Poëzielessen Dijkdagen

Lessenserie poëzie in de Dijkdagen


Aan het eind van deze lessenserie:
* Weet je wat poëzie is.
* Kun je zelf een stiftgedicht maken.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lessenserie poëzie in de Dijkdagen


Aan het eind van deze lessenserie:
* Weet je wat poëzie is.
* Kun je zelf een stiftgedicht maken.

Slide 1 - Tekstslide

Ik vind poëzie...
Superleuk!
Niet bijzonder.
Mega saai.

Slide 2 - Poll

Wat is poëzie?
A
Iets wat je leest in de krant
B
Een verhaal in een boek
C
Een plaatje van een kat
D
Gedichten

Slide 3 - Quizvraag

Poëzie of niet?

Slide 4 - Tekstslide

Is deze tekst poëzie?
110

Slide 5 - Poll

Poëzie
of niet?

Slide 6 - Tekstslide

Is deze tekst poëzie?
110

Slide 7 - Poll

                   Poëzie of niet?

Slide 8 - Tekstslide

Is deze tekst poëzie?
110

Slide 9 - Poll

Is muziek poëzie?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Geen idee!

Slide 10 - Quizvraag

Vier kenmerken poëzie

1. een gedicht heeft een eigen uiterlijke vorm
2. in een gedicht spelen (rijm)klanken, maat en/of ritme een rol; 
3. een gedicht heeft een of meer versregels met een speciale (soms ongrammaticale) zinsbouw
4. in een gedicht wordt vaak gespeeld met betekenissen van woorden.

Slide 11 - Tekstslide

Gedichten: begrippen
Strofe = een groepje regels bij elkaar (lijkt op een alinea)
Rijm = klanken die hetzelfde zijn
Ritme = de manier waarop een gedicht voorgelezen wordt

Slide 12 - Tekstslide

Vorm

Ondanks dat we deze tekst niet kunnen lezen, zie je toch direct dat het een gedicht is. 
Hoe komt dat? 

Slide 13 - Tekstslide

SPELEN MET TAAL...

Door: 
TAAL (rijm, grappige zinnen, woorden)
KLANKEN (heel vaak de ‘a’-klank bijvoorbeeld)
RITME (heel snel, bijvoorbeeld bij rap/hiphop)
BOODSCHAP (een gedicht en een lied hebben vaak een boodschap)

Slide 14 - Tekstslide

Noem kenmerken van gedichten.

Slide 15 - Open vraag

Bekijk de volgende gedichten.
Wat valt je op?
Hoe zijn ze denk je gemaakt?  

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoe weet je bij het volgende gedicht welke kant je op moet lezen? 

Slide 19 - Tekstslide

Stiftgedicht.

Slide 20 - Tekstslide

De tekst een passende vorm 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Met kleur en vorm

Slide 23 - Tekstslide

Met mooie vormen
Maak je een kunstwerk

Slide 24 - Tekstslide

Soms niet heel makkelijk te begrijpen
En soms wel

Slide 25 - Tekstslide

Stiftgedicht
Een stiftgedicht is een gedicht dat niet ontstaat door
zélf te schrijven, nee, een
stiftgedicht maak je door
tekst te schrappen!

Slide 26 - Tekstslide

Zelf een stiftgedicht maken
  1. Lees de tekst die je van mij krijgt
  2. Bepaal welke woorden of zinnen je mooi vindt
  3. Kijk hoe je er een mooi geheel van kunt maken
  4. Omcirkel de woorden die je hebt uitgekozen
  5. Geef eventueel een volgorde aan
  6. Maak er eventueel een mooi figuur van
  7. Kleur alles in wat je niet nodig hebt 
  8.  Dertig minuten de tijd

Slide 27 - Tekstslide

Les 3: Gedichten afmaken
Je maakt deze les je stiftgedicht af. We sluiten de lessenserie ook af met een evaluatie.

Slide 28 - Tekstslide

Wat vond je van deze vorm van poëzie?
010

Slide 29 - Poll

Ik vind het onderdeel poëzie...
veel leuker dan eerst
iets leuker dan eerst
net zo interessant als eerst
minder leuk dan eerst
veel minder leuk dan eerst

Slide 30 - Poll

Poëzie is moeilijk
JA
NEE

Slide 31 - Poll

Poëzie moet rijmen
JA
NEE

Slide 32 - Poll

Ik wil nog meer weten over poëzie!
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll