Introductiemodule , verdiepingsopdracht dag 3

Introductiemodule, lesweek 5

Het werkveld
Oriëntatie in de verschillende branches. 


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Introductiemodule, lesweek 5

Het werkveld
Oriëntatie in de verschillende branches. 


Slide 1 - Tekstslide

Tassen en jassen uit beeld
Telefoon of laptop alleen voor de les
Eten, nee. Drinken = oké!

Slide 2 - Tekstslide

Programma
De verschillende branches
Kennis opfrissen
Verdiepingsopdracht, dag 3


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je hebt kennis van:
  • de verschillende branches in de zorg.
  • enkele werkzaamheden die een verzorgende of verpleegkundige in de verschillende branches uitvoert.
  • de zorgvragers die binnen de verschillende branches aanwezig zijn. 
  • de verschillende disciplines met wie je binnen de branches samenwerkt.

Slide 4 - Tekstslide

Wat denken jullie dat branches zijn?

Slide 5 - Open vraag

VT staat voor:
A
Verzorgen en thuiszorg
B
Verpleeghuis en thuiszorg
C
Verpleeghuis en tehuis
D
Verzorgen en tehuis

Slide 6 - Quizvraag

Beschrijf welk onderdeel van de zorg jou aanspreekt en waarom.

Slide 7 - Open vraag

Waar denk je aan bij geestelijke gezondheidszorg?

Slide 8 - Woordweb

Zou je willen werken in de geestelijke gezondheidszorg
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Welke disciplines in de zorg ken je?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een fysiotherapeut en een ergotherapeut?

Slide 11 - Open vraag

Een fysiotherapeut richt zich op het functioneren van het gehele lichaam en dat wat er lichamelijk verbeterd kan worden.

Een ergotherapeut richt zich met name op de functies. Het verbeteren van dagelijkse activiteiten door praktische tips en oplossingen. De tips zijn bijvoorbeeld: alle dagelijkse activiteiten krijgen punten en de zorgvrager met beperkte energie (bijvoorbeeld iemand met MS) kan zo zijn energie verdelen door punten te tellen.

Slide 12 - Tekstslide

Als verzorgende kun je in een verpleeghuis, een verzorgingshuis of in de thuiszorg werken. Er zijn steeds minder verzorgingshuizen in Nederland.

Wat is de reden dat er in Nederland bijna geen verzorgingshuizen meer zijn?

Slide 13 - Open vraag

De laatste jaren is er vanuit de politiek het signaal afgegeven dat mensen zo lang mogelijk thuis moeten blijven wonen en alleen professionele zorg krijgen als het echt niet anders kan. Er wordt een groter beroep gedaan op het dragen van eigen verantwoordelijkheid en mantelzorg.

Dit betekent dat iemand gestimuleerd wordt zo lang mogelijk thuis te blijven wonen met bijvoorbeeld mantelzorg en thuiszorg. Als de zorgvraag zo groot is geworden dat iemand 24 uur per dag zorg of toezicht nodig heeft, krijgt hij een indicatie voor verpleeghuiszorg. Dit heeft als resultaat dat er bijna geen verzorgingshuizen meer zijn. Er zijn verzorgingshuizen die verpleeghuiszorg zijn gaan leveren en daardoor een verpleeghuis zijn geworden.

Slide 14 - Tekstslide

Als verzorgende of verpleegkundige in de verstandelijk gehandicaptenzorg ondersteun je zorgvragers met een lichte tot een zware verstandelijke beperking.
Omdat de zorgvrager zich vaak niet goed kan uiten is het belangrijk dat de verzorgende of verpleegkundige zich kan inleven in de situatie van de zorgvrager en daar de zorg op afstemt.

Hoe kun je bovenstaande bereiken?

Slide 15 - Open vraag

- Probeer een vertrouwensband met de zorgvrager op te bouwen. Dit kun je onder andere bereiken door er voor de zorgvrager regelmatig te zijn (continuïteit). Geef aandacht en toon interesse.
- Begeleiding bestaat niet alleen uit woorden maar bij deze doelgroep ook vaak uit gebaren. Vaak wordt een arm om de schouders of een knuffel op prijs gesteld.
- Deze doelgroep heeft vaak moeite zich te uiten. Let op non-verbale communicatie. Waar kan de zorgvrager om lachen, wanneer trekt hij een bedenkelijk of pijnlijk gezicht. Probeer daarachter te komen en stem de zorg af.

Slide 16 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met 'ambulante behandeling'?

Slide 17 - Open vraag

Met ambulant wordt bedoeld dat de zorgvrager thuis woont en voor zijn behandeling naar de zorginstelling gaat, bijvoorbeeld 1 of 2 keer per week. Het komt ook voor dat de zorgverlener, meestal een psychiatrisch verpleegkundige of een psychiater, naar de zorgvrager thuis toe gaat.

Slide 18 - Tekstslide

Met welke categorie zul je als verzorgende het meest in aanraking komen als het gaat om psychiatrische zorgvragers?

Slide 19 - Open vraag

Een verzorgende komt het meest in aanraking met ouderen met een psychiatrische aandoening en met mensen met een chronische psychiatrische aandoening. Geen acute psychiatrie dus en ook geen ambulante behandeling.

Slide 20 - Tekstslide

Verdiepingsopdracht
  • Ga naar Zorgpad: Collectie: Zorg algemeen 4 VP Thema: Oriëntatie op de gezondheidszorg
  • Ieder regiegroepje gaat een branche uitwerken. Ziekenhuis (groep 1), Kraamzorg (groep 2), Verpleeghuizen en Thuiszorg (groep 3), Gehandicaptenzorg (groep 4) en Geestelijke gezondheidszorg (groep 5).
  • Maak een presentatie over de branche.
  • In de vorm van een Mindmap, Powerpoint/ Prezi of een andere vorm (max 3 á 4 dia’s).
  • Probeer creatief te zijn.
  • In de volgende les bij Ingrid presenteren.

Slide 21 - Tekstslide

Presentatie
In je presentatie verwerk je:
  • Een filmpje over de branche.
  • Afbeeldingen.
  • De taken/ rollen van een verzorgende of verpleegkundige in deze branche.
  • De zorgvragers in deze branche.
  • De verschillende disciplines in deze branche met wie je samenwerkt.

Slide 22 - Tekstslide

Evaluatie les

Slide 23 - Tekstslide