Stiftgedichten

Deze les

Gaan we:

creatief schrijven 


'Schrijven = Schrappen'

We maken een stiftgedicht




1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Deze les

Gaan we:

creatief schrijven 


'Schrijven = Schrappen'

We maken een stiftgedicht




Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
We gaan spelen met taal en ontdekken hoe je een nieuwe betekenis uit een bestaande tekst kunt halen.

Slide 2 - Tekstslide

Kun je een tekst veranderen zonder nieuwe woorden toe te voegen?

Welke woorden zijn belangrijk om een gevoel of sfeer over te brengen?


Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de volgende gedichten.
Wat valt je op?
Hoe zijn ze denk je gemaakt?  

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe weet je bij het volgende gedicht welke kant je op moet lezen? 

Slide 9 - Tekstslide

Stiftgedicht.

Slide 10 - Tekstslide

Stiftgedicht
Wordt gemaakt door met een dikke zwarte stift in een bestaande, gedrukte tekst woorden of delen van woorden weg te strepen, net zolang tot wat overblijft een gedicht is. 

Dit uiteindelijke gedicht heeft (vaak) niets meer met de oorspronkelijke tekst te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De tekst een passende vorm 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Met kleur en vorm

Slide 16 - Tekstslide

Met mooie vormen
Maak je een kunstwerk

Slide 17 - Tekstslide

Met kleur en vorm

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Zelf een stiftgedicht maken
  1. Bladzijde uit een boek gebruiken 
  2. Onderstreep mooie, vrolijke of interessante woorden in de tekst
  3. Denk na over het effect: wil je een grappig, mysterieus of droevig gedicht?
  4. Kijk of de woorden bij elkaar passen en hoe je er een mooi geheel van kunt maken, door nog extra woorden te onderstrepen. 
  5. Omcirkel de woorden die je hebt uitgekozen
  6. Geef eventueel een volgorde aan door streepjes oid. 
  7. Maak er eventueel een mooi figuur van en zorg dat het netjes wordt. 
  8. Kleur alles in wat je niet nodig hebt

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Criteria 
Waar let je op bij je stiftgedicht?

Het eindresultaat is netjes en afgemaakt
Je stiftgedicht is een geheel. Alles past bij elkaar.
De woorden passen bij elkaar en vormen een nieuw soort gedicht. 
Originaliteit in gedicht en creativiteit! 

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
Les 1: 
Ga op zoek naar mooie, interessante woorden en zet met potlood een streep onder deze woorden. 
Tip: Zorg dat je woorden iets te maken hebben met je startwoord. 
Maak een kloppende zin en omcirkel de woorden. Herlees en voeg eventueel woorden toe. 

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting
Stiftgedichten inleveren
Naam op de achterkant 

Slide 24 - Tekstslide

Les 2

Gaan we:

Verder met stiftgedicht 




Slide 25 - Tekstslide

Lesdoelen 
We gaan spelen met taal en ontdekken hoe je een nieuwe betekenis uit een bestaande tekst kunt halen.

Slide 26 - Tekstslide

Terugblik
Wat is een stiftgedicht?
Hoe kun je spelen met taal?

Onderdeel schrijfportfolio 


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Met kleur en vorm

Slide 30 - Tekstslide

Zelf een stiftgedicht maken
  1. Bladzijde uit een boek gebruiken 
  2. Onderstreep mooie, vrolijke of interessante woorden in de tekst
  3. Denk na over het effect: wil je een grappig, mysterieus of droevig gedicht?
  4. Kijk of de woorden bij elkaar passen en hoe je er een mooi geheel van kunt maken, door nog extra woorden te onderstrepen. 
  5. Omcirkel de woorden die je hebt uitgekozen
  6. Geef eventueel een volgorde aan door streepjes oid. 
  7. Geef vorm aan je gedicht.
  8. Kleur alles in wat je niet nodig hebt

Slide 31 - Tekstslide

Criteria 
Waar let je op bij je stiftgedicht?

Het eindresultaat is netjes en afgemaakt
Je stiftgedicht is een geheel. Alles past bij elkaar.
De woorden passen bij elkaar en vormen een nieuw soort gedicht. 
Originaliteit in gedicht en creativiteit! 

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag
Les 2: 
Maak een kloppende zin en omcirkel de woorden. Herlees en voeg eventueel woorden toe. 
Ga je gedicht 'versieren', opmaken, mooi maken.

Gebruik stiften, potloden etc. 

Slide 33 - Tekstslide

Afsluiting
Aantal gedichten voorlezen

Slide 34 - Tekstslide