3.5 Discriminatie 2024

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Tot 3000 v.C.
3000 v.C. tot 500 n.C.
500 - 1000 n.C.
1000 - 1500 n.C..
Tijd van jagers en boeren
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Monniken en ridders
Tijd van Steden en Staten
Middeleeuwen
Prehistorie
Oudheid

Slide 5 - Sleepvraag

Karel de Grote
Edelen
Ridders
Horigen
Graafschap
Hertogdrom

Slide 6 - Sleepvraag

Horigen zijn:

Slide 7 - Open vraag

De leider van een kerk, noem je een...

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn de vijf zuilen van de islam?

Slide 9 - Open vraag

Christendom
Islam
Jodendom
Hindoeïsme
Boeddhisme

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Een vooroordeel is...

Slide 16 - Open vraag

Een stereotype is een overdreven beeld van een groep mensen.
Is deze uitspraak is

A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype?
1. “Esther kan goed leren, want haar vader is arts.”
2. “Limburgers kun je niet verstaan.”

A
1 is een vooroordeel, 2 is een stereotype.
B
1 en 2 zijn vooroordelen.
C
1 is een stereotype, 2 is een vooroordeel.
D
1 en 2 zijn stereotypen.

Slide 18 - Quizvraag


Jongens die op volksdansen zitten, zijn watjes.

Deze uitspraak is een VOOROORDEEL / STEREOTYPE, want

Slide 19 - Open vraag

Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype?
1. “Jongeren zonder bijbaantje zullen wel lui en verwend zijn.”
2. “Benny zal wel arm zijn, want zijn ouders hebben geen auto.”

A
1 is een vooroordeel, 2 is een stereotype.
B
1 en 2 zijn vooroordelen.
C
1 is een stereotype, 2 is een vooroordeel.
D
1 en 2 zijn stereotypen.

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

“We laten in deze kroeg geen Marokkanen toe.” Deze uitspraak is een duidelijk voorbeeld van:
A
Stereotype
B
Discriminatie
C
Respect

Slide 34 - Quizvraag

Bij een sollicitatiegesprek krijgt een vrouw deze vraag:
"Ik mag het eigenlijk niet vragen, maar... ben je van plan om zwanger te worden?"
Waarom mag die persoon dat eigenlijk niet vragen?

A
Het is een vooroordeel.
B
Het is een stereotype.
C
Het is discriminatie.
D
Het is wettelijk.

Slide 35 - Quizvraag

De Marokkaan Hakim wil leraar worden op een basisschool. Hij heeft zijn diploma al gehaald. Toch kan hij geen werk vinden.

Welke reden is het meest waarschijnlijk?
A
Marokkanen weten niet goed hoe ze werk moeten vinden.
B
Hakim heeft een grote taalachterstand.
C
Hij integreert nauwelijks
D
Hij wordt gediscrimineerd.

Slide 36 - Quizvraag

Een jongen van 16 krijgt bij een supermarkt geen bier mee.
Zijn vriend van 19 wel.

Dit is WEL / GEEN discriminatie, omdat

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide

Mensen worden om verschillende redenen gediscrimineerd. Noem twee redenen

Slide 39 - Open vraag

Tekst 1
Coming out

Sommige mensen hebben er moeite mee dat hun vriendin, kind of collega homoseksueel is. Ze reageren afwijzend of beledigend.
Ze denken bijvoorbeeld dat homoseksualiteit een ziekte is. Of ze denken dat homo’s en lesbo’s alleen met seks bezig zijn.
Bedenk dat het vaak hun eigen angst is die maakt dat ze zo onvriendelijk doen. Ze zijn bang dat ze zelf moeten veranderen en hun vaste opvattingen bijstellen. Of ze zijn bang voor de mening van anderen.

Slide 40 - Tekstslide

Lees tekst 1. Noem twee vooroordelen die in de tekst genoemd worden.

Slide 41 - Open vraag

Lees tekst 1. Geef een voorbeeld van discriminatie in de tekst

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide