus er worden geen genen beschadigd
Te kort -> cel kan niet meer delen en ondergaat apoptose (celdood)
Waarom worden ze korter?
RNA primer verwijderd, geen 3' uiteinde, DNA-polymerase kan uiteinde volgende streng niet repliceren
Slide 28 - Tekstslide
0
Slide 29 - Video
Slide 30 - Tekstslide
Prokaryoten hebben geen telomeren. Leg uit waarom dat zo is.
Slide 31 - Open vraag
vraag 8
Slide 32 - Tekstslide
Wat is niet waar over het telomeer?
A
Celdeling is beperkt door de lengte van telomeren
B
De telomeerlengte kan verlengen tijdens het leven.
C
Een telomeer bevat geen coderend DNA
D
Een telomeer is een deel waarin repetitief DNA ligt.
Slide 33 - Quizvraag
Huiswerk
- lees 4.2 DNA replicatie
- bekijk binas 71M
- maak opdracht 6, 7, 9, 10
Slide 34 - Tekstslide
DNA-technieken
PCR --> DNA vermeerderen
gelelektroferese --> bepalen DNA-fingerprint
sequencen --> nucleotidevolgorde
Slide 35 - Tekstslide
PCR (polymerase chain reaction) = kunstmatige DNA replicatie
doel: DNA
vermeerderen
Slide 36 - Tekstslide
PCR (kunstmatige DNA replicatie)
DNA verhit, DNA strengen gaan uit elkaar (denaturatie)
Primers hechten zich aan DNA strengen
DNA-polymerase gaat vanaf primer op 3'-uiteinde keten verlengen
Twee dubbele strengen ontstaan
Slide 37 - Tekstslide
doel: bepalen nucleotide-
volgorde
Slide 38 - Tekstslide
DNA fingerprinting
Slide 39 - Tekstslide
https:
Slide 40 - Link
PCR: welke twee primers kunnen gebruikt worden voor replicatie van dit gen?
A
5' ATA 3'
5' GCC 3'
B
3' ATA 5'
3'GCC 5'
C
3' TAT 5'
3' GGG 5'
D
5' TAT 3'
5' GGG 3'
Slide 41 - Quizvraag
Hoeveel PCR-cycli zijn weergegeven in tabel 71M?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 42 - Quizvraag
Welk kenmerk van ons erfelijk materiaal is niet universeel bij levende organismen?
A
De aaneenschakeling van desoxyribose en fosfaat
B
De aanwezigheid van 4 basen: A, C, T en G
C
De aanwezigheid van twee complementaire strengen
D
De sequentie van de nucleotiden
Slide 43 - Quizvraag
Zet de 7 stappen van replicatie in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
7
Primase maakt korte RNA primers die functioneren als startpunt van DNA polymerase
Ligase verbindt alle DNA fragmenten aan elkaar.
RNA primers worden vervangen door DNA nucleotiden
replicatie start bij een ori (replicatie startpunt)
single strand binding proteins voorkomen dat het dna weer dubbelstrengs wordt.
Helicase verbreekt de waterstofbruggen en maakt dsDNA ssDNA
DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde.
Slide 44 - Sleepvraag
Primase
RNA Primer
SSBP's
DNA-polymerase
Helicase
Okazaki fragment
DNA-ligase
Slide 45 - Sleepvraag
DNA fingerprints die gebruikt worden in de rechtszaal lijken een beetje op de streepjescodes zoals je die op produkten in de supermarkten aantreft. Het patroon van de streepjes in een fingerprint komt overeen met
A
de aanwezigheid van DNA-fragmenten van verschillende grootte
B
de volgorde van de genen op bepaalde chromosomen
C
de aanwezigheid van dominante en recessieve allelen voor bepaalde eigenschappen
D
de volgorde van basen in een bepaald gen
Slide 46 - Quizvraag
Wat is een primer?
A
Stukje DNA gemaakt door ligase
B
Stukje RNA gemaakt door primase
C
Stukje RNA gemaakt door polymerase
D
Stukje DNA gemaakt door helicase
Slide 47 - Quizvraag
Hoe wordt een DNA molecuul altijd afgelezen?
A
Van 5' uiteinde naar 3' uiteinde
B
Van 3' uiteinde naar 5' uiteinde
Slide 48 - Quizvraag
Wat is een restrictie-enzym?
A
Is gelabeld nucleotide gebruikt bij sequencen
B
Verbreekt waterstoffenbruggen bij replicatie
C
Kan Okazaki-fragementen aan elkaar koppelen
D
Herkent specifieke nucleotidesequentie en knippen DNA daar door